Mexico’s nationale drank
● Toen de Spaanse conquistadores begin zestiende eeuw in Mexico aankwamen, maakten ze kennis met een plaatselijke drank, pulque, die gemaakt werd uit het gegiste sap van de agave. Pulque heeft net als bier een laag alcoholgehalte. Het bevat ook plantaardige eiwitten, koolhydraten, vitaminen en mineralen, en daarom wordt het in veel gebieden als aanvulling op de voeding gezien.
De Spanjaarden, die gewend waren alcohol bij hun maaltijden te drinken, begonnen het agavesap al snel te distilleren tot mescal. Deze sterkedrank werd de voorloper van tequila. Tegenwoordig zijn er tientallen tequiladistilleerderijen in Mexico. Ze produceren jaarlijks bijna 200 miljoen liter tequila, en 40 procent daarvan is bestemd voor de export.
De drank is vernoemd naar de plaats Tequila in de droge hooglanden van de staat Jalisco in het westen van Centraal-Mexico. In dit gebied wordt de blauwe agavea verbouwd, een vetplant die familie is van de lelie. Het duurt wel twaalf jaar voordat een agave volgroeid is, en tijdens dat proces absorbeert de plant veel mineralen. Bij de oogst worden de stekelige bladeren weggesneden, waardoor alleen het ananasvormige hart overblijft, de piña. Dit hart, dat gemiddeld vijftig kilo weegt, bevat het voedzame sap. Er is zo’n zeven kilo piña nodig om één liter tequila te produceren.
Veel Mexicanen drinken tequila puur met een beetje zout en een schijfje limoen. Buitenlanders kennen vaak eerder de margarita, een cocktail van tequila, limoensap en sinaasappellikeur, geserveerd met gestampt ijs in een glas waarvan de rand in zout is gedoopt. Tequilab wordt in zo’n negentig landen verkocht en is daarmee een van de bekendste exportproducten van Mexico.
[Voetnoten]
a Van de 136 agavesoorten in Mexico worden er verschillende gebruikt voor de productie van pulque en andere alcoholische dranken. Maar voor tequila wordt alleen de blauwe agave gebruikt.
b Een matig gebruik van alcohol wordt in de Bijbel niet veroordeeld (Psalm 104:15; 1 Timotheüs 5:23). De Bijbel veroordeelt wel overmatig drankgebruik en dronkenschap (1 Korinthiërs 6:9, 10; Titus 2:3).