ZAKKAI
(Za̱kkai) [misschien een verkorte vorm van Zacharia, wat „Jehovah is gedachtig geweest” betekent].
Stichter van een familie in Israël. In 537 v.G.T. keerden 760 van zijn mannelijke nakomelingen uit de Babylonische ballingschap terug. — Ezr 2:1, 2, 9; Ne 7:14.