De moderne geschiedenis van Jehovah’s getuigen
Deel 7: Een nieuw bestuur tijdens de 1ste Wereldoorlog
HET nieuwe bestuur onder Joseph F. Rutherford begon in 1917 onmiddellijk met de reorganisatie van het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap in Brooklyn, New York; ook werden er veranderingen aangebracht in de velddienst, om een halt toe te roepen aan de achteruitgang van het getuigeniswerk in verband met het Koninkrijk.a De „pelgrim”-dienst werd van 69 tot 93 reizende vertegenwoordigers van het Genootschap uitgebreid, ten einde de meer dan duizend gemeenten van dienaren die zich aan Jehovah hadden opgedragen, te bezoeken en geestelijk te versterken. De vrijwilligersdienst, waarbij zo nu en dan op zondagen voor de kerken en geregeld bij het van-huis-tot-huis-brengen van bezoeken traktaten werden uitgereikt, werd gestimuleerd, hetgeen tot resultaat had dat er in 1917 alleen al 28.665.000 gratis exemplaren werden verspreid van de nieuwe, vier pagina’s tellende, nummers van The Bible Students Monthly. Het zogenaamde „pastorale werk” werd met grotere voortvarendheid aangepakt, welke nieuwe activiteit voor Russells dood was begonnen als een soort van voorloper van ons huidige nabezoekwerk.
„In het algemeen zal de activiteit bestaan in het bezoeken van genoemde adressen [die men bij openbare lezingen en vertoningen van het Photo-Drama der Schepping had ontvangen], het vaststellen of er belangstelling is, het wegnemen van vooroordeel, het uitlenen van [boeken]; en het allerbelangrijkste van het plan is, zo veel mogelijk personen dermate belangstellend te maken, dat zij willen bijeenkomen in klassen . . . en later geregelde Bereaanse klassen vormen.”b
De colporteursdienst (pioniersdienst) werd uitgebreid van 372 tot 461, en in het voorjaar van 1917 werd er voor het eerst een Bulletin uitgegeven dat periodiek dienstinstructies bevatte van het hoofdbureau aan de pionier welk hulpmiddel een voorloper van de huidige Informateur was.c Voorts werden er verscheidene regionale congressen gehouden, hetwelk een onderdeel was van deze grote oplevingsveldtocht. Verder legde men de nadruk op de V.D.M.-vragenregeling (Verbi Dei Minister of Bedienaar van het Woord van God), opdat de manlijke verbondenen zouden worden aangemoedigd zich zelf tot betere bedienaars van Gods Woord op te leiden. Dit hield in dat er een schriftelijk proefwerk werd gehouden dat bestond uit tweeëntwintig bijbelse vragen, welke men verzocht schriftelijk te beantwoorden en naar het hoofdbureau te Brooklyn op te zenden, opdat men kon nagaan of zij de bekwaamheden bezaten als V.D.M. op te treden.d Dit alles leidde er toe dat het jaar 1917 een toename in de werkzaamheden in het veld te zien gaf.
Niet allen vonden er vreugde in het nieuwe bestuur van het Wachttorengenootschap te volgen bij het opvoeren van het getuigeniswerk. Van het begin in 1917 af, waren er verscheidene leiders die ambitieus haakten naar het tot zich trekken van de bestuurscontrole. Zij werden moeilijk in de samenwerking. Een prominente spreker die van het hoofdbureau te Brooklyn was uitgezonden, moest van zijn toewijzing in Engeland worden teruggeroepen, omdat hij daar arrogant aanspraak maakte op bestuursbevoegdheden die hem nimmer waren verleend. Hij veroorzaakte verdeeldheid onder de Britse gemeenten van Jehovah’s volk. Nadat hij in Bethel-Brooklyn was teruggekeerd, begonnen hij en vier andere vooraanstaande leden van de familie verdeeldheid brengende strijdvragen op te werpen. Op 17 juli 1917 kondigde Rutherford, de president van het Genootschap, bij het middagmaal in het Bethelhuis in Brooklyn aan dat het lang verwachte zevende deel in de reeks Schriftstudiën, getiteld „The Finished Mystery” [„Het voltooide geheim van God”], verkrijgbaar zou worden gesteld.e „Broeder Russell heeft er vaak over gesproken het zevende deel te schrijven, en een van zijn laatste opmerkingen dienaangaande, kwam hierop neer: ’Wanneer ik ook de sleutel er toe zal vinden, zal ik het zevende deel schrijven; en geeft de Here de sleutel aan iemand anders, dan kan hij het schrijven.’”f
Maanden daaraan voorafgaand, hadden twee nauwkeurige bijbelkenners, Fisher en Woodworth, ijverig gewerkt aan het bijeenbrengen van een commentaar op de bijbelboeken Ezechiël en Openbaring uit de vroegere publikaties van het Genootschap. Deze verzameling vormde het nieuwe boek. De vrijgeving van The Finished Mystery ontlokte een vijf uur lang opstandig geredetwist aan de Betheltafel, hetwelk werd geleid door de bovengenoemde vijf vooraanstaande personen, waarbij anderen der familie zich verkozen aan te sluiten. Zulk een onenigheid kon niet worden geduld door het overgrote deel der getrouwe broeders; het bestuur besloot niet alleen de vijf raddraaiers weg te sturen, maar ook hen die verkozen zich bij hun oppositie aan te sluiten.g
Deze oppositiekliek begon dadelijk nadat zij waren weggestuurd, brieven en ander materiaal uit te geven en liet dat circuleren onder gemeenten die in de Verenigde Staten en andere landen met het Wachttorengenootschap waren verbonden. Geleidelijk ontwikkelden zich oppositiepartijen in enkele van die gemeenten, waar teleurgestelde personen een gemakkelijke prooi werden wegens hun toenemende geestelijke versuffing. Zulken weigerden samen te werken met de ontwakende loyalen bij het ten uitvoer brengen van een tot nieuw leven gekomen predikingswerk over het koninkrijk in die tijd van toenemende vijandigheid en vervolging van de zijde der geestelijken.h Zo gebeurde het, dat er in vele gemeenten een groep ijverige werkers ontstond die vóór het Genootschap waren en een groep „zieken” die tegen het Genootschap waren en die ten eigen bate probeerden de leiding over de plaatselijke vergaderingen tot zich te trekken. Dit bleek een tijd vol beproevingen te zijn.
De eerzuchtige opponenten trachtten daarna op de volgende jaarvergadering van de corporatie die in januari 1918 te Pittsburgh, Pennsylvanië, gehouden zou worden, de leiding over de wettelijke corporatie, het Wachttorengenootschap te verkrijgen. Wegens het verschil van mening ten aanzien van de wettelijke leiding over het Genootschap, stelde de Watch Tower van 1 november 1917 (bladzijde 330) voor, dat er door iedere gemeente een stemming door middel van een referendum zou worden gehouden. Tegen 15 december hadden 813 gemeenten hun stemmen ingediend, waaruit bleek dat van de 11.421 uitgebrachte stemmen 10.869 Rutherford als president kozen; en alle andere getrouwe leden van de raad van bestuurders die in juli 1917 waren herbenoemd, kregen de voorkeur boven de vijf opstandigen.i Het bleek dat deze uitslag van de stemming een juiste weergave was, want Rutherford en de anderen van de raad werden op 5 januari 1918, op de corporatievergadering te Pittsburgh, wettelijk herkozen, en niet een van de opponenten slaagde erin verkozen te worden.j
De interne crisis bereikte haar hoogtepunt toen in de lente van 1918 een in de bijbel voorzegde uitzonderlijke gebeurtenis plaatsvond, namelijk, de komst van Jehovah, tezamen met de „engel des verbonds,” Christus Jezus, tot de tempel, om een oordeel te vellen, ten einde de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse te scheiden van de „boze slaaf”-groep (Mal. 3:1-3, LV; Matth. 24:43-51, NW). De kloof tussen de twee groepen werd duidelijker nadat de opponenten er op de corporatievergadering van 1918 niet in waren geslaagd hun doel te bereiken. Na die vergadering in januari bleven de leiders der oppositie in Pittsburgh om een afgescheiden organisatie te formeren, welke werd geleid door wat zij een „Comité van zeven” noemden.k Tegen de tijd van het Gedachtenisfeest op 26 maart 1918 was de scheiding zo onverzoenbaar geworden dat de tegenstrevers verkozen de dood van Christus te herdenken los van de gemeenten die trouw waren gebleven aan het Genootschap.
Het was gebruikelijk geworden dat het Genootschap een gedeeltelijk bericht publiceerde van het aantal aanwezigen op het Gedachtenisfeest, hetwelk werd samengesteld op grond van de berichten welke gemeenten in de Verenigde Staten en de andere landen naar het Genootschap zonden; maar ten gevolge van de moeilijkheden in 1918, die zowel van binnen uit als van buiten af kwamen, werden de bezoekerscijfers niet bijeengebracht. Het gedeeltelijke bericht van het Gedachtenisfeest in 1917 (5 april) toonde echter aan dat er 21.274 aanwezigen waren, die verbonden waren met het Genootschap. Te oordelen naar het gedeeltelijke bericht van het Gedachtenisfeest in 1919 (13 april) waaruit bleek dat er 17.961 aanwezigen waren geweest, had een minderheid van minder dan vierduizend opgehouden de weg met hun getrouw gebleven voormalige gezellen te bewandelen.l Van deze tijd van scheiding af, geraakte de „boze slaaf”-groep in verdere interne onenigheden en onderlinge verdeeldheden. Ten slotte poogden verscheidene andere kleine andersdenkende groepen zich te vestigen, maar zij verdwenen na een kortstondig bestaan.
In de tweede helft van 1917 namen de getrouwe predikers van de „beleidvolle slaaf”-klasse, die in het voorste gelid stonden, energiek de verspreiding van The Finished Mystery ter hand, want binnen zeven maanden waren de drukkers, die als buitenstaander het boek voor het Genootschap drukten, tot het oplagecijfer van 850.000 gekomen. „De verkoop van het zevende deel is niet geëvenaard door de verkoop van enig ander bekend boek in dezelfde tijdspanne, de bijbel uitgezonderd.”a Niet alleen deed dit boek, zoal reeds is te kennen gegeven, de oppositie van de „boze slaaf”-klasse een vaste vorm aannemen, maar ook verwekte het een allerbitterste reactie van de geestelijken in vele delen der christenheid. Zondag, 30 december 1917, was de historische dag, waarop door middel van de zondagse vrijwilligersdienst de massaverspreiding begon van tien miljoen exemplaren van het vlammende traktaat, een nummer van The Bible Students Monthly, getiteld, „De val van Babylon — Waarom het Christendom nu moet lijden — het eind-resultaat.”b Dit vier pagina’s tellende traktaat bevatte in zeer beknopte vorm citaten van The Finished Mystery, en het werd een pijnlijke ontmaskering van de geestelijken. Tegelijk met deze verspreiding werden er op dezelfde dag, over hetzelfde onderwerp wijd en zijd openbare lezingen uitgesproken.c
Op 12 februari 1918 bevatte de openbare pers het volgende bericht uit Ottawa, Canada:
„De minister van binnenlandse zaken heeft, vallende onder censuurbepalingen op de pers, bevelschriften uitgevaardigd, waarbij het in Canada wordt verboden een aantal publikaties in bezit te hebben, onder andere het boek getiteld Studies in the Scriptures — The Finished Mystery, dat door de International Bible Students Association is uitgegeven en dat algemeen bekend is als de posthume publikatie van Pastor Russell. Ook is in Canada de verspreiding verboden van The Bible Students Monthly, hetwelk eveneens ten kantore van dit Genootschap te Brooklyn, New York, wordt uitgegeven. Een ieder die enige der verboden boeken in zijn bezit heeft, stelt zich bloot aan een boete van maximaal $5000 en vijf jaar gevangenisstraf.”d
Later zeide de Winnipeg Tribune (Canada), na het bovenstaande verbod ter sprake gebracht te hebben:
„Men beweert dat de verboden publikaties opruiende en anti-oorlogsgezinde uitlatingen bevatten. Een paar weken geleden veroordeelde Eerw. Charles G. Patterson, pastoor van de St. Stephen’s Church op scherpe wijze van de kansel af passages uit een der laatste uitgaven van The Bible Students Monthly. Daarop verzocht de procureur-generaal Johnson Eerw. Patterson om een exemplaar van de publikatie. Men neemt aan dat het bevel van de censor daarvan het rechtstreekse resultaat is.”e
Dit was het begin van een onafgebroken reeks van door geestelijken geïnspireerde acties die ten doel hadden de regeringen van de Verenigde Staten en Canada te dwingen het Wachttorengenootschap en zijn medewerkers te vernietigen.
(Wordt vervolgd)
[Voetnoten]
a Watch Tower 1917. de bladzijden 371-375.
b W 1916, blz. 331, 332; W 1917, blz. 166.
c W 1917, blz. 220.
d W 1916, blz. 330; W 1917, blz. 167; W 1918, blz. 69.
e W 1917, blz. 372.
f W 1917, blz. 226.
g Harvest Siftings (uitgegeven door het Wachttorengenootschap), 1 augustus 1917, blz. 1-24.
h W 1918, blz. 79.
i W 1917, blz. 3753.
j W 1918, blz. 23.
k Een tijdschrift van de oppositie, The Herald of Christ’s Kingdom, 1 juli 1919, blz. 197.
l W 1917, blz. 157; W 1919, blz. 151.
a W 1917, blz. 373.
b W 1917, blz. 354, 374.
c W 1918, blz. 18.
d W 1918, blz. 77.
e W 1918, blz. 77.
[Illustratie op blz. 173]
J.F. RUTHERFORD