Nieuwe-Wereldmaatschappij aangevallen uit het verre Noorden
’Zeg tot Gog: Zo zegt de Here Jehovah: zult gij het niet gewaar worden, te dien dage als mijn volk Israël in gerustheid woont? Dan zult gij komen uit uw woonplaats uit het verre Noorden.’ — Ezech. 38:14, 15, NBG, AS.
DE TIJD komt naderbij waarin alle natiën getuige zullen zijn van een machtsvertoon zoals de mensheid in alle duizenden jaren van haar bestaan nog nimmer heeft gezien. Het zal een plotselinge manifestatie van overweldigende macht zijn van achter een uiterlijke schijn van zwakheid vandaan. Alhoewel dit machtsvertoon de natiën treft wanneer ze het hoogtepunt van hun gecombineerde kracht hebben bereikt, zullen ze er tot eeuwige schande en verachting door worden gesteld. Het zal nog wonderbaarlijker zijn omdat het ten behoeve zal zijn van degenen die ogenschijnlijk machteloos zijn en physiek niet tegen die natiën, wanneer deze hen aanvallen, opgewassen zijn. Het zal een machtige vijand aan de kaak stellen die lange tijd onder een mystieke naam heeft bekendgestaan en wiens identiteit daarom een mysterie was. Het zal een tentoonspreiding zijn van de vernietigende kracht van de enige die in staat is deze vijand het hoofd te bieden en het zal eeuwige glorie voor zijn naam brengen. Het zal hem verhogen tot de hoogste in de achting van allen die het voorrecht hebben deze ontzagwekkende vertoning van goddelijke macht te overleven. Het zal een blijvende uitwerking hebben ten behoeve van de rechtvaardige, vredige wereld en thans wordt er op aarde een Nieuwe-Wereldmaatschappij gevormd welke in die rechtvaardige, vredige wereld zal leven. Binnenkort kan deze maatschappij verwachten het voorwerp te zijn van de aanval door deze vreselijke vijand, maar ook getuige te zijn van zijn nederlaag door hun onoverwinlijke God en levend te worden overgebracht in de gezegende nieuwe wereld.
2 Indien een aanval op een vredige, argeloze, welwillende maatschappij zo belangrijk was, dat hij meer dan vijf en twintig honderd jaar geleden werd voorzegd, is het des te belangrijker voor ons de aanval thans te beschouwen, nu hij op het punt staat te worden gedaan. De aanvaller stond in de voorzegging bekend onder de naam Gog.a Jehovah God gaf deze gewelddadige aanvaller deze geheimzinnige naam. Sedert die tijd hebben Bijbelonderzoekers zich steeds het hoofd gebroken met de toepassing van de naam. Nu de tijd is naderbijgekomen waarin wij hetzij tegen de aanval opstaan als een lid van de Nieuwe-Wereldmaatschappij of anders in de organisatie van aanval verstrikt geraken, is het raadzaam voor ons de kenmerken van deze vijand te onderzoeken en vast te stellen wie het is, terwijl wij voor leiding bij het vaststellen hiervan naar de Gever en Uitlegger van profetieën opzien. De Nieuwe-Wereldmaatschappij heeft werkelijk de plicht dit te doen want ze moet een bezielende profetie uit de bladzijden van Gods Woord in de mond nemen en haar in deze kritieke tijd tegen Gog uitspreken. Zoals er staat geschreven: „Het woord van de HERE [Jehovah] kwam tot mij, zeggende: ’O sterfelijke mens, zet uw aangezicht tegen Gog, van het land van Magog, de grote vorst van Mesech en Tubal, en profeteer tegen hem, en zeg: „Zo zegt de Here GOD [Jehovah].”’” — Ezech. 38:1-3, AT.
3 De Nieuwe-Wereldmaatschappij is reeds sedert lange tijd verbonden met het Watch Tower Bible and Tract Society, dat jarenlang belang heeft gesteld in het onderwerp omtrent Gog en heeft getracht het te begrijpen. Destijds in 1897 publiceerde het Watch Tower Society het vierde deel van de Schriftstudiën (in het Engels), dat eerst „De dag der wraak” werd getiteld en later van titel werd veranderd en „De krijg van Armageddon” werd genoemd. In hoofdstuk elf zette dit boek uiteen dat de tot het land Palestina herstelde natie Israël het voorwerp van Gogs aanval zou zijn en, op bladzijde 554, zeide het: „Israël zal ten slotte door legerscharen van onbarmhartige plunderaars worden gelegerd, door de profeet aangeduid als de legerscharen van Gog en Magog (Ezech. 38), en groot zal de ellende van het weerloze Israël zijn.” Meer dan dertig jaar later werden de Bijbelse profetieën verder onderzocht in het licht der gebeurtenissen die sedert 1914 waren geschied, en er werd onthuld dat niet de Israëlieten naar het vlees, maar de Christenen die innerlijk Israëlieten zijn, geestelijke Israëlieten, het volk zijn dat het mikpunt zou zijn van Gogs aanval uit het verre Noorden. In 1932 publiceerde het Watch Tower Society het tweede boek van een Engelse serie getiteld „Rechtvaardiging”. Dit boek behandelde een gedeelte van Ezechiëls profetie en, zonder dogmatisch te willen zijn met betrekking tot de identiteit van Gog, kwam men op bladzijde 311 tot deze gevolgtrekking omtrent hem: „Gog is een van de vorsten in Satans organisatie, voor menselijke ogen natuurlijk onzichtbaar, en mogelijk bezit hij de macht zich in menselijke gedaante te materialiseren. Het land van Magog beeldt het geestelijke of onzichtbare rijk van Satan af en hierbij inbegrepen zijn Gog en alle goddeloze engelen in zijn afdeling van Satans organisatie, en die ’heerschappij voeren over de gehele aarde’.” Sindsdien zijn er een en twintig jaar verstreken en in de tussentijd zijn vele profetieën die de Heilige Schrift duidelijk maken, in vervulling gegaan; en is onze gevolgtrekking in deze tijd dezelfde als bovengenoemde? Voor een op feiten berustend en Schriftuurlijk antwoord dient het volgende artikel te worden gelezen.
[Voetnoten]
a „Sommigen brengen de naam in verband met de Sumerische aanduiding voor Duisternis (gug). Voor Ezechiël is Gog de koning uit het Noorden, waar de gevreesde Scythen leven, een symbolische naam voor machtige vijanden. — Bibel-Lexikon (Duits), Haag.