DEEL 4
De Auteur van het unieke boek
HOEWEL zo’n 96 procent van de Amerikanen zegt in God te geloven, ligt dat percentage onder Europeanen en Aziaten veel lager. Maar zelfs in landen waar de meerderheid verklaart niet in een persoonlijke God te geloven, aanvaarden heel wat mensen de gedachte dat de een of andere onbekende kracht het ontstaan van het stoffelijke heelal heeft veroorzaakt. De bekende Japanse opvoedkundige Yukichi Fukuzawa, wiens portret op het bankbiljet van 10.000 yen prijkt, heeft eens geschreven: „Men zegt dat de hemel geen mens hoger of lager dan een ander mens schept.” Met het woord „hemel” doelde Fukuzawa op een natuurwet waardoor volgens hem de mensen tot bestaan zijn gekomen. Velen aanvaarden de gedachte van zo’n abstracte „hemel”, zoals de Nobelprijswinnaar Kenichi Fukui. Hij bracht geloof tot uitdrukking in een grote samenhang in het heelal — equivalent aan „God” in religieuze terminologie — maar hij sprak erover als de „eigenaardigheid van de natuur”.
2 Deze intellectuelen geloofden dat een eeuwig iets of iemand alles in het heelal in beweging heeft gezet. Waarom? Beschouw het volgende eens: De zon is een ster die zo groot is dat ze een miljoen aardes kan bevatten, maar ze is slechts een stipje in het Melkwegstelsel. Het Melkwegstelsel is op zijn beurt slechts een van de miljarden sterrenstelsels in het heelal. Wetenschappelijke waarnemingen schijnen erop te duiden dat deze sterrenstelsels zich met grote snelheid van elkaar verwijderen. Er moet een enorme hoeveelheid dynamische energie bij betrokken zijn geweest om het heelal in beweging te zetten. Wie of wat was de bron van die energie? „Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen?”, zegt de bijbel. „Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt, ze alle zelfs bij name roept. Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan” (Jesaja 40:25, 26). Deze tekst geeft aan dat er iemand is geweest die het heelal in beweging zette — de Bron van de „dynamische energie”.
3 Denk ook eens aan het leven op aarde. Zou het leven vanzelf ontstaan kunnen zijn, zoals evolutionisten beweren? De biochemicus Michael Behe zegt: „De natuurwetenschap heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt in het begrijpen van de chemische werking van het leven. Maar de verfijnde en complexe structuur van de biologische systemen op moleculair niveau . . . smoorden de pogingen van de wetenschap om hun oorsprong te verklaren in de kiem. . . . Een groot aantal wetenschappers heeft vol enthousiasme gesteld dat verklaringen reeds voorhanden zijn, of dat die zich spoedig of uiteindelijk zullen aandienen, maar zulke stellingen worden niet verkondigd . . . in de professionele wetenschappelijke literatuur. Sterker nog, op grond van de structuur van de systemen zelf is er voldoende aanleiding te geloven dat een darwinistische verklaring voor de mechanismen van het leven eeuwig ongrijpbaar zal blijken.”
4 Stelt de theorie dat menselijk leven zonder enige intellectuele drijfkracht is ontstaan, u echt tevreden? Laten we als voorbeeld eens iets nemen wat door sommigen „het meest complexe object in het universum” is genoemd, het menselijk brein, en zien tot welke conclusies we kunnen komen. „De prestaties van zelfs de meest geavanceerde neuraal-netwerkcomputers”, zegt dr. Richard M. Restak, „zijn ongeveer een tienduizendste van het . . . vermogen van een huisvlieg.” Het brein van een mens is verre superieur aan dat van een huisvlieg. Het is geprogrammeerd om talen te leren. Het repareert zichzelf, herschrijft programma’s en verbetert zijn capaciteit. U zult het er ongetwijfeld mee eens zijn dat zelfs een krachtige supercomputer met slechts „een tienduizendste van het . . . vermogen van een huisvlieg” een intelligente ontwerper heeft. Hoe staat het dan met het menselijk brein?a
5 Zo’n 3000 jaar geleden, in een tijd waarin mensen de wonderen van hun fysieke structuur niet volledig begrepen, mediteerde een bijbelschrijver over de bouw van het menselijk lichaam en zei: „Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt. Uw werken zijn wonderbaar, zoals mijn ziel zeer wel weet.” Zonder iets van DNA-moleculen af te weten schreef hij: „Uw ogen zagen zelfs het embryo van mij, en in uw boek waren alle delen ervan beschreven” (Psalm 139:14, 16). Over wie sprak hij? Wie heeft alles in het heelal voortgebracht door middel van „de overvloed van dynamische energie”?
6 Het allereerste vers van de bijbel zegt: „In het begin schiep God de hemel en de aarde” (Genesis 1:1). Hij is ook de Auteur van de bijbel, Degene die de inhoud ervan heeft geïnspireerd. Hij openbaart zich als een persoon met wie we een zinvolle band kunnen hebben.
a U zult het prettig vinden verdere details te lezen in hoofdstuk 2 tot en met 4 van het boek Is er een Schepper die om u geeft?, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.