STEFANAS
(Ste̱fanas) [van een grondwoord dat „kroon; krans” betekent].
Een rijpe christen in de gemeente in Korinthe, de hoofdstad van de Romeinse provincie Achaje in Z-Griekenland. Paulus zelf doopte het huisgezin van Stefanas als de „eersteling” van zijn bediening in die provincie (1Kor 1:16; 16:15). Zo’n vijf jaar later, omstreeks 55 G.T., bezocht Stefanas samen met twee andere broeders uit Korinthe Paulus in Efeze, en mogelijk heeft Paulus van hen over de bedroevende toestanden vernomen waarvan hij in zijn eerste canonieke brief aan de Korinthiërs melding maakte (1Kor 1:11; 5:1; 11:18). Het kan ook zijn dat deze brief door hen in Korinthe werd afgeleverd. — 1Kor 16:17.