Bent u „vurig van geest”?
„DOET uw werk niet traag. Zijt vurig van geest. Dient Jehovah als slaven.” Dit zijn de woorden van de christelijke apostel Paulus (Rom. 12:11). Het is uiterst belangrijk dat degenen die zich aan God hebben opgedragen, hem met ijver dienen, zoals wanneer zij het „goede nieuws” van het Koninkrijk bekendmaken (Matth. 24:14). Ja, de ijverige bekendmaking van die boodschap kan zelfs een onmiddellijke levenreddende uitwerking hebben. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het volgende voorval dat zich op de Filippijnen voordeed:
„In het zuiden van het land zijn rebellen actief, en Jehovah’s Getuigen hebben als gevolg hiervan aan sommige moeilijke situaties het hoofd moeten bieden. Eén Getuige in dat gebied heeft bemerkt dat zijn ijver om bij elke gelegenheid te prediken, in werkelijkheid zijn leven heeft gered. Deze Getuige was een kringopziener, en hij reisde in zijn kring van gemeente tot gemeente. Hij moest gebruik maken van een lanza (een kleine oceaanboot), en terwijl hij wachtte totdat de boot zou vertrekken, gaf hij getuigenis aan de man naast hem in de boot. De eigenaar van de lanza was woedend. Hij wilde niet dat zijn boot als een ’kerk’ voor een andere religie werd gebruikt en hij schreeuwde naar de Getuige dat hij zijn boot moest verlaten. . . . de Getuige stapte gewoon rustig uit de boot en wachtte op de volgende.
Toen zij [de kringopziener en andere passagiers in de tweede boot] op zee waren, zagen zij het eerste vaartuig. Iedereen in de boot was dood, met inbegrip van de eigenaar die zo had gescholden. De eigenaar van de lanza had enige dagen voordien blijkbaar geweigerd de rebellen over te varen. Nu hadden zij wraak genomen. Het informele getuigenis dat de kringopziener had gegeven, had dus in werkelijkheid zijn leven gered.”
Ja, met vurige ijver verrichte dienst voor Jehovah kan in meer dan één opzicht levenreddend zijn. Het kan tot ogenblikkelijke redding van iemands leven leiden. Het kan echter vooral tot de uiteindelijke redding van de Koninkrijksverkondiger en een werkelijk waarderende luisteraar leiden (1 Tim. 4:13-16). Hebt u het „goede nieuws” van harte aanvaard? Zo ja, deelt u de bijbelse boodschap dan „vurig van geest” met anderen?