Houdt u uw woord?
WIJ MENSEN verlangen van onze familieleden dat zij mensen van hun woord zijn. Een echtgenoot is heel begrijpelijk geïrriteerd wanneer zijn vrouw belooft hem om zes uur te ontmoeten en hem dan onnodig tot half zeven laat wachten. Aan de andere kant brengt het een vrouw van streek wanneer haar man belooft haar ergens mee naar toe te nemen en zij ontdekt dan wanneer de tijd daar is, dat hij zich er eenvoudig niet om heeft bekommerd de nodige voorbereidingen te treffen voor het nakomen van zijn belofte. Men verliest een zeker respect voor personen die hun woord niet houden.
Ook in kleine dingen moet men zijn woord houden. Het lijkt misschien een onbelangrijk vergrijp om te laat te komen bij een afspraak, te verzuimen geleende dingen terug te geven of op een andere manier erin te kort te schieten zijn woord te houden. In deze dingen die van minder belang schijnen, bouwt men zich evenwel een reputatie van betrouwbaarheid op, òf men komt bekend te staan als iemand wiens woord heel weinig betekent.
Mensen die hun woord niet houden, maken zich vaak onbemind bij anderen. Denk aan de Farao uit de oudheid die de Israëlieten onder leiding van Mozes niet uit Egypte liet trekken. Herhaaldelijk gaf hij zijn woord dat de Israëlieten konden gaan om Jehovah God te aanbidden, maar dan hield hij zijn woord niet, zodat Jehovah plagen over de natie zond. Toen Egypte geplaagd werd door onweer en hagel, beloofde Farao bijvoorbeeld: „Ik [zal] u laten gaan, gij behoeft niet langer te blijven.” Maar nadat de plaag had opgehouden, „ging hij voort met zondigen; hij liet zijn hart niet vermurwen, . . . zodat hij de Israëlieten niet liet gaan” (Ex. 9:28, 34, 35). Telkens weer deed hij beloften en toch schoot hij er iedere keer weer in te kort ze te houden. Men herinnert zich deze Farao tot op de huidige dag als een berucht voorbeeld van een man die zijn woord niet hield.
In onze dagen zijn er eveneens mensen die erin te kort schieten hun woord te houden. Niet allen doen dit vanuit een slecht hart, zoals in het geval van Farao. In vele gevallen is het eenvoudig een bewijs van onrijpheid. Zij komen bijvoorbeeld overeen om voor een firma te werken die hen vraagt voor een bepaalde tijdsperiode te blijven, wegens de tijd die nodig is voor het opleiden van de arbeiders. Als zij hun woord geven, zijn zij zonder enige twijfel van plan het te houden. Maar hoe zal het gaan wanneer er zich een verleidelijker aanbieding voordoet voordat de overeengekomen diensttijd is verstreken? Zullen zij die gelegenheid laten schieten en vanwege hun vorige verbintenis hun ogen sluiten voor de nieuwe aantrekkelijke aanbieding? Zijn zij werkelijk mensen van hun woord? Als zij mensen zijn die op een rijpe manier hun verantwoordelijkheden aanvaarden, zullen zij hun woord houden.
Jammer genoeg denken sommige mensen er meer aan hoe zij zich zelf kunnen behagen dan hoe zij hun woord kunnen houden. Zij houden hun woord slechts tot op een zeker punt — waarna hun beloften nog minder gewicht in de schaal leggen dan de adem waarmee zij uitgesproken zijn. Iemand wordt misschien bij een eenvoudig gezin te eten gevraagd en neemt de uitnodiging aan. Maar later krijgt hij wellicht voor dezelfde avond een deftiger uitnodiging van een bemiddelde en aanzienlijke familie, misschien van zijn baas. Voor sommige mensen is dit het punt waarop hun woord niet langer gewicht in de schaal legt. Klaarblijkelijk hebben zij het gevoel dat het vooruitzicht van persoonlijk voordeel hun vroegere afspraak ongeldig maakt. Zelfs Jezus waarschuwde tegen het verlaten van de ene plaats van gastvrijheid wegens een betere. — Luk. 10:7, NW.
Houdt u zich onder dergelijke omstandigheden aan uw woord? Als u iets zegt, hebben anderen dan het vertrouwen dat u doet wat u zegt? Als u een ogenblik nadenkt zullen er waarschijnlijk mensen in uw gedachten komen met verschillende reputaties op dat gebied. Een zeer goede bekende zal bijvoorbeeld afspreken woensdag om acht uur bij u op visite te komen. U bent er zeker van dat hij er zal zijn, want u kent hem als iemand die zijn woord houdt; maar als een andere kennis hetzelfde belooft, rekent u misschien niet eens op hem, in ieder geval niet op de afgesproken tijd. Door vroegere ervaringen weet u dat zijn woord heel weinig betekent.
Hoe prettig is het om bekend te staan als iemand die zijn woord houdt! De goede naam is de inspanning om deze te verkrijgen, wel waard. Het is o.a. daarom nodig dat u denkt voordat u iets zegt en dat u van tevoren uitmaakt wat u wilt en kunt doen. U kunt zich afvragen: Heb ik andere afspraken? Kan ik er zover van tevoren zeker van zijn? Heb ik rekening gehouden met mijn gezin en met alle andere factoren? Toon, wanneer u iets belooft, de rijpheid uw belofte te houden, zelfs wanneer andere aanbiedingen of omstandigheden dit moeilijk maken. Het is waar dat onvoorziene omstandigheden uitzonderingen kunnen veroorzaken — een opeenhoping van belangrijk werk, ziekte of een ongeval bijvoorbeeld. Maar dit zullen degenen aan wie u uw woord hebt gegeven, zeker begrijpen, speciaal wanneer u hen zo spoedig mogelijk op de hoogte brengt zodat wijzigingen kunnen worden aangebracht.
Als iemand het tot een gewoonte maakt om tegenover zijn medemensen zijn woord te houden, zal hij er waarschijnlijk ook niet in te kort schieten zijn woord tegenover God te houden. Dit is van het grootste belang voor een mens die zich opgedragen heeft om Gods wil te doen. Het is in feite een zaak van leven en dood. Gods Woord zegt: „Wanneer gij den HERE, uw God, een gelofte doet, zult gij er niet mee talmen haar in te lossen, want de HERE, uw God, zou ze toch van u eisen en dan zoudt gij u bezondigen.” „Geef uw mond geen gelegenheid om u te doen zondigen.” — Deut. 23:21; Pred. 5:5 6.
Een rechter van Israël uit de oudheid, Jefta genaamd, stelde een fijn voorbeeld in het houden van zijn woord. Hij beloofde — als God hem de overwinning over de vijandige Ammonieten zou geven — de eerste die hem bij zijn terugkeer van de overwinning tegemoet zou komen, voor de dienst van God in het heiligdom te zullen afstaan. Die persoon bleek zijn enige kind te zijn, zijn dochter. Wat was Jefta’s reactie? Kwam hij terug op zijn woord? Neen, hij hield die moeilijke belofte (Richt. 11:30-40). Maar denkt u dat ze het waard was? Zeer beslist, want wij vinden Jefta’s naam op de lijst van dienstknechten van God wier geloof hen in het zekere bezit van een opstanding stelde en hen tot voorbeelden maakte om door christenen nagevolgd te worden. — Hebr. 11:32; 12:1, NW.
Als u het respect van zowel God als uw medemensen wilt winnen, moet u hetzelfde doen. Streef naar de reputatie dat u iemand bent die zijn woord houdt. Denk zorgvuldig na voordat u beloften doet. En áls u iets zegt, houd u daar dan aan.