Geloof overwint de wereld
WAAROM zeggen Jehovah’s getuigen dat Christus in 1914 „wederkwam” en toen als Koning begon te regeren? Omdat zij dit geloven. Waarom leren zij dat de universele oorlog van Armageddon in ons geslacht gestreden zal worden en de huidige religieuze, commerciële en politieke stelsels der wereld volledig zal wegvagen, en dat miljoenen mensen die wereldcatastrofe zullen overleven en voor eeuwig onder ideale omstandigheden op aarde zullen blijven leven? Omdat zij dit geloven.
Zou u ook graag tot degenen behoren die Armageddon overleven en nimmer door de dood van de aarde weggerukt zullen worden? Dat kan, indien u geloof hebt. Wat is geloof echter nu eigenlijk? God geeft ons in zijn Woord, de bijbel, een omschrijving van geloof, wanneer het om religieuze zaken gaat. Zo lezen wij in Hebreeën 11:1 (NW): „Geloof is de verzekerde verwachting der dingen welke men hoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden hoewel ze niet worden gezien.” Hieruit volgt dat geloof is, een verstandelijk begrip en besef van Gods Woord en een zich vol vertrouwen op dat Woord verlaten. Het ware christelijke geloof is het totaal van wat men gelooft over Jehovah God en zijn koninkrijk, zoals dat tot ons is gekomen door bemiddeling van zijn uitverkoren Zaad, Jezus Christus, en zijn discipelen.
De geïnspireerde schrijver van bovenstaande schriftuurplaats zei in hetzelfde verband: „Zonder geloof [is het] onmogelijk zijn welbehagen te winnen, want hij die God nadert, moet geloven dat hij is.” Deze verklaring, ’geloven dat God bestaat,’ is de basis van het geloof. Voor iemand met een normaal verstand is het stoffelijke universum al een afdoend bewijs van een Godsbestaan want er is niet altijd onbezielde materie geweest en die moet dus een begin gehad hebben. Hoe zou de materie anders kunnen zijn ontstaan dan uit de een of andere grote Energiebron, welke wij met onze menselijke geest nimmer zouden kunnen omvatten tenzij die Bron zich op de een of andere manier openbaarde? Die Bron aller dingen erkennen wij als God.
Louter geloof in het bestaan van God, de Schepper van de materie en het leven, schenkt ons echter geen verstandelijk begrip van zijn voornemens of wil. Behalve de werken der natuur hebben wij nog iets anders nodig om daarop ons geloof te kunnen baseren. God dient ons te openbaren wat hij voornemens is te doen. Dat heeft hij dan ook in het boek dat wij bijbel noemen. Kennis van Gods in de bijbel geopenbaarde voornemens is de basis voor geloof en leidt tot leven.
Onze omschrijving luidde dat het ware christelijke geloof het totaal is van wat men over Jehovah en zijn koninkrijk gelooft, zoals dat tot ons is gekomen door bemiddeling van zijn uitverkoren Zaad, Jezus Christus, en zijn discipelen. Geloven de mensen in de christenheid echter niet eveneens in dezelfde bijbel? Waarom geloven zij dan niet hetzelfde als Jehovah’s getuigen? Denk niet dat dit slechts afhangt van de wijze waarop men de zaak ziet of verklaart. Denk niet dat men maar kan geloven wat men graag wil zolang men maar een goed leven leidt, of dat verschil in leer niet zo belangrijk is. Dit is een noodlottige dwaling. Juist door dat onderscheid wordt uitgemaakt of men Armageddon zal overleven of met de oude wereld zal omkomen.
Deze oude wereld met haar vele religieuze, commerciële en politieke stelsels is gedoemd binnen dit huidige geslacht ten onder te gaan. Miljoenen zullen er dan omkomen omdat zij geen geloof hebben. Alleen door geloof zal men deze oude wereld kunnen overwinnen en voor eeuwig in de nieuwe wereld van rechtvaardigheid verder kunnen leven. De geïnspireerde apostel van Jezus Christus schreef: „En dit is de overwinning waarmede de wereld is overwonnen, ons geloof.” — 1 Joh. 5:4, NW.
Ook Jezus Christus moest deze oude goddeloze wereld overwinnen, of ze zou hem overwonnen hebben! Satan de Duivel deed als vorst of heerser dezer wereld alle mogelijke moeite om Jezus Christus toen hij in het vlees was, te overwinnen. Onomwonden zei Jezus van Satan: „De heerser der wereld komt. En toch heeft hij geen vat op mij.” Zodra Jezus met zijn openbare bediening begon, deed Satan alles wat in zijn vermogen lag, hem te overwinnen. Hoe? Door hem de politieke heerschappij over de natiën aan te bieden. Dit was beslist een bijzonder sluwe zet van Satan. — Joh. 14:30; Matth. 4:8, 9, NW.
Hoe weerstond Jezus die verzoeking? Door zijn geloof! Wat? Jezus Christus, Gods Zoon, van wie de christenheid denkt dat hij werkelijk God in menselijk vlees was, had geloof nodig? Ja, en wel geloof in dezelfde openbaring van Gods voornemens, waarop de christenheid zogenaamd thans ook nog voor haar geloofsovertuigingen steunt. Jezus Christus haalde de oude Hebreeuwse Geschriften aan als antwoord op Satans uitdagende verzoeking. Hij stelde geloof in wat deze Geschriften onthulden. Jaren later zei Jezus in de openbaring die hij aan zijn apostel Johannes gaf en welke haar oorsprong vond bij God, zijn Vader: „Aan hem die overwint, zal ik geven met mij op mijn troon te gaan zitten, evenals ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon ben gaan zitten.” — Openb. 3:21, NW.
Hierdoor blijkt duidelijk dat Jezus iets te overwinnen had: hij moest een strijd des geloofs leveren. Wat moest Jezus overwinnen? Hij geeft hierop in Johannes 16:33 (NW) zelf het antwoord: „Ik heb de wereld overwonnen.” Wat wordt er echter met de wereld bedoeld? Het huidige samenstel van dingen, dat Jehovah God vijandig is gezind en door Satan de Duivel is georganiseerd en wordt beheerst, bestaande uit een combinatie van machtige religiën, hebzuchtig commercialisme en de machtige politieke elementen. Al deze krachten waren in zekere mate werkzaam toen Jezus in het vlees op aarde was en hij moest de sluwe strikken er van overwinnen, want anders zouden ze hem hebben overwonnen. „In de dagen van zijn vlees heeft Christus smeekbeden en ook smekingen opgedragen aan degene die hem uit de dood kon redden, met sterk geroep en tranen, en hij werd gunstig verhoord wegens zijn godvruchtige vrees.” — Hebr. 5:7, NW.
Wij leven in de „laatste dagen” van dit goddeloze samenstel van dingen en het is thans goddelozer dan ooit tevoren. Men heeft waar geloof nodig om het te kunnen overwinnen en aan haar sluwe strikken te ontkomen. Niemand, behalve degenen die geloof hebben, zullen haar vernietiging te Armageddon overleven. De christenheid zal volledig verdelgd worden om haar ongeloof. Wij leven thans in de door Jezus in zijn openbaring aan Johannes voorzegde tijd waarin Satans op een wild beest gelijkend stelsel de gehele mensheid aanzet tot de laatste wanhopige oorlog tegen Jehovah en zijn Christus, en er is waar geloof voor nodig om deze machtige vijand te weerstaan en zonder te schipperen pal te staan aan de zijde van Jehovah God en zijn overwinnende Lam. — Openb. 17:12-14.
Satan weet dat het nog maar heel kort zal duren eer hij in de afgrond van inactiviteit gestoten zal worden, en hij heeft het zich ten doel gesteld alle natiën in de vernietiging te storten zodat niemand in het leven blijft en onder zijn alles overwinnende Oordeelsvoltrekker, Jezus Christus, als een gelukkige onderdaan op aarde zou wonen. Aldus zal Gods uitverkoren Zaad de ’kop van de slang vermorzelen,’ zoals in Genesis 3:15 was voorzegd. Welke zijde van dit conflict kiest u?
Jehovah’s getuigen hebben een visioen ontvangen van nog niet verwezenlijkte werkelijkheden. Zij hebben een „verzekerde verwachting . . . van werkelijkheden hoewel ze niet worden gezien” (Hebr. 11:1, NW). Zij zien hoe het samenstel dezer oude wereld in een oorlog wordt gestort tegen Jehovah God, waardoor aan elk gedeelte daarvan Gods vurige oordelen worden voltrokken. Voor Jehovah’s getuigen is dit alles zo helder als kristal. Jehovah’s getuigen zullen zich met Jezus Christus aan de zegevierende zijde bevinden. Zij zien zich zelf in Openbaring 15:2, 3 (NW) afgebeeld: „Ik zag wat op een glazen zee geleek gemengd met vuur, en hen die de overwinning behalen op het wilde beest en op zijn beeld en op het getal van zijn naam, staande aan de glazen zee en hebbende harpen Gods. En zij zingen.” Het wilde beest en zijn beeld is Satans tegenwoordige, op brute kracht gebaseerde heerschappij, en door het getal van zijn naam (666, of 600 + 60 + 6) wordt zinnebeeldig de drievoudige basis van dit stelsel aangeduid, namelijk, valse religie, commercialisme en politiek. — Openb. 13:16-18, NW.
Mannen en vrouwen uit de oudheid hadden een zelfde geloof en hierdoor konden zij Satans wereldstelsel van hun tijd overwinnen. Mannen en vrouwen „die door geloof koninkrijken een nederlaag toebrachten in de strijd, rechtvaardigheid tot stand brachten, beloften verkregen, de muilen van leeuwen stopten, de kracht van vuur verdroegen, aan de scherpte van het zwaard ontkwamen, van een zwakke toestand krachtig werden gemaakt, dapper werden in oorlog en de legers van vreemdelingen op de vlucht joegen. . . . en de wereld was hun niet waardig.” — Hebr. 11:33-38, NW.
De christenheid zingt graag gezangen als „Durf een Daniël te zijn, durf de vijand tegemoet te treden,” doch door hun handelwijze tonen zij dat zij geen Daniëlsgeloof hebben. Zij zien hoogstens enkele zichtbare vijanden en met hen gaan ze zelfs nog compromissen aan. Zij willen graag de indruk wekken dat zij een ruime kijk op het gebeuren hebben en dat hun geloof rekbaar genoeg is om alles te omvatten.
Sommigen beschuldigen Jehovah’s getuigen er van eenzijdig te zijn. Welnu, wat zou dat? Wat geeft dat, zolang zij maar aan de juiste zijde staan, want hierdoor wordt toch juist bepaald of men zal blijven leven of vernietigd zal worden. Laten Jehovah’s getuigen dan in hun ogen wellicht zogenaamd eenzijdig zijn, ze zijn althans niet in een sleur vervallen.
De christenheid daarentegen kiest geen enkele zijde of neemt nergens stelling in, doch doolt verblind door de stofstormen van religieuze geschillen in een onbestemd grote woestijn rond. Zei Jezus niet: „Gaat in door de enge poort; want breed en wijd is de weg die op de vernietiging uitloopt, . . . maar eng is de poort en smal de weg die op het leven uitloopt, en weinigen zijn er die hem vinden”? — Matth. 7:13, 14, NW.
Toen de apostel Paulus sprak van de dingen ’waarop wordt gehoopt doch die niet worden aanschouwd,’ schreef hij: „Want nog ’een zeer weinig’, en hij die komt, zal aankomen en niet talmen. ’Maar mijn rechtvaardige zal wegens geloof leven,’ en, ’indien hij terugdeinst, heeft mijn ziel geen behagen in hem.’ Wij nu zijn niet van het soort dat terugdeinst, wat vernietiging tot gevolg heeft, maar van het soort dat geloof heeft, wat het in het leven behouden van de ziel tot gevolg heeft.” — Hebr. 10:37-39, NW.
Dat waarnaar de apostel Paulus in zijn tijd nog uitzag, is thans werkelijkheid geworden. De christenheid kan dit niet inzien omdat ze verblind is door haar oude met heidense filosofieën vermengde overleveringen en geen geloof bezit. Christus is thans tegenwoordig! Wij leven in de tijd van zijn tegenwoordigheid of paroúsia, en nu worden de natiën geoordeeld. Jehovah God heeft nu zijn ’grote macht opgenomen en is als koning begonnen te regeren’ door Hem die hij de opdracht heeft gegeven ’om alle natiën met een ijzeren roede te hoeden.’ De natiën zijn buitengewoon toornig geworden en ook Jehovah’s toorn is tegen de natiën ontstoken. Thans is de bestemde tijd aangebroken om hen te verderven die de aarde hebben verdorven. — Openb. 11:15-18; 12:5, NW.
Satan zal door toedoen van het door hem opgebouwde religieuze element door diverse redenaties en ketterij-betichtingen ons geloof trachten te breken. Via zijn commerciële element zal hij door de listig gespannen strikken van het materialisme trachten ons geloof te verzwakken, en hij bedient zich van de politieke vleugel van zijn organisatie om te trachten door onze wapenrusting des geloofs heen te breken, doordat hij ons van allerlei goddeloze dingen beschuldigt — zelfs dat wij evenals Jezus opruiers zijn — en de massa tegen ons opzet op grond van de valse beschuldiging dat wij de werktuigen zijn van deze of gene politieke macht, zodat hij de er door uitgeoefende macht over het volk kan „consolideren.”
Wij dienen de woorden van de apostel in 2 Korinthe 13:5 (NW) in gedachten te houden: „Blijft beproeven of gij in het geloof zijt, blijft u er van vergewissen wat gij zijt.” Wij dienen bijzonder waakzaam te zijn, zodat onze tegenstander, de Duivel, die als een brullende leeuw rondgaat om te trachten „iemand te verslinden,” geen zwakke plek in onze wapenrusting des geloofs vindt en daar tot onze schade of zelfs tot onze vernietiging een van zijn „brandende projectielen” door heen schiet. Wij kunnen deze vijand overwinnen door ’onze zinnen bij elkaar te houden,’ „vast in het geloof” te staan en ’het grote schild des geloofs voor te hebben, waarmede gij alle brandende projectielen van de goddeloze zult kunnen uitblussen.’ — 1 Petr. 5:8, 9; Ef. 6:16, NW.
Deze ’laatste periode’ is wel bijzonder gevaarlijk. Er is voorzegd dat er vooral tallozen zouden spotten met Gods Woord en met hen die het ijverig bekendmaken. Slechts door geloof dat op een verstandelijk begrip van Gods Woord is gebaseerd en dat wordt gesteund door juiste werken, kan men dit alles overleven. „Wat u betreft, geliefden, houdt de woorden in gedachten welke voordien tot u zijn gesproken door de apostelen van onze Here Jezus Christus, hoe zij tot u plachten te zeggen: ’In de laatste tijd zullen er spotters zijn, die overeenkomstig hun eigen begeerten te werk gaan voor goddeloze dingen.’ Dezen veroorzaken scheidingen, dierlijke mensen, die niet geestelijk gezind zijn. Maar gij, geliefden, bewaart u in Gods liefde, door u op te bouwen op uw allerheiligst geloof, en te bidden met heilige geest, terwijl gij de barmhartigheid van onze Here Jezus Christus verwacht met eeuwig leven in het vooruitzicht.” — Judas 17-21, NW.