Hoe staat uw kerk tegenover abortus?
OP 22 januari 1973 besliste het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten ten gunste van geliberaliseerde abortuswetten. Andere landen hebben een soortgelijke handelwijze gevolgd.
Hoe denkt u over zulke veranderingen? Gelooft u dat het juist is een tot ontwikkeling komend, hoewel ongeboren, kind te vernietigen? Is dat de zienswijze van uw kerk?
Veel kerken houden er deze zienswijze op na. Zo werd er in een resolutie die op 31 mei 1968 werd aangenomen, door de Amerikaanse baptistenkerken van de V.S. op aangedrongen „dat er een wet zou worden uitgevaardigd waarin werd bepaald: Dat de beëindiging van een zwangerschap . . . op verzoek van de betrokken personen dient te geschieden en als een facultatieve medische procedure beschouwd dient te worden”.
De Algemene Raad van de United Church of Canada bevestigde eveneens „dat abortus in bepaalde medische, sociale en economische omstandigheden moreel gerechtvaardigd is en een persoonlijke zaak tussen een vrouw en haar dokter dient te zijn”.
Honderden geestelijken hebben de leiding genomen in de pogingen die zijn gedaan om de abortuswetgeving te liberaliseren. In de in Jackson, in de Amerikaanse staat Michigan, verschijnende Citizen Patriot van 6 november 1972 verscheen bijvoorbeeld een artikel waarin een beroep werd gedaan om vóór een wetsherziening inzake abortus te stemmen. Het stuk was door 178 geestelijken ondertekend en luidde:
„Wij geloven dat abortus — net als religie — een persoonlijke beslissing is en dat de staat een vrouw er niet van dient te weerhouden de stem van haar geweten te volgen.”
Na de lange lijst van namen van geestelijken vermeldde de krant nog:
„De bovengenoemde geestelijken oefenen een geestelijk ambt uit in 14 denominaties die als nationale lichamen verklaringen hebben uitgevaardigd ter ondersteuning van een wetsherziening inzake abortus.”
Tot de vele kerken die geliberaliseerde abortuswetten onderschrijven, behoren de United Church of Christ, de United Presbyterian Church, de lutherse Kerk in Amerika en de United Methodist Church. De synode van de Kerken van de stad New York, waarbij zo’n drieëntwintig denominaties zijn aangesloten, verklaarde in het door dit college uitgegeven blad Metropolitan Church News:
„Het nieuws omtrent de beslissing van het Hooggerechtshof ten gunste van de rechten van vrouwen om te bepalen of zij al dan niet een abortus willen ondergaan, werd met grote waardering door de bestuursleden en staf van de synode ontvangen.”
Het is waar dat topleiders van de Rooms-Katholieke Kerk hun misnoegen over deze kwestie uiten. Niettemin zijn er verscheidene priesters die abortus ondersteunen. En in de National Catholic Reporter van 15 september 1972 stond: „Volgens gegevens van het laatste opinieonderzoek inzake abortus, is zesenvijftig percent van de katholieken van het land [de V.S.] de mening toegedaan dat de beslissing om een zwangerschap te beëindigen, ’uitsluitend door een vrouw en haar dokter’ genomen dient te worden.”
Het Hooggerechtshof rechtvaardigde zijn revolutionaire beslissing door op te merken dat de ongeborenen „in de wet niet als personen in de strikte zin des woords worden beschouwd”. Derhalve staat het Hooggerechtshof toe dat het leven van een ongeboren kind tot de achtentwintigste week van de zwangerschap beëindigd mag worden.
De meeste abortussen worden echter vroeger uitgevoerd, gewoonlijk vóór de dertiende week van zwangerschap. Het Hooggerechtshof vernietigde dus alle staatswetten waardoor abortussen gedurende deze periode van dertien weken verboden of beperkt worden. Het gerechtshof beweerde dat dergelijke abortussen voor de vrouw betrekkelijk veilig zijn.
Maar natuurlijk wordt het kind dat zich in de moederschoot aan het ontwikkelen is, vernietigd. Waaruit bestaat het ongeboren kind feitelijk? Is het louter een ondefinieerbare weefselklomp?
Dr. D. Cavanaugh, die hier commentaar op levert, merkte in Ob. Gyn. News [Verloskundig Gynaecologisch Nieuws] op:
„Aan het einde van de tweede week [van zwangerschap] begint het hartvaatstelsel en het zenuwstelsel zich te ontwikkelen. Aan het einde van 6 weken [wat ongeveer de tijd is waarop een vrouw er gewoonlijk zeker van wordt dat zij zwanger is] zijn alle interne organen van het volledige menselijke schepsel aanwezig . . .
Tegen het einde van de achtste week is het geraamte vorm gaan aannemen en zijn de ogen, vingers en tenen zichtbaar, zodat het embryo nu een foetus wordt genoemd. . . . Na de achtste week zal er wat de structuur betreft niets nieuws of groots worden toegevoegd en zal de verdere groei bestaan in de rijping en ontwikkeling van de bestaande vrucht in plaats dat er iets nieuws wordt geschapen.”
Dr. P. G. Coffey schreef in dit verband in de Toronto Daily Star:
„Biologisch is er geen essentieel verschil tussen een ongeboren baby en een baby die geboren is, of indien u een specifiek voorbeeld wilt hebben, tussen een twee tot drie maanden oude foetus en een pasgeboren baby, behalve dat de ene volgroeider is dan de andere.”
Het is duidelijk dat het tot ontwikkeling komende kind dat wordt vernietigd, niet een ondefinieerbare weefselklomp is! Sommige kinderen die binnen de door de wet toegestane tijdsperiode worden geaborteerd, bewegen zich en ademen; sommigen overleven het abortusproces zelfs. In de New York Times van 1 februari 1972 werd opgemerkt:
„Verpleegsters in verloskamers waren gewend elke denkbare poging te doen om baby’s te redden, zelfs al wogen ze maar één tot drie pond, en zij bemerkten dat zij soms grotere baby’s ’uitzoutten’ [aborteerden] dan die waarvoor zij moeite hadden gedaan ze te redden. . . . Onlangs kwam een baby nog levend uit het uitzoutingsproces te voorschijn.”
Is het dan niet begrijpelijk waarom Dr. G. C. Manning schreef dat abortus „moord [is], net zo zeker als het moord is om moedwillig de warmtetoevoer naar de couveuse waarin een te vroeg geboren baby van 1 tot 1 1/2 pond ligt, af te snijden”? Sommige mensen maken zich er bezorgd over wat de volgende stap zal zijn. Sir John Peel, president van het Amerikaanse Koninklijke College van Verloskundigen en Gynaecologen, vroeg in dit verband dan ook:
„Als de maatschappij de vernietiging van leven voor één reeks omstandigheden wettigt, omdat dit volgens haar bewering de maatschappij ten goede komt, waarom zou ze dan niet de moord wettigen op kinderen die abnormaal geboren worden, op zwakzinnigen, misdadigers, ongeneeslijken en senielen?”
Zou u het kunnen goedkeuren dat een hulpeloze pasgeboren baby wordt gedood? Maar is het niet even verkeerd om een baby te doden voordat deze geboren is? Volgens Gods wet die door bemiddeling van Mozes werd gegeven, werd het menselijke embryo of de foetus als een leven beschouwd, en Gods wet beschermde dat leven (Ex. 21:22, 23). Dienen wij niet net zo’n achting voor het ongeboren kind te hebben? Toch nemen vele, vele religies een standpunt in dat tegengesteld is aan wat Gods Woord zegt. Welk standpunt neemt uw kerk in?