Zacharia
10 ‘Vraag Jehovah om regen in de tijd van de lenteregen.
Het is Jehovah die de onweerswolken maakt,
die regens geeft aan de mensen+
en gewassen op het veld voor iedereen.
Ze praten over waardeloze dromen
en proberen tevergeefs te troosten.
Daarom zullen de mensen ronddolen als schapen.
Ze zullen lijden omdat er geen herder is.
3 Woedend ben ik op de herders.
Ik roep de onderdrukkende leiders* ter verantwoording.
Want Jehovah van de legermachten heeft gedacht aan zijn kudde,+ aan het huis van Juda.
Hij heeft hen gemaakt als zijn majestueuze paard in de strijd.
4 Van hem komt de sleutelpersoon,*
van hem komt de ondersteunende regeerder,*
van hem komt de strijdboog,
van hem komt elke opziener,* zij allemaal.
5 Ze zullen als strijders worden
die in de strijd stampen in het slijk van de straten.
Ze zullen oorlog voeren, want Jehovah is met hen.+
De ruiters zullen beschaamd worden.+
Ik zal ze terugbrengen,
want ik zal barmhartig voor ze zijn.+
Het zal zijn alsof ik ze nooit had verstoten,+
want ik ben Jehovah, hun God, en ik zal hun antwoorden.
Zijn zonen zullen het zien en juichen,
hun hart zal vreugde hebben in Jehovah.+
8 “Ik zal ze bij me fluiten en ze bijeenbrengen,
want ik zal ze loskopen+ en ze zullen talrijk worden
en talrijk blijven.
9 Al verstrooi ik ze als zaad onder de volken,
op verre plaatsen zullen ze aan mij denken
en met hun zonen zullen ze opleven en terugkomen.
Alle diepten van de Nijl zullen droogvallen.
De trots van Assyrië zal worden neergehaald
en de scepter van Egypte zal verdwijnen.+