„De leliën des velds”
WERKLOOSHEID. Stijgende prijzen. Armoede. Economische depressie. Deze woorden verschijnen steeds vaker in de nieuwsbulletins. En ze zijn een weerspiegeling van de problemen die miljoenen onder de ogen moeten zien terwijl zij proberen in voedsel, kleding en onderdak voor hun gezin te voorzien.
Gelovige en ongelovige mensen worden evenzeer getroffen. Maar gelovige mensen worden bij het onder de ogen zien van die problemen niet aan hun lot overgelaten. Toen Jezus tot nederige mensen uit de eerste eeuw sprak, zei hij: „Slaat oplettend de vogels des hemels gade, want ze zaaien niet, noch oogsten ze, noch vergaren ze in voorraadschuren; toch voedt uw hemelse Vader ze. Zijt gij niet meer waard dan deze?” — Mattheüs 6:26.
Jezus zei ook: „Leert een les van de leliën des velds, hoe ze groeien; ze zwoegen niet en spinnen niet; maar ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet als een van deze getooid was. Indien God nu de plantengroei van het veld . . . aldus bekleedt, zal hij u dan niet veeleer bekleden?” — Mattheüs 6:28-30.
Betekent dit dat een christen niet hoeft te werken voor de kost? In geen geval! Een christen werkt zo hard als nodig is om zijn rekeningen te betalen. De apostel Paulus zei: „Als iemand niet wil werken, laat hij dan ook niet eten” (2 Thessalonicenzen 3:10). Niettemin is de christen zich bewust van Gods liefdevolle zorg en heeft hij het vertrouwen dat zijn hemelse Vader over hem waakt. Bijgevolg wordt hij door de zorgen des levens niet uit zijn evenwicht gebracht. Zelfs in moeilijke tijden stelt hij belangrijke zaken — geestelijke zaken — op de eerste plaats. Hij gelooft Jezus’ woorden: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd.” — Mattheüs 6:33.