HIGGAJON
(Higgajo̱n).
Een translitteratie van de Hebreeuwse uitdrukking hig·ga·jōnʹ, die door lexicografen als een muziektechnische aanwijzing wordt opgevat (Ps. 9:16). Het wordt al naar gelang de context waarin het in de Hebreeuwse tekst voorkomt, op verscheidene manieren weergegeven, bijvoorbeeld met „overdenking”, „meditatie”, „gedachten”, „klank”, „snarenspel”, „weerklinkende muziek”, „gemompel” en „gefluister” (Ps. 19:14 [15]; 92:3 [4]; Klaagl. 3:62, Lu, LV, NBG, NW, PC, SV). Over de precieze betekenis van het woord Higgajon in Psalm 9:16 bestaan de meest uiteenlopende meningen, maar het aannemelijkst schijnt de opvatting te zijn dat het in dit geval hetzij op een plechtig harptussenspel in lage tonen of op een plechtige pauze ter meditatie duidt.