Vragen van lezers
● Hoe denken christenen over het betalen van rekeningen? — L. D., V.S.
Hoewel deze vraag talloze situaties omvat, is het antwoord in de grond heel eenvoudig. De raad die in Romeinen 13:8 wordt verstrekt, is heel beslist op deze kwestie van toepassing, namelijk: „Zijt niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben.” Het zou stellig niet van liefde getuigen als iemand naliet geld te betalen dat hij aan iemand anders schuldig was, of hij het nu schuldig was wegens een lening of omdat hij goederen of diensten heeft ontvangen. In deze geest schreef de geïnspireerde psalmist: „De goddeloze leent en betaalt niet terug, maar de rechtvaardige betoont gunst en geeft geschenken.” — Ps. 37:21.
Wat ook met deze kwestie verband houdt, is het feit dat christenen eerlijk zijn! De apostel Paulus bracht dit punt goed onder woorden met te zeggen: „Wij vertrouwen dat wij een eerlijk geweten hebben, daar wij ons in alle dingen eerlijk wensen te gedragen” (Hebr. 13:18). Wanneer iemand iets koopt, zegt hij in feite dat hij overeenkomt voor de ontvangen koopwaar te betalen. Om een aantal redenen is het meestal verstandig contant te betalen en geen rekeningen te laten oplopen.a Toch kan het voorkomen dat een christen een rekening krijgt toegestuurd voor iets wat hij heeft gekocht. In de meeste landen is iemand in dat geval verplicht te betalen voor hetgeen hij heeft gekocht of hij wordt in rechte aangesproken. Bij alle vrees voor dergelijke gevolgen komt echter dat de christen word aangedreven door een persoonlijk verlangen te voldoen aan de overeenkomst die hij stilzwijgend is aangegaan toen hij de koopwaar kocht. Hij aanvaardt en geeft gehoor aan Jezus’ raad: „Laat uw woord Ja gewoon Ja betekenen, en uw Neen, Neen.” — Matth. 5:37.
Het is heel gewoon dat mensen van de wereld, die zich weinig om Gods goedkeuring bekommeren, nalatig zijn als het op het betalen van rekeningen aankomt. Velen van hen zou de gedachte tegen de borst stuiten om in een winkel in te breken en koopwaar van de planken te stelen. Zij zien er echter geen been in om dezelfde koopwaar mee de voordeur uit te nemen en dan opzettelijk te weigeren ervoor te betalen. Is dit een groot verschil met stelen?
Soms krijgt men een rekening voor een dienst die is verleend, bijvoorbeeld van een reparateur, een arts of een ziekenhuis. Het feit dat men geen koopwaar of goederen heeft ontvangen, verandert niets aan de realiteit van zijn verplichting. In American Jurisprudence, dat voor veel gebieden in de wereld representatief is, wordt in deel 58, blz. 512 verklaard: „Tenzij de omstandigheden anders aangeven, wordt ervan uitgegaan dat iemand die een ander verzoekt diensten voor hem te verrichten, overeenkomt voor de verleende diensten te betalen.” Een verstandige handelwijze waardoor veel moeilijkheden voorkomen kunnen worden, is van tevoren zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen wat de diensten zullen gaan kosten. Dit is juist, of men nu te maken heeft met een gestudeerd man, zoals een tandarts, advocaat of arts, of met een handwerksman, zoals een timmerman, schilder of elektricien. Jezus beval een dergelijke voorzorg aan, zeggende: „Wie van u . . . die een toren wil bouwen, gaat er niet eerst voor zitten om de kosten te berekenen, om te zien of hij genoeg heeft om hem te voltooien?” — Luk. 14:28.
Jehovah’s getuigen staan bekend om hun eerlijkheid in alle aspecten van het leven. En zo dient het ook te zijn. Zij weten dat zij, willen zij Gods goedkeuring bezitten, in hun financiële aangelegenheden net zo eerlijk moeten zijn als in alle andere aangelegenheden van het leven. Zij houden zich dus niet op met „gewiekste” zakenpraktijken waardoor klanten of de regering bedrogen worden; ook verontschuldigen zij geen oneerlijkheid of onethische transacties door zich achter de rechtspersoonlijkheid van een vennootschap of achter allerlei wettelijke technische termen te verschuilen, terwijl zij bovendien niet opzettelijk weigeren hun rekeningen te voldoen.b Dit alles is in overeenstemming met de raad van de bijbel om eerlijk te zijn en niet te liegen, te stelen, te bedriegen en hebzuchtig te zijn. — Kol. 3:9; Ef. 4:28; 1 Kor. 6:8-10.
In het zeldzame geval dat zich iets onverwachts voordoet, zoals een ongeluk, waardoor het een christen op het moment onmogelijk is een rekening te betalen, zal hij zich door zijn eerlijkheid en door billijkheid laten leiden. Hij zal uit consideratie voor zijn schuldeiser bijvoorbeeld contact met hem opnemen en uitleggen wat er is gebeurd. De schuldeiser zal het waarschijnlijk zeer op prijs stellen dat de christen zo ronduit is en ermee instemmen kleinere betalingen te ontvangen of iets van dien aard, in plaats van de zaak aan een incassobureau over te dragen en dan slechts een gedeelte te ontvangen van wat er wordt geïnd. De kennelijke eerlijkheid van de christen in zijn vaste besluit de rekening te betalen, zal een duidelijke tegenstelling vormen met de handelwijze van degenen die een rekening die zij niet kunnen of willen betalen, negeren.
Zelfs in het betalen van rekeningen kan een christen dus de voortreffelijke reputatie van Jehovah’s getuigen op het gebied van eerlijkheid hooghouden. Op deze wijze wordt er geen smaad op de gemeente gebracht en blijft men met lof over de weg der waarheid spreken. — 2 Petr. 2:2.
[Voetnoten]
a Zie Ontwaakt! van 22 februari 1971, blz. 7 en 8, en Ontwaakt! van 8 december 1964, blz. 21 tot en met 24.
b Zie voor een bespreking over faillissement De Wachttoren van 15 juli 1968, blz. 446, 447.