Als jongeren iets hebben om voor te leven
NAAR schatting is zelfmoord de op één na grootste doodsoorzaak onder Amerikaanse studerende jongeren tussen de vijftien en vierentwintig jaar. Vooral studenten aan universiteiten schijnen hieraan blootgesteld te zijn, daar bij hen het aantal zelfmoorden 50 percent hoger ligt dan bij personen in een zelfde leeftijdsgroep die niet aan een universiteit studeren. Waarom besluiten zoveel jonge mensen dat zij niets hebben om voor te leven, hoewel zij nog een heel leven vóór zich hebben?
Een jong meisje zei dat het leven geen zin heeft. Een student in Harvard beweert dat er geen waarden zijn waarin hij kan geloven. Een veertienjarige jongen die gepakt was na een overval op een kruidenierswinkel, zei: „Ik ben het beu thuis, ik heb genoeg van de school en het leven verveelt me.”
In veel gevallen is dit de schuld van de ouders, omdat zij meer aan materiële bezittingen denken en hoe zij succes kunnen hebben in de zakenwereld, dan aan de noodzaak hun kinderen een stelsel waarden mee te geven die de moeite waard zijn, iets waardoor het leven betekenis krijgt. Een jong meisje zei: „Ik voel heel goed de ontoereikendheid van de waarden die ik leerde toen ik groter werd. Allerlei maatschappelijke deugden, het najagen van bezittingen en macht over mensen . . . — dit alles verzinkt in het niet bij het zoeken naar datgene wat werkelijk belangrijk is, en naar een levensstijl die een bepaalde waardigheid heeft.”
Aan de andere kant zijn er ouders die hun kinderen een voortreffelijk stelsel van waarden meegegeven hebben. Die jonge mensen hebben iets gevonden dat werkelijk de moeite waard is om voor te leven. Zo iemand is ook een jongeman uit Midden-Amerika. Men had hem een studiebeurs aangeboden om in Oostenrijk muziek te gaan studeren; dit zou tot een veelbelovende muzikale carrière gevoerd kunnen hebben. Een andere aanbieding stelde hem in staat in Duitsland de optiek te gaan bestuderen, waar hem bovendien een goed betaalde baan wachtte. Hij sloeg beide aanbiedingen echter af, omdat hij van mening was dat ze het leven geen werkelijke betekenis konden schenken. Als een van Jehovah’s getuigen gaf hij de voorkeur aan de dienst van God, daar hij door ouders was opgevoed die hem hadden onderwezen in de juiste waarden uit Gods Woord en de hoop die hierin staat opgetekend betreffende een vreedzaam nieuw samenstel van dingen op aarde. Hij merkte op dat „er geen andere bezigheid is die zoveel tevredenheid, rust en redenen om te leven geeft, als deze dienst”. Hierdoor wordt iemands energie in dusdanige banen geleid, dat hij anderen wil helpen.
Hij had er goede redenen voor deze conclusie te trekken. De voordelen zijn niet alleen van diepgaande invloed op iemands huidige leven, maar ook op zijn toekomst. Juist de dingen die veel jonge mensen wensen — vrede, rechtvaardigheid en eerlijke regeerders — zijn dingen waarvan God heeft verzekerd dat ze over de gehele aarde werkelijkheid zullen worden (Jes. 2:4; 32:1). Dit gaf deze jongeman een zekere hoop voor een toekomst waarvoor hij kon werken en plannen kon maken.
Ook kon hij zien dat de waarden die door de bijbel worden onderwezen, thans praktisch zijn. Daarin wordt bijvoorbeeld geleerd onze naasten lief te hebben als onszelf. Is dat niet een verstandige manier om vreedzame betrekkingen tussen de mensen tot stand te brengen? Als iedereen een dergelijke liefde in de praktijk bracht, hoe zou er dan oorlog kunnen zijn? Hoe zou er moord, verkrachting en diefstal kunnen zijn? Is dit niet iets waarin jongeren die om liefde in plaats van oorlog roepen, kunnen geloven? Het is een fundamenteel bijbels gebod. — Matth. 22:39.
Ook gebiedt de bijbel: „Liegt niet tegen elkaar” (Kol. 3:9). Is dit geen verstandig gebod, waardoor het voor de mensen mogelijk gemaakt wordt elkaar te vertrouwen en harmonieus samen te leven? Dergelijke bijbelse geboden zijn praktisch voor het dagelijks leven en ze geven iemands leven betekenis. Ze geven hem een stelsel van waarden waardoor hij zich kan laten leiden.
Dit bleek zo te zijn voor een jongen die vroeger lid was van tienerbenden in de stad New York. In die tijd zwierf hij langs de straat, had moeilijkheden met de politie en leefde van de ene dag in de andere. Hij had geen toekomstplannen en niets om voor te leven. Zijn leven verliep volgens het patroon van zijn omgeving, namelijk ’zorg voor jezelf, en trek je van niemand wat aan’.
Hij had geen werkelijke vrienden met wie hij kon praten en die hem raad konden geven over wat goed en wat slecht is. Zoals alle tieners, had hij liefde nodig, maar dat bestond in zijn wereld niet. Toen hij in contact kwam met Jehovah’s getuigen en een van hun vergaderingen bijwoonde, zag hij pas een levenswijze die van de zijne verschilde als de dag van de nacht. Hij bemerkte dat zij hartelijk en liefdevol waren. Zij hadden belangstelling voor hem en waren bereid hem juiste beginselen te leren waartoe geen andere volwassenen met wie hij in aanraking was geweest, ooit enige pogingen gedaan hadden.
Door middel van de bijbelstudies die zij bij hem hielden, leerde hij de voortreffelijke beginselen die in Gods Woord staan. Deze beginselen verschaften hem een stelsel van waarden die zijn leven betekenis gaven. Voor het eerst in zijn leven verkreeg hij bovendien een doel in het leven, namelijk het nieuwe samenstel van dingen dat overeenkomstig Gods voornemen op aarde zal worden ingevoerd. Nu helpt deze jongeman anderen iets te hebben om voor te leven.
Een andere jongeman die iets had om voor te leven, werd verontrust door het uiterst materialistische standpunt van de studenten en docenten op de universiteit die hij bezocht. De studenten hadden geen werkelijke hoop voor de toekomst, maar namen de houding aan van „laten wij het er nu maar van nemen”, aangezien zij morgen zouden kunnen sterven. Dit, en het georganiseerde bedrog op examens, overtuigde hem ervan dat hetgeen hij op bijbelstudies met Jehovah’s getuigen geleerd had, van grotere waarde was dan het onderwijs op de universiteit. Hij verliet de universiteit en ging met zijn bijbelstudies voort, totdat hij in staat was er al zijn tijd aan te besteden anderen te helpen Gods voornemens te leren kennen. De bijbel had hem waarden gegeven waarin hij kon geloven, terwijl het leven nu betekenis had gekregen.
Ook is er de ervaring van een zeventienjarig „hippie-meisje”. Door omgang met Jehovah’s getuigen verkreeg zij kennis over de praktische beginselen van Gods Woord en het nieuwe samenstel van dingen dat God voornemens is op deze aarde in te voeren. Dit veranderde haar leven. Zij zei: „Ik besefte dat deze hele ’hippe’ wereld met haar verdovende middelen, alleen maar een valstrik van Satan was om ons jongelui te vernietigen.” Nu heeft zij een doel om voor te leven, in plaats van doelloos en hopeloos rond te dobberen.
Wij zien dus dat er jonge mensen zijn die iets gevonden hebben om voor te leven, iets dat aan hun leven betekenis schenkt, een stelsel van waarden waarin zij kunnen geloven. Zij volgen thans goede leidende beginselen en hebben liefdevolle vrienden en een lichtende toekomst.