Koninkrijksverkondigers brengen verslag uit
Jehovah zegent volharding
JEHOVAH’S GETUIGEN hebben Jehovah God innig lief en zijn zich er terdege van bewust dat zij tegenover hun medemensen een verantwoordelijkheid dragen, hetgeen hen ertoe brengt te trachten iedereen in de gelegenheid te stellen het goede nieuws van Gods koninkrijk te horen (Matthéüs 24:14). Daarom was een zuster vastbesloten getuigenis te geven aan de soldaten en hun gezinnen die op het militaire terrein in haar gebied woonden.
Iedere keer wanneer zij dit probeerde, ontzegde de dienstdoende commandant haar de toegang. Zij vertelt: „Ik besloot dus contact op te nemen met de bevelvoerende officier, een kolonel. Toen ik zijn secretaris opbelde, weigerde hij mij met de kolonel door te verbinden. Ik nam mij voor de kolonel thuis op te zoeken, aangezien hij niet op het militaire terrein zelf woonde. Toen ik dit deed, vroeg hij mij waar ik vandaan kwam. Gelukkig kon ik zeggen dat ik op het kleine hoofdeiland van Fiji was geboren. Beleefdheidshalve luisterde hij naar mijn verzoek en zei dat hij van Jehovah’s Getuigen had gehoord maar ons werk nog nooit had horen uitleggen. Het gaf mij een schitterende gelegenheid getuigenis aan hem te geven en hij nam drie hulpmiddelen voor bijbelstudie van mij aan. Hij zei me dat ik de volgende dinsdag om 9 uur v.m. op zijn kantoor in de barakken moest zijn. Toen een andere zuster en ik daar aankwamen, waren de wachten reeds over ons bezoek ingelicht en zeiden zij ons dat wij toestemming hadden op het terrein te prediken. De officier van de wacht zei: ’Ik licht alle officieren er nu over in dat op vrijdag alle deuren voor u geopend moeten zijn, en ook al hebben wij allemaal een andere religie, toch zou die van u de religie kunnen zijn die de waarschuwing van het koninkrijk der hemelen en het einde der wereld laat weerklinken.’
„Toen wij op vrijdag aankwamen,” zo vervolgt zij, „ging een militaire geluidswagen het kamp door met de mededeling: ’Er zullen twee oudere vrouwen in het kamp zijn om een waarschuwing te laten weerklinken, dus doe alstublieft uw deur open en luister naar hen. U gelieve niet met hen te argumenteren of u vijandig op te stellen.’ Wij bewerkten het kamp van 8.30 uur v.m. tot 5.00 uur n.m. en verspreidden 100 boeken en 200 tijdschriften. Het resultaat? Er konden veel nabezoeken worden gebracht en veel bijbelstudies worden opgericht.”
Van een ander eiland in het zuiden van de Grote Oceaan, waar speciale pioniers onlangs het predikingswerk hebben geopend, komt een interessante ervaring. Deze speciale pioniers hebben tegenstand te verduren van leiders van de United Church. Tijdens het bezoek van de kringopziener kostte het hun moeite een nabezoek te brengen omdat het dorpshoofd, onder invloed van de kerkleiders, Jehovah’s Getuigen niet toestond zijn dorp binnen te komen. Toen zij arriveerden, was het hoofd niet aanwezig, dus kon de geïnteresseerde persoon bezocht worden en kon er een fijn getuigenis worden gegeven. Bij hun vertrek zagen zij een grote kano aankomen die kennelijk met motorstoring te kampen had, aangezien mensen aan het paddelen waren. Ja, het was het dorpshoofd, die te laat kwam om het nabezoek te verhinderen. Toen de pioniers thuiskwamen, zeiden zij in pidginengels tot de kringopziener: „Wij hebben het gevoel dat een engel zijn motor onklaar gemaakt heeft.”
Jehovah zegende dus de volharding waarmee deze Getuigen gehoorzaam waren aan zijn gebod om „dit goede nieuws van het koninkrijk” te prediken.