Psalmen
Een lied. Een psalm van David.
108 Mijn hart is standvastig, o God.
Ik zal zingen en muziek maken met mijn hele wezen.*+
2 Ontwaak, snaarinstrument, en jij ook, harp.+
Ik zal de dageraad wekken.
3 Ik zal u loven onder de volken, o Jehovah.
Voor u zal ik lofzangen zingen* onder de naties.
5 Verhef u boven de hemel, o God.
Laat uw glorie over de hele aarde zijn.+
7 God heeft in zijn heiligheid* gezegd:
8 Gilead+ is van mij, net als Manasse.
Op Edom zal ik mijn sandaal werpen.+
Over Filiste̱a zal ik triomfantelijk juichen.’+
10 Wie zal me naar de vestingstad brengen?
Wie zal me tot aan Edom leiden?+