Het veelzijdige Tagalog
Door Ontwaakt!-correspondent op de Filippijnen
IN DE bijbel staat dat de „grote schare” van mensen die God loven, afkomstig is uit „alle natiën en stammen en volken en talen” (Openb. 7:9). Een van de „talen” ten aanzien waarvan deze profetie in vervulling gaat, is de Filippijnse taal Tagalog. Misschien hebt u nog nooit van deze taal gehoord, maar aangezien ze een nu toch wel erg belangrijke plaats op de Filippijnen is gaan innemen, zou ik haar graag aan u willen voorstellen.
Als er één land is waarover men kan zeggen dat er een taalprobleem heerst, dan is dit wel de Filippijnse republiek! Onder een bevolking van ongeveer veertig miljoen mensen zijn meer dan tachtig talen in gebruik, waarvan enkele zelf weer zijn onderverdeeld in een aantal dialecten.
Het Tagalog is de voertaal van verscheidene miljoenen Filippijnen, hoofdzakelijk de bewoners van de provincies in Centraal-Luzon, het grootste eiland van de Filippijnen. De regering wil er echter een nationale taal van maken, het zogenaamde Filipino, en stelt daartoe krachtige pogingen in het werk, via het onderwijs op de scholen en de produktie van films en televisieshows. Ze wil graag dat iedereen het Tagalog leert en in elk geval als tweede taal weet te gebruiken. Waarom? Om de verbrokkeling van het land in verschillende taalgroepen, met alle misverstanden en administratieve problemen die dat met zich brengt, tegen te gaan.
Tagalog behoort te zamen met alle andere belangrijke dialecten van de Filippijnen tot wat men wel de „Maleis-Polynesische” taalgroep noemt. Het is een „agglutinerende” taal, dat wil zeggen, de woorden ervan zijn opgebouwd uit een aantal „stam”-woorden waaraan voor- en achtervoegsels zijn „gelijmd” die een zelfstandige betekenis hebben. Het stamwoord awit betekent bijvoorbeeld „gezang” en kan verschijnen in de vorm mang-aawit (zanger), umawit (zingen), awitan (toegezongen worden), mag-awitan (samen zingen), enzovoort. Volgens een recent woordenboeka zijn met behulp van deze stamwoorden en bijvoegsels letterlijk miljoenen woorden te vormen.
Interessant voor de buitenlander zijn de verschillen tussen het Tagalog en de Westerse talen. Met betrekking tot dagelijkse dingen is het Tagalog bijvoorbeeld vaak veel specifieker dan het Engels of het Nederlands. Kent het Nederlands maar één woord voor rijst, of het nu op het veld staat, of wanneer het op tafel komt, in het Tagalog noemt men rijst op het veld palay, in de keuken, voordat het gekookt is, bigas, wanneer het gekookt is, kanin, en nadat het eventueel nog gebakken is, sinangag. Tagalog is ook heel specifiek bij het aanduiden van de wijze waarop iets gedragen wordt. Wanneer u een doos of een boekentas hebt gedragen, kunt u door gebruik van het juiste woord aanduiden of u het voorwerp in uw hand droeg, op uw schouder, op uw hoofd, in uw armen of onder uw arm.
Aan de andere kant verdoezelt het Tagalog weer verschillen die in Europese talen sterk uitkomen. Zo betekent asawa zowel „echtgenoot” als „echtgenote”, anak zowel „zoon” als „dochter”, kapatid zowel „broer” als „zuster”, en siva zowel „hij” als „zij”! Wanneer het, om misverstanden te voorkomen, nodig is om het geslacht aan te duiden van de persoon over wie het gaat, dan wordt het woord voor „mannelijk” of „vrouwelijk” toegevoegd. In de praktijk kan dit nog wel eens betekenen dat wanneer u aan het begin van een verhaal even niet oplet, u het hele gesprek misschien denkt dat het over een man gaat, terwijl er uiteindelijk een vrouw bedoeld blijkt te zijn! Zoiets zal u bij een Westerse taal, met haar vele verwijzingen naar „hij” of „zij”, niet gauw overkomen.
In 1521 kwamen hier de Spanjaarden, die na verloop van tijd het land koloniseerden en het meer dan drie eeuwen in onderworpenheid hielden. Die vroegere overheersing door de Spanjaarden blijkt nog uit de aanwezigheid van vele duizenden Spaanse stamwoorden die enkel wat anders zijn gespeld om ze met de Filipino-uitspraak te laten overeenstemmen. Dit historische toeval is een grote hulp voor de westerling die Filipino wil leren. Soms bestaan er voor hetzelfde begrip zowel een Spaans als een Tagalog-woord. Zo worden bijvoorbeeld het Spaanse woord puede en het Tagalog-woord maaari afwisselend gebruikt voor „kunnen” of „in staat zijn”; pero (Spaans) en nguni’t (Tagalog) betekenen beide „maar”, enzovoort. Nu en dan gebruikt men het Spaanse woord om hetgeen men zegt, meer klemtoon te geven wanneer het Tagalog wat vaag lijkt. Soms ook heeft het Spaanse woord het originele Tagalog-woord volledig verdrongen.
Omstreeks de eeuwwisseling kwam er Amerikaanse invloed, en die vindt zijn weerspiegeling in het aanzienlijke aantal Engelse woorden die ook in het Tagalog een plaats hebben gevonden. Men kan zelfs zeggen dat vrijwel alle nieuwe begrippen in het Tagalog een Engelse benaming hebben, aangepast aan het Tagalog. „Basketball spelen” is bijvoorbeeld magbasketbol! „Een bus besturen” is magbus. Soms staat een Engelssprekend persoon verbaasd over de vreemde vormen die woorden uit zijn taal hebben aangenomen. In Manila zal hij misschien de uitdrukking kinokompute horen voor: „het wordt berekend” (Engels: „it is computed”), of nagfofloor wax voor: „vloerwas aanbrengen” (Engels: „putting on floor wax”). Vooral in de omgeving van Manila maakt men een vrijelijk gebruik van Engelse woorden, naast de echte Tagalog-uitdrukkingen en Spaanse woorden.
Deze samensmelting van Engels, Spaans en het inheemse Tagalog treedt echter vooral op de voorgrond bij het gebruik van getallen. U zult dan alle drie de talen vrijwel door elkaar horen gebruiken: het Spaans in het algemeen voor de aanduiding van schriftplaatsen, Spaans en Engels voor het tellen van geld en voor grote getallen, en het Tagalog slechts voor de aanduiding van kleinere getallen, omdat de getalaanduidingen in het Tagalog beduidend langer zijn dan in de andere twee talen.
Nog twee bijzondere aspecten van het Tagalog zijn het vermelden waard. Eén daarvan is de lengte van de taal. Terwijl het Engels van kortheid een deugd schijnt te hebben gemaakt, zijn in het Tagalog sommige woorden en frases zo lang dat openbare sprekers bij het houden van een Engelse lezing in het Tagalog vaak bemerken dat ze hele stukken moeten weglaten. Aan de andere kant zijn er ook veel korte woorden en bovendien bezit de taal, dank zij die lange woorden, een buitengewone klankrijkdom, die vaak een grote waardigheid aan het gesprokene verleent. „Door geloof in de Almachtige” is bijvoorbeeld een beknopte, goede en duidelijke verklaring; maar wat een kracht kan men er niet in leggen wanneer men haar in het Tagalog uitspreekt: „sa pamamagitan ng pananampalataya sa Pinakamakapangyarihan-sa-lahat”!
Het andere aspect dat de meeste nieuwkomers al snel bij het Tagalog opvalt, is de buitengewone achting voor de medemens die erin ligt opgesloten. Er zijn speciale woorden om oudere mensen met respect toe te spreken, en kinderen leren deze gebruiken wanneer ze tot hun ouders praten. Er zijn ook speciale werkwoordsvormen waarmee diverse graden van achting en beleefdheid zijn weer te geven en het gesprek duidelijk onderscheiden kan worden van een familiare conversatie. Bij juist gebruik zijn deze vormen bijzonder aangenaam voor het gehoor.
Ja, het Tagalog is een erg interessante Filippijnse taal, en een belangrijk communicatiemiddel op de 7000 eilanden van de Filippijnen. Jehovah’s Getuigen maken er dan ook een goed gebruik van om het goede nieuws van het Koninkrijk hier te verbreiden. Met het gevolg dat nu al duizenden gebruikers van deze taal verlangend uitzien naar het moment dat zij als een deel van de „grote schare” God lof zullen toeroepen, omdat Hij hen tijdens de vernietiging van dit goddeloze samenstel van dingen veilig heeft bewaard en zij de nieuwe ordening onder het rechtvaardige bestuur van hun Koning Jezus Christus zullen kunnen binnengaan.
[Voetnoten]
a Diksyunaryo Tesauro Pilipino-Inglis, door Jose Villa Panganiban, uitgegeven in 1972.