-
Numeri 11:26-29Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
26 Twee van de mannen waren nog in het kamp. Hun namen waren E̱ldad en Me̱dad. De geest kwam ook op hen te rusten, want ze hoorden bij degenen van wie de naam was opgeschreven, maar ze waren niet naar de tent gegaan. Ze begonnen zich dus in het kamp als profeten te gedragen. 27 Een jonge man rende naar Mozes toe en zei tegen hem: ‘E̱ldad en Me̱dad gedragen zich in het kamp als profeten!’ 28 ‘Mijn heer Mozes, verbied het ze!’,+ zei Jozua,+ de zoon van Nun, die al van jongs af aan de dienaar van Mozes was. 29 Maar Mozes zei tegen hem: ‘Ben je soms jaloers omwille van mij? Ik zou juist willen dat heel Jehovah’s volk zou profeteren en dat Jehovah op hen allemaal zijn geest zou leggen!’
-
-
Markus 9:38-40Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
38 Johannes zei tegen hem: ‘Meester, we hebben iemand gezien die jouw naam gebruikt om demonen uit te drijven. We hebben geprobeerd hem tegen te houden, omdat hij ons niet volgt.’+ 39 Maar Jezus zei: ‘Probeer hem niet tegen te houden, want iemand die in mijn naam een wonder* doet, zal niet snel iets slechts over me kunnen zeggen. 40 Want wie niet tegen ons is, is vóór ons.+
-