Spot zegt niets
● Onlangs schreef een lezer van Our Sunday Visitor, „Het meest gelezen katholieke weekblad ter wereld,” een brief naar dit blad naar aanleiding van een daarin voorkomende kleinering van Jehovah’s getuigen. Een der redacteuren van het blad, de „Eerw.” R. Ginder, gaf hierop ten antwoord: „Wanneer u echter veel met de Getuigen uitstaande hebt gehad, dan moet u nu toch zo langzamerhand wel beseffen dat het geen religie is — het is een geestesziekte. Dat meen ik werkelijk. Het is een waanzin, welke bepaalde delen uit hun verstand schijnt te eten. Zij worden er dom door, er valt met hen niet te redeneren, en voor de waarheid zijn zij volstrekt niet ontvankelijk.” Toen Jezus op aarde was, ging het al net zo. Daar zijn tegenstanders zijn argument niet konden beantwoorden, zeiden zij: „Hij heeft een demon en is waanzinnig.” Paulus ervoer precies datgene wat Jezus met betrekking tot zijn volgelingen had voorzegd. Toen hij zich in aanwezigheid van koning Agrippa voor de landvoogd Festus verdedigde, interrumpeerde deze hem en zeide: „Gij wordt waanzinnig, Paulus! Grote geleerdheid drijft u tot waanzin!” Het is daarom geenszins verbazingwekkend dat de christelijke getuigen aan Jehovah heden ten dage evenzo worden gesmaad. — Joh. 10:20; Hand. 26:24, NW.