34 ‘En niemand zal zijn naaste en zijn broeder nog onderwijzen door te zeggen: “Ken Jehovah!”+ Want ze zullen mij allemaal kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen’,+ verklaart Jehovah. ‘Ik zal hun overtredingen vergeven en aan hun zonden zal ik niet meer denken.’+
24 Er zijn voor je volk en je heilige stad+ 70 weken* vastgesteld om de overtreding te beëindigen, om een eind te maken aan zonde,+ om verzoening te doen voor fouten,+ om eeuwige rechtvaardigheid te brengen,+ om het visioen en de profetie* te verzegelen+ en om het heilige der heiligen* te zalven.