NIKOPOLIS
(Niko̱polis) [Stad der overwinning].
Een stad waar de apostel Paulus op een van zijn reizen besloot te overwinteren en waarheen hij Titus aanspoorde te komen (Tit 3:12). De in de King James Version vermelde opmerking aan het einde van Paulus’ brief aan Titus dat de brief geschreven is „vanuit Nicopolis, in Macedonië”, komt in de oudste handschriften niet voor. Klaarblijkelijk schreef Paulus zijn brief niet in Nikopolis, want uit Titus 3:12 blijkt dat Paulus zich daar nog niet bevond, maar alleen besloten had er te overwinteren.
Van de diverse steden uit de oudheid die de naam Nikopolis droegen, schijnt het Nikopolis in Epirus, gelegen op een schiereiland in het NW van Griekenland en ongeveer 10 km ten N van Préveza, het beste in het bijbelse verslag te passen. Aangezien Nikopolis een belangrijke stad was, zou ze voor Paulus een geschikte plaats zijn geweest om het goede nieuws bekend te maken en was ze zowel voor Paulus (die zich destijds waarschijnlijk in Macedonië bevond) als voor Titus (die op Kreta was) gunstig gelegen. Mogelijk werd Paulus in Nikopolis gearresteerd en vervolgens naar Rome gebracht, waar hij voor de laatste maal in gevangenschap was en waar hij werd terechtgesteld.
Octavianus (Augustus) stichtte Nikopolis ter herinnering aan zijn op Antonius en Cleopatra behaalde overwinning in de zeeslag (van 31 v.G.T.) bij het nabijgelegen Actium. De Actische Spelen die door hem werden ingesteld ter ere van de god Apollo hadden ook ten doel deze gebeurtenis te herdenken. De stad zelf bevond zich op de plaats van het Romeinse legerkamp, en daar waar de tent van Octavianus had gestaan, bouwde hij een tempel voor de god Neptunus. Volgens de geschiedschrijver Josephus werden de meeste openbare gebouwen van de stad met de steun en financiële hulp van Herodes de Grote opgericht. — De joodse oudheden, XVI, v, 3.