De bereiding van een natuurlijke wijn
WILT u zelf graag een goede wijn maken? Daarvoor is niet veel nodig. Slechts één kilo rijpe, blauwe druiven, die zijn overdekt met het bekende witachtige waas. Dat witachtige laagje wordt door veel mensen met wantrouwen bezien, omdat ze denken dat het een insekticide is. Maar verre van dat. Het is een schimmel in rusttoestand, die er slechts op wacht om straks de wijnbereiding te beginnen. In dat laagje schuilt het geheim van natuurlijke wijn. Wees daarom voorzichtig wanneer u de druiven wilt wassen — hetgeen ongetwijfeld het geval zal zijn — en pas ervoor op dat u dat witte laagje er niet afwast of afwrijft.
Pluk na het wassen de druiven van de takjes en gooi alle rotte en onrijpe exemplaren weg. Wanneer u een mixer tot uw beschikking hebt, maak daar dan de druiven mee stuk door de mixer enkele malen achtereen vlug aan en uit te zetten. Dit voorkomt dat de zaden stuk slaan. Kunt u niet over een mixer beschikken, kneus dan de druiven in een grote schaal met de hand, nadat u uw handen eerst grondig hebt gewassen en alle zeepresten goed hebt weggespoeld. Voeg in geen geval water, suiker of enig ander ingrediënt toe.
Giet de daarna ontstane massa — velletjes, zaadjes, pulp — met sap en al in een grote fles met wijde opening, dek de opening af met een plastic zak, en klem dit zakje om de opening met een rubberring die strak om de flessehals spant. Plaats de fles vervolgens op een plek waar de temperatuur schommelt tussen de 16 en 26 graden Celsius. De gunstigste temperatuur is 24 graden.
Daarna is de wijnbereiding een kwestie van afwachten, zodat de opmerkelijke processen die de Schepper in de natuurlijke schepping heeft gelegd, vrijelijk hun werk kunnen voltooien. Natuurlijk is het af en toe wel fascinerend even de fles te bekijken, de geur eromheen op te snuiven en de veranderingen gade te slaan die zich in het vocht voltrekken. Maar verder is het parool: rustig laten staan.
Op een bepaald moment zult u gasbelletjes zien ontstaan, die zich geleidelijk aan naar de oppervlakte van de massa werken. Dit gas zal ten slotte onder het met rubber afgesloten plastic door werken en uw neus — na verloop van tijd — vergasten op een heerlijk aroma. Deze belletjes zijn er het bewijs van dat de gisting in volle gang is. Langzamerhand zal het sap ook zijn karakteristieke kleur aannemen. Misschien dat er zich op de massa tevens een witachtige laag vormt. Maar maakt u zich daar niet ongerust over. Alles is in orde.
Na twee weken dient de vorming van gasbelletjes te zijn opgehouden. Nu kunt u de fles openmaken en het vocht door een schone doek in een grote schaal gieten. Wring de rest van het vocht uit de massa, door de doek heen, en giet vervolgens de wijn in een fles. Hij zal nog wat troebel zijn en deeltjes bevatten. Maar in feite is hij, indien nodig, nu reeds te gebruiken. Dus ga uw gang en proef eens. Lekker? De smaak zal met het verstrijken van de tijd nog beter worden.
Zet de goed afgesloten fles apart en laat hem rustig staan. Hoe langer hij staat, des te meer deeltjes er naar de bodem zullen zakken. Na een maand is uw wijn reeds aanzienlijk opgeklaard. De smaak zal zich verbeterd hebben, en ook op het uiterlijk mag weinig meer aan te merken zijn. Maar pas op, wanneer de gisting doorgaat, zal de fles kunnen springen.
De wijn is nu gereed om in een andere fles gebracht te worden. Hevelen is daarbij de beste methode om niet een deel van de droesem mee te krijgen. Maar met voorzichtig gieten is dit bijna net zo goed te bereiken. De aldus ontstane, zelfgemaakte wijn is droog (niet zoet) van karakter en kan het beste koel bewaard worden. Tijdens zijn verblijf in de koelkast, zal hij nog verder opklaren. Hebt u geen koelkast, vergewis u er dan van dat de fles goed is afgesloten.
Wanneer u naderhand deze voortreffelijke wijn nog eens bekijkt, zult u zich er ongetwijfeld over verbazen dat alle noodzakelijke ingrediënten reeds voorkwamen in en op de vruchten die rechtstreeks van de wijnstok afkomstig waren.