4 Hij nam het goud van hen aan, vormde het met een graveerijzer en maakte er een beeld* van een kalf van.+ Daarop zeiden ze: ‘O Israël, dit is jullie God, die jullie uit Egypte heeft geleid.’+
6 De volgende dag stonden ze vroeg op, en ze gingen brandoffers brengen en vredeoffers aanbieden. Daarna ging het volk zitten om te eten en te drinken. Toen stonden ze op om plezier te maken.+