HUID, VEL
Het buitenste bekleedsel van het menselijk en dierlijk lichaam. De huid wordt als een orgaan van het lichaam geclassificeerd en speelt een belangrijke rol bij veel functies die tot het welzijn van het lichaam bijdragen. De huid biedt bijvoorbeeld bescherming, reguleert de lichaamstemperatuur en verwijdert bepaalde afvalstoffen.
In de bijbel wordt over huidziekten gesproken (Le 13:1-46; 21:20; De 28:27) en over de slechte uitwerking die ziekte en honger op de huid kan hebben. — Job 7:5; 30:30; Klg 4:8; 5:10.
Volgens de Wet moest de huid van dieren die voor bepaalde zondeoffers waren gebruikt, buiten de legerplaats van Israël of buiten de poort van Jeruzalem worden verbrand (Ex 29:14; Le 4:11, 12; 8:17; 9:11; 16:27; Heb 13:11). De priester kreeg de huid van een dier dat door een Israëliet als brandoffer was aangeboden. — Le 7:8.
Jehovah voorzag Adam en Eva na de zondeval van lange kleren van dierevel om hun naaktheid te bedekken (Ge 3:21). Sommigen, in het bijzonder enkele profeten, zowel ware (2Kon 1:8) als valse profeten (Za 13:4), gebruikten onbewerkte huiden als kleding. Dierehuiden gebruikte men ook voor het vervaardigen van sandalen (Ez 16:3, 10), tassen (1Sa 17:40) en zakken voor water, melk en wijn (Ge 21:14; Joz 9:13; Re 4:19; Mt 9:17), als trommelvellen en mogelijk als klankbodem voor de neʹvel of het „snaarinstrument” (Jes 5:12). De tabernakel werd met dierevellen bedekt. — Ex 25:2, 5; 26:14; 35:7, 23; 36:19.
De huid van schapen, geiten of kalveren werd ook als schrijfmateriaal gebruikt. — Zie PERKAMENT.
Figuurlijk gebruik. Satan zei over Job tot Jehovah: „Huid voor huid, en al wat een mens heeft, zal hij geven voor zijn ziel” (Job 2:4). Aldus trok de Duivel de rechtschapenheid van de mens in twijfel door te beweren dat Job God zou vervloeken indien zijn fysieke welzijn werd aangetast.
Job zelf zei: „Ik ontkom met de huid van mijn tanden” (Job 19:20). Vertalers hebben andere vertolkingen van deze schriftplaats voorgesteld, maar die zouden veranderingen in de Hebreeuwse tekst vereisen. Het schijnt niet nodig te zijn te trachten Jobs woorden uit te leggen in het licht van ontdekkingen die geleerden de laatste jaren met behulp van microscopen hebben gedaan. Het schijnt dat Job eenvoudig wilde zeggen dat hij met niets of bijna niets was ontkomen. Hij was ontkomen met de huid van zijn tanden, dat wil zeggen, met de „huid” van iets wat geen huid schijnt te hebben.