Geleerde is onder de indruk van de Nieuwe-Wereldvertaling
VOLGENS dr. Rijkel ten Kate, kenner van het klassieke Grieks, geven Nederlandse bijbelvertalingen bepaalde woorden niet nauwkeurig weer. In Lukas hoofdstuk 2 treffen wij bijvoorbeeld drie verschillende Griekse woorden aan (breʹfos, paiʹdi·on en pais) die worden gebruikt om de opeenvolgende fases van Jezus’ groei te omschrijven. Elk van deze woorden heeft een andere betekenisnuance. Maar in veel bijbels worden twee van deze woorden of alle drie vaag weergegeven met „kind”. Wat is de juiste vertaling?
Dr. ten Kate legt uit dat in vers 12 het Griekse woord breʹfos „een jonggeborene, een baby” betekent. Paiʹdi·on, dat in vers 27 wordt gebruikt, betekent „jongetje of kind”, en pais, dat in vers 43 wordt aangetroffen, dient met „jongen” te worden weergegeven. „Voorzover ik weet,” schreef dr. ten Kate in het tijdschrift Bijbel en Wetenschap van maart 1993, „is in geen enkele Nederlandse vertaling dit adequaat, d.w.z. geheel in overeenstemming met de grondtekst, weergegeven.”
Later kreeg dr. ten Kate de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift te zien, die in twaalf talen verkrijgbaar is, met inbegrip van het Nederlands. Zijn reactie? „Ik ben zeer verrast”, zei hij, „dat er toch een Nederlandse bijbel is, waarin terecht rekening is gehouden met het verschillend gebruik van de 3 Griekse woorden: breʹfos, paiʹdi·on en pais.” Worden deze verzen in de Nieuwe-Wereldvertaling in overeenstemming met de oorspronkelijke Griekse tekst vertaald? „Volledig akkoord!”, antwoordt dr. ten Kate.