SIN
[שׂ], Sjin [שׁ].
De 21ste letter van het Hebreeuwse alfabet. Deze letter werd gebruikt om twee klanken weer te geven, en later werden deze klanken door een diacritisch teken van elkaar onderscheiden. Een punt boven de linker-„arm” [שׂ] stond voor de uitspraak „s”, terwijl een punt boven de rechter-„arm” [שׁ] de uitspraak „sj” aangaf.
In het Hebreeuws begint elk van de acht verzen van Psalm 119:161-168 met deze letter.