De rol van samenwerking in de natuur
In de natuur „is overleven even afhankelijk van een goede band met je buren als van groei en voortplanting”. — „Liaisons of Life”.
DE OCEAAN was kalm en rustig. Het enige wat de rust verstoorde, was het kabaal van tientallen zeevogels. Hun opwinding wees erop dat er onder het wateroppervlak iets gaande was. Plotseling werden er luchtbellen zichtbaar, die geleidelijk een witte cirkel vormden. Even later verschenen er twee reusachtige donkere gedaanten in het heldere water in het midden van de cirkel. Het waren twee bultrugwalvissen die met wijd open bek met aan weerszijden baleinen vanuit de diepte oprezen. Toen ze aan de oppervlakte kwamen, sloten ze hun enorme bek, spoten, en doken naar beneden om de voorstelling te herhalen.
De twee bultruggen werkten als een team samen om grote hoeveelheden krill (planktonkreeftjes) bijeen te drijven en op te eten. Alsof ze een onderwaterballet opvoerden, doken de veertig ton wegende zoogdieren onder de kreeftjes en zwommen in een dichte cirkel terwijl ze lucht uit hun spuitgat bliezen. Door deze ingenieuze manoeuvre vormde zich een ’net’ van luchtbellen rond het krill. Toen zwommen de bultruggen recht omhoog, door het midden van hun ’net’, en deden zich te goed aan hun prooi.
Op de vlakten van Afrika werken bavianen en impala’s vaak samen. „De twee soorten vormen een wederzijds alarmsysteem”, zegt het blad Scientific American. De goede reukzin van de impala’s en het scherpe gezichtsvermogen van de bavianen vullen elkaar aan, waardoor het voor roofdieren moeilijk wordt onopgemerkt te naderen. Een soortgelijk partnerschap bestaat er tussen struisvogels, die een scherp gezichtsvermogen hebben, en zebra’s, die goed kunnen horen.
Dit zijn maar een paar van de talloze voorbeelden van samenwerking in de levende wereld om ons heen. Wederzijdse hulp is er op elk levensniveau, van microben tot mensen en tussen gelijksoortige en ongelijksoortige levensvormen. Duizenden jaren geleden observeerde koning Salomo, die een kenner van de natuur was, de simpele mier. Hij schreef: „Ga naar de mier, gij luiaard; zie haar wegen en word wijs. Ofschoon ze geen aanvoerder, beambte of heerser heeft, bereidt ze in de zomer haar voedsel; ze heeft in de oogst haar voedselvoorraden verzameld.” — Spreuken 6:6-8.
Mieren zijn toonbeelden van samenwerking, vlijt en ordelijkheid; vaak slepen ze voorwerpen die veel groter zijn dan zijzelf, samen naar huis. Sommige mieren helpen zelfs gewonde of uitgeputte leden van de kolonie terug naar hun nest. Gezien deze eigenschappen is het geen wonder dat Salomo de mier koos als een voorbeeld dat we kunnen navolgen.
In de volgende artikelen zullen we zien dat samenwerking een basisthema is in het ’boek der natuur’ en dat daardoor leven, inclusief menselijk leven, mogelijk is. We zullen ook meer te weten komen over de tegengestelde rol van de mens, die de natuur exploiteert en vervuilt en die het uitsterven van dieren veroorzaakt. Zal de Schepper toelaten dat dit altijd zo doorgaat?
[Illustratie op blz. 3]
Boven: Bavianen en impala’s vormen een wederzijds alarmsysteem
[Illustratie op blz. 4]
Mieren zijn toonbeelden van samenwerking
[Illustratie op blz. 4]
Er bestaat een partnerschap tussen struisvogels met hun scherpe gezichtsvermogen en zebra’s, die goed kunnen horen