De oorzaken van het Amerikaanse benzinetekort
DE VERENIGDE Staten kampen met een benzinetekort!
Een paar maanden geleden zou een dergelijke uitspraak nog onwerkelijk hebben geklonken. Nu echter niet meer. Veel raffinaderijen bezaten aan het begin van deze zomer minder reserves dan normaal. Wegens de beperkt voorhanden zijnde voorraad hebben sommige benzinestations hun deuren gesloten. Andere zijn slechts een paar uur van de dag open. Ja, het benzinetekort is een feit.
Dit betekent een rantsoenering van de benzinevoorraad, mogelijk van regeringswege, of, zoals in het voorjaar reeds gebeurde, van de zijde van de handelaren. Bovendien zal de beschikbare benzine duurder verkocht worden. De gemiddelde prijs die tijdens het voorjaar in het gehele land werd betaald, was 37 dollarcent per gallon (bijna 3,8 l). Deskundigen verwachten op sommige plaatsen spoedig prijsstijgingen tot 55 dollarcent per gallon. En de prijs zal naar aller verwachting blijven stijgen. De president van een oliemaatschappij uitte de woorden: „Het zou mij ontzaglijk verbazen als ik niet — en wel heel spoedig — $1,25 zal moeten betalen.”
Amerikanen zijn eraan gewend geraakt de voorraden ruwe aardolie, waaruit benzine wordt gewonnen, als onuitputtelijk te beschouwen. Elk schijnbaar ’benzinetekort’ in het verleden veroorzaakte slechts een tijdelijke stijging van de prijzen. Nieuwe oliereserves vonden snel hun weg naar de oliemarkt en stabiliseerden opnieuw de prijzen.
Nu hebben de V.S. echter geen produktiereserves meer! En zoals bijgaand grafiekje laat zien, verbruiken ze, evenals andere belangrijke industrielanden, dagelijks veel meer olie dan ze produceren.
De olie-situatie waarin de Verenigde Staten verkeren, is nog verergerd door het brandstoftekort van de afgelopen winter. Olie die bestemd was om van de zomer tot benzine te worden geraffineerd, werd overgeheveld naar de stookolieproduktie. Het gevaar is echter dat als er deze zomer weer te veel aardolie voor de benzineproduktie is gebruikt, er mogelijk binnen enkele maanden opnieuw een winterse stookoliecrisis zal ontstaan.
Alles goed en wel, zo zou men kunnen opmerken, maar waarom boren de Amerikaanse oliemaatschappijen dan niet naar meer olie? Het antwoord van de maatschappijen hierop is dat de hoge kosten het boren thans allesbehalve lucratief maken. Olie is niet langer op gemakkelijk toegankelijke plaatsen winbaar, en binnenlandse olie brengt niet zoveel geld in het laatje. Dit is voor de maatschappijen niet direct een prikkel om dure boringen te gaan verrichten. Om deze redenen zijn de Verenigde Staten buiten hun grenzen moeten gaan omzien naar olie voor de import.
De traditionele leveranciers van de V.S., zoals Canada en Venezuela, kunnen niet aan de extra olievraag voldoen. Het land is er daarom toe moeten overgaan meer en meer olie uit de landen van het Midden-Oosten te betrekken. Nochtans heeft ook deze stap geen oplossing gebracht voor de onmiddellijke problemen. Waarom niet?
Omdat ook van de zijde van andere landen een grote vraag naar deze Arabische olie bestaat, wat de kostprijs omhoogdrijft. Bovendien hebben de politieke en economische gebeurtenissen van de afgelopen jaren in deze oliestreek mede tot een gestage verhoging van de olieprijs geleid.
Bijgevolg is aardolie voor de V.S. niet meer zo gemakkelijk verkrijgbaar als voorheen; dit heeft in grote mate bijgedragen tot het benzinetekort. Maar ook de olieraffinaderijen hebben met problemen te kampen.
De Amerikaanse raffinaderijen schijnen niet over voldoende capaciteit te beschikken om meer benzine te kunnen produceren, zelfs al zou er een overvloed van aardolie beschikbaar komen. En volgens oliemensen is voor hen de bouw van de noodzakelijke nieuwe raffinaderijen niet op te brengen; op het ogenblik is er geen enkele in aanbouw.
Voorts wijzen zij op nog een andere factor die beperkingen stelt aan de bouw van raffinaderijen. Een woordvoerder van de Sun Oil Company verklaarde: „Elke keer als een oliemaatschappij een nieuwe raffinaderij wil bouwen, is er wel een milieugroep die er protest tegen aantekent.”
Critici betogen daarentegen dat de oliemaatschappijen reeds met de huidige outillage meer benzine zouden kunnen raffineren, als ze zouden willen. Zij beschuldigen de maatschappijen ervan met opzet een olie- en benzinetekort te ’creëren’ uit economisch eigenbelang en om de milieubeschermers het zwijgen op te leggen.
Het benzinetekort is evenwel méér dan een door de internationale politiek en de grote zakenwereld in het leven geroepen probleem. Ook het publiek is ten dele schuldig aan de situatie.
Ten eerste bestaat er de drang om steeds meer en steeds grotere auto’s te kopen. Amerika heeft nu 85 miljoen auto’s. Vele van de laatste modellen rijden met hun grote motoren minder kilometers per ’gallon’ dan de vroegere uitvoeringen. De benzine was goedkoop, dus men heeft meer gekocht en meer gereden.
Het Amerikaanse publiek kan daarom op heel wat manieren meewerken aan een vermindering van het tekort. Hoe? Ja, hoe zou men in het algemeen, als automobilist, zijn brandstofverbruik kunnen verlagen?
Door op de autosnelwegen 80 in plaats van 100 kilometer per uur te rijden; dat vergt circa 10 percent minder benzine. Door snelle, schielijke starts te vermijden. Door de meter niet te lang stationair te laten draaien en de auto in goede conditie te houden: de motor goed afgesteld, de banden naar behoren gevuld en de wielen goed uitgelijnd. En door als het enigszins kan, het gebruik van energieverslindende ’extra’s’ als air-conditioning achterwege te laten.
Ook een gebruiksschema voor de auto kan het benzineverbruik reduceren: stel lijstjes samen van dingen die tijdens één rit kunnen worden gedaan. Maak indien mogelijk gebruik van het openbaar vervoer. Of ga lopen of fietsen — dat kan bijzonder gezond zijn!
Misschien zal het opvolgen van deze suggesties in Amerika enigermate tot een verkleining van het brandstoftekort aldaar bijdragen, misschien ook niet; hoe het ook zij, ze kunnen wel voor u persoonlijk een hulp zijn om aan een brandstoftekort het hoofd te bieden.
[Grafiek op blz. 3]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
DAGELIJKS OLIEVERBRUIK
DAGELIJKSE OLIEPRODUKTIE
V.S.
West-Europa
Japan
0 500 1000 1500 2000
(In miljoenen liters)