BORSTBAND.
Een sjerp of gordel die een bruid op de huwelijksdag droeg. Dit kenmerkte haar status als gehuwde vrouw. Als Israëls „echtgenoot” illustreert Jehovah de zondigheid en de buitengewone minachting die het volk jegens hem aan de dag legde, door te zeggen: „Kan een maagd haar sieraden vergeten, een bruid haar borstbanden? Maar mijn eigen volk — zij hebben mij talloze dagen vergeten.” Voor de Israëlieten had God hun grootste sieraad moeten zijn, maar zij hadden hem verlaten en waren andere goden achternagelopen. — Jer. 2:32; Jes. 3:20; vergelijk Jesaja 49:18.