’Hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan’
IN PSALM 19 bejubelt David de luister van Gods stoffelijke schepping en geeft hij vervolgens uiting aan zijn warme waardering voor Jehovah’s wet, vermaningen, bevelen, geboden en rechterlijke beslissingen. Ook de apostel Paulus gaf blijk van waardering voor deze dingen. Hij haalde deze psalm aan en breidde de toepassing ervan uit tot het uiterst belangrijke werk van ware christenen. Zo merkte hij met betrekking tot hen op: „Hun geluid [is] over de gehele aarde uitgegaan, en hun uitspraken tot de uiteinden der bewoonde aarde.” — Romeinen 10:18.
Deze „uitspraken” zijn thans voor de gehele mensheid van levensbelang, want Jehovah’s rechterlijke beslissingen kunnen elk moment ten aanzien van het goddeloze samenstel van dingen op aarde ten uitvoer gelegd worden (Zefanja 2:2, 3; 3:8). De mensheid moet beslist op de hoogte gebracht worden van het goede nieuws van Jehovah’s koninkrijk. Waar u thans ook maar kijkt, overal zult u verdeeldheid, wetteloosheid, misdaad, immoraliteit en uiteengevallen gezinnen zien. O ja, er wordt over vrede gesproken, maar de grote wereldmachten blijven steeds geraffineerder wapens fabriceren, terwijl er voortdurend kernmogendheden bij komen. De toestanden op aarde vormen een duidelijke vervulling van de beschrijving die Paulus in 2 Timótheüs 3:1-5 van „de laatste dagen” heeft gegeven.
Wie zullen uit deze vreselijke situatie worden gered, en hoe? Paulus geeft hier een duidelijk antwoord op door de profetie in Joël 2:32 aan te halen: „Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal gered worden” (Romeinen 10:13). Maar hoe kunnen de volken der aarde ’de naam van Jehovah aanroepen’? Veel mensen weten niet eens dat Jehovah Gods naam is! Hoe kunnen deze mensen geholpen worden? Paulus antwoordt dat er predikers naar hen gezonden moeten worden. — Romeinen 10:14-16.
Gelukkig heeft Jehovah zijn Getuigen uitgezonden om de mensen erover in te lichten dat Gods koninkrijk nabij is en dat dit koninkrijk redding tot eeuwig leven zal betekenen voor degenen die God en zijn Zoon, Jezus Christus, leren kennen (Jesaja 43:10, 12; Lukas 21:25, 26, 31; Johannes 17:3). Dit goede nieuws wordt ’op de gehele aarde’ bekendgemaakt.
Miljoenen slaan acht op deze prediking, zoals blijkt uit het wereldomvattende totaal van 9.201.071 personen die op 1 april 1988 de bijeenkomst ter herdenking van Jezus’ dood bijwoonden. Gedurende dat jaar werd er in het wereldomvattende veld een hoogtepunt van 3.592.654 Koninkrijksverkondigers bereikt, terwijl er 239.268 nieuwe bedienaren werden gedoopt — een toename van 3,6 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Zoals verderop in dit tijdschrift zal worden beschreven, hebben getrouwe zendelingen meegeholpen de basis voor deze toename te leggen door het leeuwedeel van de beginwerkzaamheden voor hun rekening te nemen. Maar in recente jaren hebben honderdduizenden plaatselijke Getuigen — degenen die ’geloof hebben gesteld in hetgeen zij hebben gehoord’ — zich de pioniersgeest eveneens eigen gemaakt, zodat zij dagelijks ’het goede nieuws over goede dingen bekendmaken’. Gemiddeld 455.561 Getuigen hebben bericht ingeleverd als pioniers, over het gehele jaar gerekend een toename van 4,4 procent. Dit had tot resultaat dat er in totaal 785.521.697 uur aan de prediking werd besteed, meer dan het dubbele van het totaalaantal uren slechts 6 jaar geleden.
De tabel op de volgende vier bladzijden van dit tijdschrift toont gedetailleerd de omvang van die prediking aan. Wij nodigen u uit dit bericht over de wereldomvattende christelijke activiteit in 1988 te bestuderen.
[Tabel op blz. 4-7]
BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1988 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)