Andere kenmerken van de Nieuwe-Wereldvertaling
Er zijn nog veel meer kenmerken die de Nieuwe-Wereldvertaling aantrekkelijk maken voor mensen die de bijbel liefhebben. Een ervan is dat ze, in overeenstemming met de Hebreeuwse en Griekse werkwoorden, consequent onderscheid maakt tussen één enkele handeling en een herhaalde, voortdurende handeling. Vertalingen zoals de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, die geen rekening houden met zulke verschillen, laten de apostel Johannes zichzelf tegenspreken. Hoe dan wel? Omdat hij in 1 Johannes 2:1 zegt: „Als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij den Vader.” Maar in 1 Johannes 3:6 lezen wij: „Een ieder, die in Hem blijft, zondigt niet.” De Nieuwe-Wereldvertaling maakt dit alles echter duidelijk, want in 1 Johannes 2:1 staat daar: „Mocht iemand niettemin een zonde begaan, dan hebben wij een helper bij de Vader.” Terwijl 1 Johannes 3:6 luidt: „Een ieder die in eendracht met hem blijft, beoefent geen zonde.”
Iets soortgelijks vinden wij in Lukas 11:5-10, waar Jezus een illustratie gebruikt om ons ervan te doordringen dat wij moeten aanhouden in gebed. Hij zegt dus niet eenvoudig dat als wij „vragen”, „zoeken” en „kloppen”, God ons zal verhoren, maar dat wij moeten ’blijven vragen, blijven zoeken en blijven kloppen’. Er wordt dus te kennen gegeven dat de handeling voortduurt.
Daarnaast maakt de Nieuwe-Wereldvertaling onderscheid tussen het bijvoeglijk naamwoord kalos, dat voortreffelijk, uitnemend, uitgelezen betekent, en agathos, dat voornamelijk de betekenis heeft van iets wat moreel goed is. Jezus sprak in Johannes 10:2-16 dus niet over zichzelf als louter een goede herder, maar als een voortreffelijke, uitnemende herder.
De Nieuwe-Wereldvertaling beveelt zich ook aan doordat ze de enige vertaling is die onderscheid maakt tussen de vijf Hebreeuwse woorden die gewoonlijk met „mens” of „man” worden vertaald. Er is verschil in betekenis van deze woorden, en de schrijvers van de Hebreeuwse Geschriften erkenden het verschil. Daarom geeft de Nieuwe-Wereldvertaling, in overeenstemming met de oorspronkelijke betekenis, adam weer met „aardse mens”, daarmee doelend op de mens als een schepsel van de aarde. Enosj wordt vertaald met „sterfelijke mens” of ’sterveling’; dit beklemtoont de nietige, zwakke toestand waarin de mens verkeert. Geber wordt weergegeven met „fysiek sterke man”, aangezien het Hebreeuwse woord duidt op een sterke man. Isj wordt eenvoudig vertaald met „man”, als onderscheiden van isjah, vrouw, of gewoon een persoon; en zakar wordt vertaald met „man”, „manlijk”, of soortgelijke uitdrukkingen die op het mannelijke geslacht duiden, omdat het over het algemeen wordt gebruikt in verband met seksuele betrekkingen.