Gilead draagt tot wereldomvattende expansie bij
MAANDAG, 4 maart 1974, was het graduatiedag voor de studenten van de zesenvijftigste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead. Die School is sinds haar oprichting op 1 februari 1943 wereldberoemd geworden. Dit is niet toe te schrijven aan haar omvang, noch aan de indrukwekkende geloofsbrieven van de leraren. Het is veeleer datgene wat door de afgestudeerden is gedaan, waardoor de naam „Gilead” voor honderdduizenden over de gehele wereld dierbaar is geworden.
De naam „Gilead” is ontleend aan de bijbel en betekent „steenhoop der getuigenis”, een steenhoop die een getuigenis van de een of andere gebeurtenis of transactie vormt. Dat is een passende naam gebleken, want de ettelijke duizenden die sinds de oprichting van de Gileadschool als zendelingen zijn uitgezonden, hebben met de hulp van Gods geest een enorm werk tot stand gebracht wat het getuigenis afleggen van de bijbelse waarheid betreft.
Toen de Gileadschool in 1943 werd opgericht, waren Jehovah’s christelijke getuigen in vierenvijftig landen actief werkzaam. Buiten de Verenigde Staten, dat wil zeggen alle staten op het vasteland, exclusief Hawaii, waren er ruim 53.000 mannen, vrouwen en jongeren die een bericht inleverden dat zij enige tijd aan het bekendmaken van de bijbelse waarheid aan anderen hadden besteed. Thans, zo’n eenendertig jaar later, prediken Jehovah’s christelijke getuigen ijverig in 208 landen. En er zijn thans vierentwintigmaal zoveel predikers buiten die staten op het Amerikaanse continent als destijds in 1943.
De afgestudeerden van Gilead hebben veel tot deze verbazingwekkende resultaten bijgedragen. Hun voorbeeld in ijver en toewijding en hun bereidheid om de gerieven van thuis op te geven en zich ongerieven te getroosten, hebben een diepe indruk gemaakt op degenen die de bijbel met hen hebben bestudeerd. Velen van deze leerlingen zijn ijverige verkondigers van de Koninkrijksboodschap geworden en hebben zelf weer anderen kunnen helpen tot een nauwkeurige kennis van de bijbel te komen.
Een opmerkelijk voorbeeld van wat er is gebeurd, vormt wel het land Brazilië. Toen de eerste op Gilead opgeleide werkers daar eind 1945 arriveerden, waren er ongeveer 350 verkondigers van het „goede nieuws” in dat land. Thans zijn er 78.729.
Waaraan is dit toe te schrijven? Zoals N. H. Knorr, de president van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead, in zijn opmerkingen aan de afgestudeerde klas uiteenzette, zijn deze schitterende resultaten bereikt wegens het voortzetten van het werk dat meer dan negentienhonderd jaar geleden door Jezus Christus is begonnen. Jezus Christus was inderdaad een actieve prediker van het „goede nieuws van het koninkrijk”. Zijn apostelen en anderen zetten het door hem begonnen werk voort en thans wordt het op grootse schaal verricht. Ja, in slechts een jaar tijds (1 september 1972 tot 31 augustus 1973) werden er over de gehele wereld 193.990 personen gedoopt.
In het laatste gedeelte van zijn opmerkingen vertelde N. H. Knorr ervaringen die door zendelingen in Zuid-Amerika waren opgedaan. Deze ervaringen beklemtoonden krachtig welk een vastberadenheid, ijver en belangstelling afgestudeerden van de Gileadschool aan de dag hebben gelegd om mensen in hun diverse toewijzingen te helpen tot een nauwkeurige kennis van Gods Woord te komen.
Een zendelingenechtpaar dat in Venezuela werkzaam was, had de volgende ervaring: Terwijl zij apart werkten en tot de mensen over de bijbel spraken, gaf één huisbewoonster aan de vrouw te kennen dat zij beter de straat konden verlaten omdat er moeilijkheden broeiden. Toen de man te horen kreeg wat de huisbewoonster had gezegd, was hij echter niet verontrust en dus bleven zij doorgaan met hun predikingswerk. Maar al gauw zagen zij dat er militairen verschenen om elk blok te bezetten. Zij besloten dus om naar huis te snellen. Er was een revolutie gaande. Zij waren nog niet lang thuis of er werd gebeld. Een buurvrouw en haar dochter, die vreselijk bang waren door wat er gebeurde, wilden binnenkomen. Tegen deze tijd vlogen de kogels in het rond en zij kropen alle vier onder het bed. De buurvrouw werd echter zo bang dat zij onder het bed vandaan ging en in de kast kroop. Bij elk geweerschot herhaalde zij een „Weesgegroetje”. In het besef dat de vrouw werkelijk nauwkeurige kennis nodig had, grepen de zendelingen de gelegenheid aan om met haar over de bijbel te spreken. Tussen de geweerschoten in deelden zij met haar de vertroosting uit de Schrift.
Soms reageren mensen heel langzaam op de Koninkrijksboodschap. Dit was de ervaring van een zendelinge die nu in Argentinië dient. Toen deze zelfde zendelinge ongeveer dertig jaar geleden in Puerto Rico diende, bezocht zij een man; pas onlangs schreef hij haar om te vertellen dat hij nu een gedoopte getuige van Jehovah was. Zo droeg haar prediking van Gods koninkrijk uiteindelijk na vele jaren vrucht.
Hoewel de afgestudeerden van de Gileadschool vele vreugden hebben gehad, hebben zij toch ook problemen gehad. Een zendelinge die helemaal in het zuiden van Chili werkte, had medische hulp nodig en moest geopereerd worden. Ondanks haar beperkte financiële middelen dacht zij er niet over haar toewijzing op te geven. Zij vond een dokter die waardering had voor het werk dat de zendelingen deden en hij verrichtte de operatie kosteloos.
Later vroeg deze dokter of de zendelinge naar zijn huis wilde komen om zijn dochter te bezoeken. De dochter was door een ziekte getroffen waardoor zij in zekere mate verlamd was. Daar zij danseres was geweest, was zij erg gedeprimeerd omdat zij nu aan huis gebonden was. De zendelinge bezocht haar en er werd een bijbelstudie begonnen. Na korte tijd klaarde het gezicht van de dochter op en begon zij vergaderingen in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen te bezoeken. Ten slotte werden de dochter, haar moeder en de dienstbode gedoopte getuigen van Jehovah. Hoewel de dokter nog geen Getuige is, is hij verrukt over de voortreffelijke uitwerking die een studie van de Schrift op zijn dochter heeft gehad.
Evenals hun voorgangers gaven de afgestudeerden van de zesenvijftigste klas uiting aan hun verlangen aan de slag te gaan in hun buitenlandse toewijzingen. Uit acht landen waren zij naar school gekomen, maar spoedig zullen zij hun opleiding in zeventien verschillende landen in praktijk brengen. Allen waren van mening dat de Gileadopleiding rijk en lonend was geweest. Dit bleek uit een brief van waardering die afkomstig was van de zesenvijftigste klas. Daarin stond onder andere:
„Wij menen niet dat wij in deze brief onze volledige waardering voor de School tot uitdrukking kunnen brengen. Maar wij zouden jullie graag enkele van de uitlatingen van de studenten willen laten horen. Bijvoorbeeld: ’De School heeft als het ware de bijbel onder een microscoop gelegd. Wij zagen de details, wij begrepen de betekenis ervan en kregen inzicht.’ Of om het anders uit te drukken: ’De bijbel is niet zo’n dik boek meer omdat alles om één ding draait — het Koninkrijk. En wanneer je dat eenmaal begrijpt, kun je ook alle overige dingen plaatsen.’ . . . Wij zien er nu naar uit naar onze toewijzingen in diverse delen van de wereld te gaan. . . . Wij hopen en bidden dat wij alles wat wij hebben ontvangen, tot Jehovah’s lof en eer zullen kunnen gebruiken.”
Door het voorbeeld van Jezus Christus en dat van getrouwe zendelingen van de twintigste eeuw te blijven navolgen, kunnen de afgestudeerden van de zesenvijftigste klas van Gilead ervan verzekerd zijn dat ook zij een bijdrage zullen leveren tot de wereldomvattende expansie van de ware aanbidding.
[Illustratie op blz. 21]
Afgestudeerden van de zesenvijftigste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead
56th Class March 1974
In onderstaande lijst zijn de rijen genummerd van voren naar achteren, en de namen in elke rij verwijzen naar de studenten in volgorde van links naar rechts.
(1) Robertson, E.; Blatzheim, L.; Andersen, B.; Cason, L.; Buchmann, R.; Starycki, C.; Martin, M.; Jensen, V.; Fiore, G. (2) Scheffel, W.; Wood, S.; Fiore, J.; Petruch, R.; Scheffel, B.; Geelnard, I.; Stogre, R.; Schoenherr, I. (3) Petruch, F.; Andersen, P.; Cason, M.; Nabholz, E.; Toth, T.; Christensen, H; Stogre, J.; Orozco, R.; (4) van Selm, H.; Jakobsen, H.; Devoe, G.; Sellers, A.; Mathiesen, A.; Vestre, F.; Bode, B.; Witty, B. (5) Robertson, R.; Wolff, G.; Sellers, M.; Hale, C.; Christensen, P.; Jensen, T.; Toth, J.; Martin, B.; Trad, G.; Mathiesen, H.; Blatzheim, W.; Hale, R.; Geelnard, K.; Mares, J.; Starycki, S.; Wood, J.; Nabholz, H.