Paulus versus Plato over de opstanding
DE apostel Paulus schreef in 1 Korinthiërs 15:35-58 en 2 Korinthiërs 5:1-10 over de opstanding. Volgde hij daarbij de ideeën van Plato en de Griekse filosofen over de onsterfelijke ziel, of was hij in overeenstemming met de leer van Jezus en de overige Geschriften?
De brochure Immortality of the Soul or Resurrection of the Individual: St. Paul’s View with Special Reference to Plato, geschreven in 1974 en goedgekeurd door de aartsbisschop van de Grieks-Orthodoxe Kerk van Noord- en Zuid-Amerika, geeft een onthullend antwoord. Na de aard van de opstanding in de bovengenoemde schriftplaatsen en de hellenistische invloeden van die tijd besproken te hebben, komt de schrijver tot de volgende conclusie:
„Plato leert dat de ziel oneindig en eeuwig blijft bestaan, los van het lichaam. De ziel is voor Plato inherent en intrinsiek onsterfelijk . . . St.-Paulus leert een dergelijke zienswijze niet en maakt er ook geen enkele aanspraak op dat te doen . . .
De Apostel Paulus houdt zich niet bezig met de onsterfelijkheid van de psyche of de geest als afgescheiden en onderscheiden delen, maar met de opstanding van het gehele uit ziel en geest samengestelde lichaam van de mens krachtens de opstanding van Christus. Paulus’ opvatting omtrent het opstandingslichaam heeft niets te maken met het tot leven wekken van dode lichamen uit het graf.
Zijn opvatting omtrent het opstandingslichaam kan wellicht beter onder woorden worden gebracht als de door Gods kracht bewerkte transformatie, herschepping en reconstructie van de gehele mens als eenheid, van dezelfde persoon, van de persoonlijkheid, van het psychosomatische organisme, van het werkelijke psychofysische individu. Onze toekomstige opstanding zal ons niet iets geven wat wij van nature bezitten, maar zal een schitterende gave van God zijn.”
Nee, onsterfelijkheid is geen inherent bezit van de mens. Ze is veeleer een kostbare en edelmoedige gave van Jehovah door bemiddeling van onze Heer Jezus Christus aan degenen die de gezalfde christelijke gemeente vormen. — 1 Korinthiërs 15:20, 57; Filippenzen 3:14.
[Illustratie op blz. 9]
De Griekse filosoof Plato
[Verantwoording]
Foto: Vaticaanse Musea