12 In al jullie generaties moet elke jongen van acht dagen oud besneden worden,+ iedereen die in het huis geboren is en ook iedereen die niet van jullie nageslacht* is en die gekocht is van een vreemdeling.
2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Als een vrouw zwanger* wordt en een jongen ter wereld brengt, zal ze zeven dagen onrein zijn, net zoals tijdens de dagen van onreinheid wanneer ze menstrueert.+3 Op de achtste dag moet het kind* besneden worden.+