Help anderen op de weg naar het leven
1 Hoewel het leven onder de huidige omstandigheden voor veel mensen heel wat problemen brengt, is de mens toch ten zeerste gehecht aan zijn leven. De kringloop van geboorte, ziekte of ouderdom en ten slotte de dood mag dan over het algemeen wel als iets normaals worden beschouwd, toch blijft de mens deze droevige dingen een raadsel vinden. Hoe bevoorrecht zijn wij dat wij over iets beschikken dat mensen kan helpen de uitweg te zien en hun voeten stevig op de weg van het „werkelijke leven” te plaatsen. — 1 Tim. 6:19.
2 De maand mei is speciaal opzij gezet om een poging te doen ons hele gebied met het boek Is dit leven alles wat er is? te bewerken. Aangezien onze velddienst zich in de eerste plaats richt op het opwekken van belangstelling voor de bijbel zullen wij ons erop willen toeleggen de bijbel in onze aanbieding te gebruiken. Jezus zei tot de Samaritaanse vrouw bij de bron van Sichar dat het water dat hij zou geven in iemand een bron van water zal worden dat opborrelt om eeuwig leven te schenken (Joh. 4:14). Ook wij kunnen dit waarheidswater in overvloed geven door, indien mogelijk, iets uit de Griekse Geschriften voor te lezen (Joh. 6:35; 14:6; 17:3; Openb. 21:4). De aanbieding van het boek kan hier logisch op aansluiten — zie bijv. hfdst. 3, 16, 17, 18, 19, 21.
3 Is het voldoende slechts een goed gesprek te hebben of lectuur te verspreiden? Wij willen in gedachten houden dat Jezus heeft gezegd dat wij, ten einde eeuwig leven te ontvangen, zowel hem als zijn Vader moeten leren kennen (Joh. 17:3) Hiervoor zijn onverdroten inspanningen nodig en moeten wij op geregelde in basis over Gods voornemen spreken. In deze Koninkrijksdienst wordt in de nieuwe rubriek „Onderwerpen voor gesprekken in de velddienst” gewezen op de noodzaak mensen te helpen de bijbel te begrijpen. Wanneer je daarom bij je eerste bezoek niet direct een bijbelstudie kunt oprichten, bereid hier dan toch de weg voor door te proberen een vaste afspraak te maken om nog eens terug te komen. Help anderen op de weg naar het leven.
4 Om anderen werkelijk te helpen, moet er van binnenuit een verlangen bij ons aanwezig zijn iets van onze tijd te geven. Waarom zouden wij onze persoonlijke omstandigheden niet nog eens beschouwen om te zien of wij in deze tijd, nu de dagen langer zijn, misschien niet meer tijd aan de velddienst zouden kunnen besteden? De zomer is een goede tijd voor grotere activiteit in de dienst want de omstandigheden zijn gunstiger. In plaats van ’s avonds slechts één uur te werken, zouden wij ertoe kunnen besluiten ’s avonds langer te werken. De begintijd voor de avondacties kan misschien hieraan aangepast worden. Wij willen ons niet laten ontmoedigen door het feit dat er steeds minder mensen thuis worden getroffen. Zou dit niet veeleer op de noodzaak duiden nu meer tijd aan de prediking te besteden omdat de omstandigheden ongunstiger zijn geworden? Het enige juiste antwoord op ontmoedigende omstandigheden is dus positieve actie om door meer krachtsinspanningen het hoofd te bieden aan negatieve factoren. Als wij allen goed beseffen wat de apostel Paulus in Filippenzen 3:13, 14 zei dan zullen wij deze lente en zomer graag meer tijd aan de dienst besteden. Vele anderen zullen hierdoor geholpen worden de weg naar het leven te vinden.