Wat is er gaande in de religie?
HEBT u zich ooit afgevraagd wat er eigenlijk gaande is in de religie? Wat is de betekenis van alle beroering in de kerken? Kan men er aan verbinden dat de religie een aflopende zaak is?
’In geen geval!’ zullen ongetwijfeld sommigen hierop antwoorden. Het is niet denkbeeldig dat zij in een streek wonen waar velen nog tot een kerk behoren en waar zondagsmorgens de diensten nog druk worden bezocht. Toch is het duidelijk dat zo’n situatie veeleer uitzondering dan regel is.
De snelle achteruitgang in het kerkelijk leven is zelfs een alledaags onderwerp van gesprek geworden. In het katholieke tijdschrift St. Anthony Messenger van mei 1973 stond onder meer:
„De afneming van het aantal bekeerlingen vormt slechts één aspect van de malaise waarin het katholicisme vandaag de dag verkeert. Priesters en nonnen verlaten hun posten, seminaries berichten over dalingen van het aantal inschrijvingen, parochiescholen sluiten hun deuren, jonge katholieken verwerpen traditionele religieuze en morele waarden, terwijl het misbezoek op zondag terugloopt.”
Deze teruggang is niet alleen in de katholieke religie waar te nemen. Ook andere kerken vertonen het beeld van dalend kerkbezoek, en worden eveneens door miljoenen in de steek gelaten. Vorig jaar mei klaagde een kerkfunctionaris op de 185e algemene synode van de Presbyteriaanse Kerk in Amerika erover dat er bij de Presbyterianen „wat het aantal lidmaten betreft, een zelfde dalende tendens was waar te nemen als bij vele van onze zusterkerken”.
Veel ernstiger dan het verlies van lidmaten, is evenwel de afval onder de geestelijkheid. Baptistenpredikant W. Carr schrijft in zijn nieuwe boek At the Risk of Idolatry: „Geestelijken vinden het even moeilijk om in de kerk te blijven als de leken. Velen van mijn ambtgenoten zijn reeds uitgetreden. En nog velen meer zijn hetzelfde van plan. De exodus vertoont nog geen tekenen van vermindering.”
Volgens de voorspelling van episcopaal priester J. W. Downing, directeur van een bureau dat zich ten doel stelt voormalige priesters en predikanten aan een wereldse betrekking te helpen, zal tegen 1975 in de Verenigde Staten de helft van alle geestelijken zijn uitgetreden. Is dit een reële mogelijkheid?
Een verslag in het Yearbook of American Churches 1972 toont aan dat dit inderdaad niet is uitgesloten. „Bij een landelijke opiniepeiling”, aldus dit Yearbook, „verklaarden bijna vier van de tien jonge protestantse en katholieke geestelijken dat zij serieus overwegen het kerkelijk leven vaarwel te zeggen. Onder joodse geestelijken is de verhouding zes op tien.”
De vooruitzichten op vervanging van de vertrekkende geestelijken zijn bepaald somber te noemen. Maar heel weinig mensen verlangen nog naar een geestelijk ambt, met het gevolg dat vele seminaries sluiten. In slechts één gebied in het midden van de Verenigde Staten zijn sedert 1967 twaalf van de eertijds drieëndertig seminaries gesloten! In The Christian Century stond de opmerking: „Protestantse seminaries verdorren en katholieke sterven aan de wijnstok.”
Ook in andere landen is de situatie ernstig. „Achttienduizend kerken, kapellen en oratoriums staan in Frankrijk leeg of staan op het punt leeg te komen”, berichtte de Parijse Journal du Dimanche van 18 januari 1970. „Dit betekent dat meer dan de helft van de plaatsen van aanbidding in Frankrijk gedoemd zijn te verdwijnen.” De in Ottawa verschijnende Citizen van 6 januari 1973 meldt: „In de afgelopen paar jaar zijn er in Groot-Brittannië 5000 [kerken] gesloten.”
Deze teruggang dreigt de wereldreligie ernstig te gaan verlammen. Maar wat steekt er achter? Waarom hebben zovelen de kerk verlaten of brengen er, op zijn minst genomen, nog slechts weinig bezoeken aan?
Oorzaken van achteruitgang
Ten eerste kan er worden gesteld dat de mensen langzamerhand gaan walgen van de manier waarop de kerken de nadruk blijven leggen op geld en alles wat daarmee samenhangt. „’Ik zal u zeggen hoe de instelling van de kerk is’, zo begon een actieve lutheraan. ’Ze is hebzuchtig. Ze wil uw geld. . . . Zij doen altijd alsof zij niet genoeg kunnen krijgen.’” Was u een dienovereenkomstige mening toegedaan? Mensen die er zo over denken verlaten de religie. — The Lutheran, 6 november 1968.
Veel mensen zijn tegelijk verontrust over de betrokkenheid van religie bij politieke zaken. Het tijdschrift Reader’s Digest van oktober 1971 bevatte een artikel met als titel „Moeten onze kerken de revolutie bekostigen?”, waarin werd verklaard: „De Wereldraad van Kerken maakt gebruik van kerkelijke macht en kerkelijke gelden om opstandige bewegingen in de Verenigde Staten en Afrika te steunen.” Is de kerk waarmee u bent verbonden, diep verwikkeld in politieke aangelegenheden?
De geestelijkheid heeft zich niet beziggehouden met het aan haar toegewezen werk, bestaande in het onderwijzen van Gods Woord, en dit heeft velen bedroefd. „Jazeker, wij zijn bijbelanalfabeten”, gaf een vrouw in The Arizona Republic toe. „De predikanten prediken of onderwijzen het evangelie niet meer.” Is het dan nog een wonder dat mensen de religie verlaten?
Veel mensen zijn van mening dat de kerken God eenvoudig niet dienen. De omslag van het maart-nummer van Ladies’ Home Journal van 1969 droeg de opvallende kop: „1000 vrouwen berichten: ’God is niet meer in de Kerk te vinden!’”
Zou het kunnen zijn dat de Almachtige God het zelf ook oneens is met de kerken?
Religie die door God wordt afgekeurd
Gods Zoon Jezus Christus maakte bij een bepaalde gelegenheid duidelijk dat God niet alle religie goedkeurt. En de woorden die hij toen uitsprak, zijn in het bijzonder van toepassing op alle beoefenaars van religie die niet strookt met de wil van zijn Vader:
„Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ En toch zal ik hun dan in het openbaar bekendmaken: Ik heb u nooit gekend! Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid.” — Matth. 7:21-23.
Werkers der wetteloosheid! Zou u geïdentificeerd willen worden met een vorm van religie die volgens God wetteloosheid bewerkt? ’Maar’, zo werpt u misschien tegen, ’God zal een religieus stelsel toch nooit op die manier bezien, is het wel?’
O ja, beslist wel! Neem als voorbeeld het joodse religieuze stelsel in de eerste eeuw, waarvan de aanhangers beleden Gods wil te doen maar deze in werkelijkheid niet deden en er de voorkeur aan gaven hun eigen ideeën in plaats van Gods Woord na te volgen (Matth. 15:1-9, 12-14). Gods Zoon Jezus Christus zei tot de leiders ervan: „Ziet! Uw huis wordt u verlaten achtergelaten.” „Het koninkrijk Gods zal van u worden weggenomen.” En dat is precies wat er gebeurde! Het gehele religieuze stelsel van die dagen werd door God verworpen. Dientengevolge stierf het geen langzame dood, neen, maar werd het in 70 G.T. volkomen weggevaagd — werden de tempel, de priesters en de aanhangers ervan vernietigd, zoals Gods Zoon had voorzegd. — Matth. 23:38; 21:43; Luk. 19:41-44.
Hoe staat het er met uw religie voor? Hoe staat ze er bij God voor? Er bestaat een manier om daar achter te komen.