9 Neem geen goud, zilver of koper mee in je geldbuidel,*+10 en neem ook geen voedselzak mee voor de reis, of extra kleren,* sandalen of een staf.+ Want de werker is zijn voedsel waard.+
8 Ook droeg hij hun op om niets voor de reis mee te nemen behalve een staf — geen brood, geen voedselzak en geen geld* in hun geldbuidel.+9 Ze moesten wel sandalen aandoen, maar geen extra kleren* dragen.