Wat zal er met de wereldreligie gebeuren?
WAT is de bestemming van de wereldreligie? Het antwoord op deze vraag kunnen wij verkrijgen door twee andere vragen te beschouwen: Hoe denkt God over de religie? en: Is ze voor de mensheid van enige waarde?
Hoe denkt u dat de Schepper, met het oog op het bericht dat de wereldreligie heeft opgebouwd, alles wat de religie zijn schepping, de menselijke familie, heeft aangedaan, zal bezien? Zou u iemand die uw familie had misleid en tegen u had opgezet, vriendelijk gezind zijn?
De wereldreligie is waarlijk een valse religie gebleken met de religies van de christenheid als het meest laakbare deel ervan. Hun grootste misdaad is de ontheiliging van Gods naam, waarbij zij zelfs zover gaan dat zij zeggen: „God is dood”. Zij hebben hun aanhangers van Gods Woord afgewend — hoevelen in de christenheid weten feitelijk wat er in de bijbel staat? De wereldreligie heeft gewezen op politieke leiders en hen verheerlijkt als degenen die wereldvrede kunnen brengen, daarbij God en zijn Messiaanse koninkrijk terzijde schuivend. Ze heeft de mensheid tot oorlog, immoraliteit en zelfs tot atheïsme geleid.
De geestelijken kunnen zich niet verontschuldigen met te zeggen dat de verkeerde handelwijze van de mensen hun niet kan worden aangerekend. Jehovah’s woorden tot hun tegenhangers, de joodse religieuze leiders, tonen aan dat zij er wel degelijk voor verantwoordelijk gesteld worden. Hij zei: „Indien zij in mijn intieme groep hadden gestaan, dan zouden zij mijn volk míjn woorden hebben doen horen, en zij zouden hen van hun slechte weg en van de slechtheid van hun handelingen hebben doen terugkeren.” — Jer. 23:22.
Van geen waarde voor de mensheid
God heeft altijd geweten wie valse „herders” waren, maar hij heeft hen laten begaan, zodat „hun uitzinnigheid . . . allen zeer duidelijk [zal] zijn”, om de woorden van de apostel Paulus te gebruiken toen hij sprak over mensen die in zijn tijd de waarheid tegenstonden. — 2 Tim. 3:8, 9.
God toont zeer duidelijk aan dat de wereldreligie hem niet heeft vertegenwoordigd. Zijn zoon Jezus Christus heeft dienovereenkomstig gewaarschuwd tegen de belijders van de wereldreligie, voornamelijk tegen de leiders ervan:
„Wacht u voor de valse profeten, die in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. . . . elke goede boom [brengt] voortreffelijke vruchten voort, maar elke rotte boom brengt waardeloze vruchten voort; een goede boom kan geen waardeloze vruchten dragen, noch kan een rotte boom voortreffelijke vruchten voortbrengen. Elke boom die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Aan hun vruchten zult gij die mensen dus waarlijk herkennen.” — Matth. 7:15-20.
Er zal derhalve tegenover God rekenschap afgelegd moeten worden. Jezus vervolgt dan ook:
„Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ En toch zal ik dan in het openbaar bekendmaken: Ik heb u nooit gekend! [Christus heeft hen nooit als zijn vertegenwoordigers erkend.] Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid.” — Matth. 7:21-23.
God vernietigt de wereldreligie
De Almachtige God zelf zal verantwoordelijk zijn voor de voltrekking van het vonnis aan hen die hem verkeerd hebben voorgesteld. De bijbel zegt over de, door een hoer gesymboliseerde wereldreligie: „Haar zonden hebben zich helemaal tot aan de hemel opgehoopt, en God heeft zich haar ongerechtigheden herinnerd. . . . Daarom zullen op één dag haar plagen komen, dood en rouw en hongersnood, en ze zal geheel verbrand worden met vuur, want Jehovah God, die haar heeft geoordeeld, is sterk.” — Openb. 18:5-8.
Wie zullen bij de vernietiging van dit op een hoer gelijkende rijk van wereldreligie als Gods instrument dienen? Niemand anders dan haar „bedgenoten”, de politieke heersers. In het verleden zijn de religieuze leiders, zelfs door regeerders, gevreesd en geëerd; maar zij verliezen nu snel hun macht; zelfs al laten zij hun volgelingen op populaire politici stemmen.
De politieke heersers die de wereldreligie als waardeloos beschouwen en de rijkdommen die ze bezit hard nodig hebben, zullen zich tegen haar keren. Wat zal in hun handen haar lot zijn? De bijbel beschrijft:
„De tien horens [die de koningen of heersers van de wereld voorstellen (zie vers 12)] die gij gezien hebt, en het wilde beest [een politieke organisatie], die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en zij zullen haar vleesdelen [haar organische delen] opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden. Want God heeft het hun in het hart gegeven zijn gedachte uit te voeren.” — Openb. 17:16, 17.
En deze vernietiging van wereldreligie is zeer nabij, want alle elementen en omstandigheden zijn aanwezig. Daarbij komt nog dat de religieuze leiders het optreden van de regeerders verhaasten door hen als nooit tevoren te ergeren. Hun opstandige taal, hun inmenging in politieke zaken en het deelnemen van sommigen onder hen aan daadwerkelijke opstand brengt hen in een zeer slechte verhouding met de heersers. Zij worden de heersers ’een doorn in het vlees’ en wekken daardoor hun haat op. Er hangt de wereldreligie dus een spoedige vernietiging boven het hoofd. Haar val kan op een dag verrassend onverhoeds komen (Openb. 18:17, 21). Vandaar Gods dringende waarschuwing:
„Gaat uit van haar [het op een hoer gelijkende rijk], mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen.” — Openb. 18:4.
Hoe staat het met de ware religie?
Hoe zal het echter gaan met de religie die Gods wetten navolgt en hem op een juiste wijze als de Universele Soeverein vertegenwoordigt? Kan en wil God mensen die overeenkomstig de ware aanbidding leven, bewaren als hij het vonnis aan de wereldreligie voltrekt?
De apostel Petrus gebruikt het voorbeeld van Gods dienaar Lot, die met goddelijke hulp uit Sodom vandaan werd gehaald voordat God die stad verwoestte. Petrus zegt: „Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden, maar onrechtvaardigen te bewaren voor de dag van het oordeel om afgesneden te worden.” — 2 Petr. 2:6-10; Gen. 19:15-17.
Jezus Christus heeft gesproken over de tijd waarin hij de macht om te regeren zou gaan overnemen. Hij voorzei dat er een scheidingswerk op aarde zou plaatsvinden, een bijeenverzameling van ’met schapen te vergelijken’ mensen die liefde en eerbied voor Christus en voor zijn vertegenwoordigers op aarde hebben. Aan de andere kant zouden de „bokken” worden verzameld, zij die hem niet eerbiedigen.
Wat zal er met die beide groepen gebeuren? Jezus verklaarde: „Dan zal de koning tot die aan zijn rechterhand [de „schapen”] zeggen: ’Komt, gij op wie de zegen van mijn Vader rust, beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid.’” Daarna spreekt hij over de „bokken” en zegt: „Dezen zullen heengaan in de eeuwige afsnijding, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.” — Matth. 25:31-34, 46.
Na het einde der wereldreligie
De wereldreligie zal dus tot opluchting en zegen van de hele mensheid de vernietiging ingaan, maar de ware religie zal blijven bestaan en de aarde vullen. In het laatste boek van de bijbel beschrijft de apostel Johannes een visioen van degenen die zullen overblijven en zegt:
„Ik [zag], en zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam.” „Zij verrichten dag en nacht heilige dienst voor [God] in zijn tempel, en hij die op de troon is gezeten, zal zijn tent over hen uitspreiden.” — Openb. 7:9, 15.
Hoe gelukkig zal het lot van die overlevenden zijn! Zij zullen een nieuwe ordening van vrede en gezondheid binnengaan. Zij zullen ook de onvergelijkelijke vreugde beleven hun geliefden, van wie velen als slachtoffer van de wereldreligie zijn gevallen, uit het graf te zien terugkomen.
Johannes zegt in de verdere beschrijving van zijn visioen:
„En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boekrollen geopend. Maar er werd een andere boekrol geopend; het is de rol des levens. En de doden werden geoordeeld op grond van de dingen die in de boekrollen geschreven stonden, overeenkomstig hun daden.” — Openb. 20:12.
Die „daden” zijn niet hun verkeerde daden uit het verleden die zij onder invloed van valse religie hebben begaan. Zulke daden worden niet opnieuw tegen hen ingebracht om hen nogmaals te veroordelen; anders zou hun opstanding geen zin hebben. Neen, het zijn de daden welke zij onder de rechtvaardige heerschappij verrichten, overeenkomstig de „boekrollen” van de dan geldende wetten van God.
Wanneer de mensheid dan bevrijd is van de wereldreligie, zal ze niet meer misleid worden met betrekking tot de vraag wie God is. Ze zal hem en zijn wegen grondig leren kennen. Dan zal het beginsel bewaarheid worden: „Wanneer er van u afkomstige oordelen voor de aarde zijn, is het rechtvaardigheid wat de bewoners van het produktieve land stellig zullen leren.” — Jes. 26:9.
De aardbewoners zullen dan vreugde beleven aan een leven overeenkomstig Jehovah’s wetten, want zij zullen ondervinden dat deze wetten hun tot welzijn zijn. — Ps. 19:9.
Dan zal niet de verdeeldheid zaaiende valse religie, maar de ware aanbidding van Jehovah God als een volmaakte band van eenheid op de aarde heersen (Fil. 1:27; Kol. 3:14). Dan kan er gezegd worden: „De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openb. 21:3, 4.
[Illustratie op blz. 26]
Na het einde van de wereldreligie zal er een nieuwe ordening van vrede en gezondheid komen. Verdriet en zelfs de dood zullen er niet meer zijn