SESBAZZAR

(Se̱sbazzar).

Een persoon die door koning Cyrus was aangesteld over de eerste ballingen die uit Babylon terugkeerden. Toen Sesbazzar de joden op hun terugtocht begeleidde, bracht hij het gouden en zilveren gerei mee dat Nebukadnezar uit de tempel had geroofd. In Jeruzalem aangekomen, legde Sesbazzar de fundamenten voor de tweede tempel. — Ezr 1:7-11; 5:14-16.

Over de vraag of Sesbazzar en de stadhouder Zerubbabel dezelfde persoon waren of dat het hierbij om twee verschillende personen ging, zijn de meningen enigszins verdeeld. Sommigen vermoeden dat Sesbazzar dezelfde is als de in 1 Kronieken 3:18 genoemde Senassar, de zoon van koning Jojachin, aangezien er een zekere overeenkomst tussen de beide namen bestaat en omdat in de meeste vertalingen in Ezra 1:8 Sesbazzars titel „vorst van Juda” voorkomt. Deze theorie is echter zeer zwak, want de overeenkomst in de namen is niet groot, en Zerubbabel, een kleinzoon van Jojachin, had evenveel recht op de titel „vorst [„overste”, NW] van Juda” als een nakomeling uit de eerste generatie.

Sommige hedendaagse geleerden hebben, in een poging om Sesbazzar en Zerubbabel als afzonderlijke personen te identificeren, gezegd dat Cyrus aanvankelijk Sesbazzar als stadhouder aanstelde, maar dat later, tijdens de regering van Darius, Sesbazzar door Zerubbabel werd opgevolgd en dat daarom de bouw van de tempel aan Zerubbabel wordt toegeschreven.

Het schijnt meer voor de hand te liggen dat Sesbazzar dezelfde is als Zerubbabel, en de meeste geleerden en naslagwerken brengen de namen aldus met elkaar in verband. Beschouw de volgende vergelijkingspunten eens: Over het algemeen wordt datgene wat aan Sesbazzar wordt toegeschreven in de twee passages waarin hij met name wordt genoemd, op andere plaatsen aan Zerubbabel toegekend. Beiden worden met de titel „stadhouder” aangeduid (Ezr 1:11; 2:1, 2; 5:2, 14, 16; Hag 1:1, 14; 2:2, 21; Za 4:9). Zerubbabel wordt als leider van de terugkerende ballingen erkend; de naam „Sesbazzar” komt in deze lijst zelfs niet voor. — Ezr 2:2; 3:1, 2.

De naam Sesbazzar schijnt een officiële of Babylonische naam geweest te zijn die men Zerubbabel gaf, net zoals Daniël en anderen aan het hof een officiële naam ontvingen (Da 1:7). „Sesbazzar” is meer een typisch Chaldeeuwse naam dan „Zerubbabel”. In Ezra 5:14-16 wordt een ambtelijk schrijven geciteerd, en in Ezra hoofdstuk 1 is vlak voor de vermelding van de naam „Sesbazzar” het officiële edict van Cyrus aangehaald, wat er wellicht de reden voor is dat in deze passages de mogelijk officiële naam wordt gebruikt.