LES 53
Publiek aanmoedigen en sterken
ONGEACHT hun problemen moeten dienstknechten van God in de christelijke gemeente aanmoediging kunnen vinden. Met het oog daarop dienen vooral ouderlingen ervoor te zorgen dat hun lezingen en raad aanmoedigend zijn. De ouderlingen moeten „als een wijkplaats voor de wind blijken te zijn en een schuilplaats voor de slagregen, als waterstromen in een waterloos land, als de schaduw van een zware, steile rots in een uitgeput land”. — Jes. 32:2.
Als je ouderling bent, verschaffen je lezingen dan verkwikking en vertroosting? Sterken ze degenen die Jehovah getrouw trachten te dienen? Verschaffen ze kracht om te volharden in het doen van Gods wil ondanks haast algemene apathie of tegenstand? En als sommigen onder je toehoorders terneergeslagen zijn, financiële problemen kennen door een slechte economie, of strijden tegen een ernstige ziekte waarvoor de medische wetenschap geen oplossing heeft? Je kunt ’je broeders sterken met de woorden van je mond’. — Job 16:5.
Gebruik de gelegenheid die je als spreker hebt om je broeders en zusters te helpen zich voor hoop en kracht te verlaten op Jehovah en de voorzieningen die hij getroffen heeft. — Rom. 15:13; Ef. 6:10.
Herinner aan wat Jehovah heeft gedaan. Een belangrijke manier om anderen te bemoedigen is te laten zien hoe Jehovah zijn volk in het verleden door moeilijkheden heen heeft geholpen. — Rom. 15:4.
Jehovah zei Mozes Jozua ’aan te moedigen en te sterken’ voordat Israël het Beloofde Land zou binnengaan, dat op dat moment door vijandige naties bewoond werd. Hoe deed Mozes dat? In Jozua’s aanwezigheid herinnerde Mozes de hele natie aan de dingen die Jehovah voor hen had gedaan toen ze Egypte verlieten (Deut. 3:28; 7:18). Mozes vermeldde ook de overwinningen op de Amorieten die Jehovah hun had geschonken. Toen zei Mozes tot Jozua: „Wees moedig en sterk” (Deut. 31:1-8). Wanneer je je broeders wilt aanmoedigen, help je hen dan kracht te putten uit de herinnering aan wat Jehovah al voor hen heeft gedaan?
Soms raken personen zo overweldigd door hun problemen dat ze zich afvragen of ze ooit de zegeningen van het Koninkrijk zullen beleven. Herinner hen aan de betrouwbaarheid van Jehovah’s beloften. — Joz. 23:14.
In sommige landen hebben onze broeders te maken met regeringsbepalingen die het prediken van het goede nieuws verbieden. In zulke gevallen kunnen liefdevolle ouderlingen medegelovigen helpen kracht te putten uit de ervaringen van de apostelen van Jezus Christus (Hand. 4:1–5:42). En aandacht besteden aan de manier waarop God de gebeurtenissen manoeuvreerde die in het boek Esther opgetekend staan, zal de broeders beslist met moed bezielen.
Soms zijn er personen die gemeentevergaderingen bezoeken maar geen verdere vorderingen maken. Ze zijn wellicht van mening dat God hun nooit vergeving zou kunnen schenken omdat hun vroegere levenswijze zo slecht was. Misschien zou je kunnen vertellen hoe Jehovah met koning Manasse handelde (2 Kron. 33:1-16). Ook zou je kunnen vertellen van mensen in het oude Korinthe die hun manier van leven veranderden, christenen werden en door God rechtvaardig werden verklaard. — 1 Kor. 6:9-11.
Hebben bepaalde personen het idee dat de moeilijkheden die ze ondervinden, erop wijzen dat ze Gods gunst verloren hebben? Je zou hen kunnen herinneren aan wat Job meemaakte en hoe hij rijk werd gezegend omdat hij zijn rechtschapenheid jegens Jehovah bewaarde (Job 1:1-22; 10:1; 42:12, 13; Ps. 34:19). Jobs valse vertroosters hadden ten onrechte betoogd dat Job de een of andere zonde begaan moest hebben (Job 4:7, 8; 8:5, 6). Daar staat tegenover dat toen Paulus en Barnabas de discipelen sterkten en „hen aanmoedigden in het geloof te blijven”, ze zeiden: „Wij moeten door veel verdrukkingen heen het koninkrijk Gods binnengaan” (Hand. 14:21, 22). Evenzo kun je thans degenen die beproevingen ondergaan, sterken door erop te wijzen dat van alle christenen volharding onder verdrukking wordt verlangd en dat die van grote waarde is in de ogen van God. — Spr. 27:11; Matth. 24:13; Rom. 5:3, 4; 2 Tim. 3:12.
Moedig je luisteraars aan na te denken over manieren waarop Jehovah zijn beloften in hun eigen leven vervuld heeft. Met wat hulp zullen ze waarschijnlijk zien hoe Jehovah al ten behoeve van hen persoonlijk gehandeld heeft, precies zoals hij beloofd heeft. In Psalm 32:8 lezen we: „Ik zal u inzicht schenken en u onderrichten in de weg die gij dient te gaan. Ik wil raad geven met mijn oog op u.” Door je luisteraars te helpen zich te binnen te brengen hoe Jehovah hen heeft geleid of gesterkt, zul je hen in staat stellen op een heel persoonlijke manier te beseffen dat Jehovah zich om hen bekommert en dat hij hen beslist door alle beproevingen heen zal helpen die ze op het moment meemaken. — Jes. 41:10, 13; 1 Petr. 5:7.
Betoon je verheugd over wat God nu doet. Als je je broeders probeert aan te moedigen, vestig dan de aandacht op wat Jehovah nu doet. Door over die dingen te spreken op een manier die toont dat ze je vreugdevol stemmen, zul je soortgelijke gevoelens in het hart van je luisteraars oproepen.
Beschouw hoe Jehovah ons helpt het hoofd te bieden aan de druk van het leven. Hij geeft aan wat de beste manier van leven is (Jes. 30:21). Hij verklaart waarom er misdaad, onrecht, armoede, ziekte en dood bestaan en vertelt ons hoe hij een eind gaat maken aan dat alles. Hij omringt ons met een liefdevolle broederschap. Hij verleent ons het kostbare voorrecht van gebed. Hij vertrouwt ons het voorrecht toe zijn Getuigen te zijn. Hij opent onze ogen zodat we zien dat Christus al in de hemel op de troon is geplaatst en dat de laatste dagen van het oude samenstel snel ten einde lopen. — Openb. 12:1-12.
Voeg bij die zegeningen onze gemeentevergaderingen, kringvergaderingen en congressen. Wanneer je in je spreken over deze voorzieningen van grote waardering ervoor blijk geeft, zul je anderen sterken in hun vaste voornemen het vergaderen met hun broeders niet te verwaarlozen. — Hebr. 10:23-25.
Berichten waaruit Jehovah’s zegen op onze inspanningen in de velddienst blijkt, zijn eveneens een bron van kracht. In de eerste eeuw wisten Paulus en Barnabas, op hun reis naar Jeruzalem, ’alle broeders grote vreugde te bereiden’ door in bijzonderheden te vertellen over de bekering van mensen uit de natiën (Hand. 15:3). Jij kunt de broeders ook vreugde schenken door opbouwende ervaringen met hen te delen.
Ook aanmoedigend is het wanneer mensen geholpen worden in te zien dat wat ze doen waardevol is. Prijs hen voor het aandeel dat ze hebben in de christelijke bediening. Prijs degenen wier activiteit sterk wordt beperkt door ouderdom en ziekte maar die getrouwe volharding tonen. Herinner hen eraan dat Jehovah de liefde die ze voor zijn naam hebben getoond, niet vergeet (Hebr. 6:10). Geloof dat is beproefd, is een zeer kostbaar bezit (1 Petr. 1:6, 7). Onze broeders moeten geholpen worden dat niet te vergeten.
Spreek met gevoel over onze hoop. De geïnspireerde beloften van toekomstige dingen zijn een belangrijke bron van aanmoediging voor allen die God liefhebben. Misschien hebben de meesten in je publiek er vaak over horen spreken. Maar door de waardering die je toont wanneer je over deze beloften spreekt, kun je ze tot leven brengen, kun je vertrouwen inboezemen in de vervulling ervan, en kun je harten doen overvloeien van dankbaarheid. Het toepassen van wat je op de theocratische bedieningsschool hebt geleerd, kan je daarbij helpen.
Jehovah zelf is de Grote Gever van aanmoediging en kracht voor zijn volk. Maar je kunt met hem samenwerken door zulke zegeningen over te brengen. Maak wanneer je de gemeente toespreekt, een goed gebruik van de mogelijkheid om dat te doen.