LES 17
Hoe helpen kringopzieners ons?
In de christelijke Griekse Geschriften worden Barnabas en de apostel Paulus vaak genoemd. Ze waren reizende opzieners en bezochten de gemeenten in de eerste eeuw. Waarom deden ze dat? Ze waren oprecht geïnteresseerd in het welzijn van hun geestelijke broers en zussen. Paulus zei dat hij de broeders wilde bezoeken ‘om te kijken hoe het met ze ging’. Hij was bereid honderden kilometers af te leggen om ze te versterken (Handelingen 15:36). Onze reizende opzieners hebben hetzelfde verlangen.
Ze komen om ons op te bouwen. Een kringopziener bezoekt ongeveer twintig gemeenten en brengt met elke gemeente twee keer per jaar een week door. We kunnen veel leren van deze broeders, en ook van hun vrouwen. Ze doen veel moeite om jong en oud te leren kennen, en ze gaan graag met ons mee in de velddienst en naar personen aan wie we Bijbelles geven. Deze opzieners brengen samen met de ouderlingen herderlijke bezoeken en ze bouwen ons op met versterkende lezingen tijdens bijeenkomsten (Handelingen 15:35).
Ze hebben belangstelling voor iedereen. Kringopzieners zijn heel geïnteresseerd in hoe het op geestelijk gebied met de gemeenten gaat. Ze vergaderen met de ouderlingen en dienaren om de vorderingen van de gemeente te bespreken en praktisch advies over hun taken te geven. Ze helpen de pioniers om hun dienst tot een succes te maken. Ze willen ook graag nieuwelingen leren kennen en zijn geïnteresseerd in hun geestelijke groei. Al deze broeders zetten zich helemaal in om ‘met ons mee te werken in ons belang’ (2 Korinthiërs 8:23). Het is goed om hun geloof en toewijding aan God na te volgen (Hebreeën 13:7).
Met welk doel bezoeken kringopzieners de gemeenten?
Wat voor nut kunnen hun bezoeken voor je hebben?