Wat is de zienswijze van de bijbel?
Is Jezus aan een kruis gestorven?
WAS het een vergissing? Hadden de kerkleiders een fout gemaakt? Niet lang geleden zullen heel wat inwoners van Cartagena (Spanje) zich dat hebben afgevraagd. Waarom? Omdat op een afbeelding ter gelegenheid van de Heilige Week Jezus niet aan een kruis maar aan een paal was afgebeeld, een rechtopstaande paal, waaraan een dwarsbalk ontbrak.
Eeuwenlang hebben belijdende christenen geleerd dat Jezus Christus aan een kruis ter dood is gebracht. Voor velen hebben crucifixen — beelden van Jezus aan het kruis een speciale betekenis. En zou Christus dan misschien toch niet aan een kruis gestorven zijn?
Diverse soorten van kruisen zijn vanaf de vroegste tijden in zwang geweest. In The Encyclopaedia Britannica staat hierover: „Het is vanwege zijn eenvoud van vorm dat het kruis vanaf de dageraad der menselijke beschaving zowel religieus symbool als sierelement is geweest. Diverse voorwerpen, daterend van reeds lang vóór de christelijke jaartelling, heeft men gevonden, versierd met kruisen van verschillende vorm, en dat in bijna alle delen van de oude wereld” (de elfde uitgave, Deel VII, blz. 506). Het kruis is derhalve niet, wat sommigen misschien hebben gedacht, van „christelijke” oorsprong. Natuurlijk hoeft dat op zich nog niet te betekenen dat Jezus niet aan een kruis is gestorven.
En er zijn in de geschiedenis ook inderdaad mensen geweest die aan een kruis zijn terechtgesteld. De Romeinen echter brachten ook vaak mensen ter dood door hen aan een paal zonder dwarsbalk te hangen. Zou dat in Jezus’ situatie het geval kunnen zijn geweest?
Als een kunstenaar uit die tijd de stervende Jezus op Golgotha had kunnen aanschouwen, zou hij ons een betrouwbare afbeelding van die hoogst belangrijke gebeurtenis hebben kunnen geven. Maar een kunstwerk in die zin bestaat er niet, en de latere traditie is stellig niet overtuigend. Niettemin hebben we de beschikking over de woorden van een ooggetuige. Wie?
Toen Jezus aan dat martel- en terechtstellingswerktuig hing en naar beneden blikte, zag hij „de discipel die hij liefhad”, de apostel Johannes. Aan hem droeg Jezus de zorg voor zijn moeder Maria op (Joh. 19:25-30). Johannes was dus ter plaatse aanwezig en hij wist of Jezus al dan niet aan een kruis stierf.
Om het instrument aan te duiden waarmee Jezus werd gedood, gebruikte Johannes het Griekse woord stauros, een woord dat in de Nieuwe-Wereldvertaling is vertaald met het woord „martelpaal” (Joh. 19:17, 19, 25). In het klassieke Grieks duidt het woord stauros op hetzelfde als in het gewone of volks-Grieks van de Christelijke Geschriften — in de eerste plaats op een rechtopstaande staak of paal zonder dwarsbalk. Het is interessant om te lezen wat J. Denham Parsons schrijft in zijn boek The Non-Christian Cross („Het niet-christelijke kruis”): „In de talrijke Geschriften die het Nieuwe Testament vormen, komt in het oorspronkelijke Grieks geen enkele zin voor waaruit zelfs maar indirect zou blijken dat de stauros die in het geval van Jezus werd gebruikt iets anders zou zijn dan een gewone stauros — nog veel minder dat hij niet uit één maar uit twee op elkaar gespijkerde stukken hout zou bestaan, in de vorm van een kruis.”
In een bijbels woordenboek, The Interpreter’s Dictionary of the Bible, staat met betrekking tot stauros: „Letterlijk een rechtopstaande staak, paal of mast . . . Als terechtstellingswerktuig was het kruis een verticaal in de grond gestoken paal. Vaak, maar lang niet altijd, was een horizontaal stuk aan het verticale deel bevestigd.” In een ander naslagwerk staat: „Het Griekse woord voor kruis, stauros, is in de juiste zin van het woord een paal, een opstaande mast, of afrasteringspaal, waaraan iets kon worden gehangen, of die kon worden gebruikt voor het ompalen [omheinen] van een stuk grond. . . . Zelfs onder de Romeinen schijnt de crux (waarvan ons woord kruis is afgeleid) van oorsprong een opstaande paal te zijn geweest, en dit is altijd het belangrijkste onderdeel gebleven.” — The Imperial Bible-Dictionary.
In het boek The Cross and Crucifixion, door H. Fulda, staat: „Jezus stierf aan een enkelvoudige sterf-paal: ter ondersteuning hiervan spreekt (a) het toen algemene gebruik van deze terechtstellingsmethode in het Oosten, (b) indirect de geschiedenis zelf van Jezus’ lijden en (c) tal van uitspraken van de vroege kerkvaders.” Fulda wijst ook nog op de oudste illustraties van Jezus’ lijden, die hem afbeelden als hangend aan een enkelvoudige paal.
De christelijke apostel Paulus schrijft: „Christus heeft ons losgekocht van de vloek der Wet door voor ons in de plaats een vloek te worden, want er staat geschreven: ’Vervloekt is een ieder die aan een hout is gehangen’” (Gal. 3:13). Deze aanhaling van hem is uit het bijbelboek Deuteronomium waarin staat wat er diende te gebeuren met het lichaam van een terechtgestelde persoon. Dit moest aan een „paal” komen te hangen, met als bijkomende bepaling dat „zijn dode lichaam niet de hele nacht aan de paal [dient] te blijven hangen; maar gij dient hem in elk geval dezelfde dag nog te begraven, want een gehangene is iets wat door God vervloekt is; en gij moogt uw bodem niet verontreinigen”. — Deut. 21:22, 23.
Was deze „paal” een kruis? Neen. In feite hadden de Hebreeën voor het traditionele kruis zelfs geen apart woord. Om zo’n voorwerp aan te duiden gebruikten zij de uitdrukking „schering en inslag”, daarmee zinspelend op de kruisvormige loop van de lengte- en inslagdraden van een weefsel. In Deuteronomium 21:22, 23 is ets het Hebreeuwse woord dat met „paal” is vertaald. Ets duidt in eerste betekenis op een boom of een stuk hout, en inzonderheid op een houten paal. Terechtstellingskruisen waren bij de Hebreeën niet in gebruik. Het Aramese woord a, overeenkomend met de Hebreeuwse uitdrukking ets, komt voor in Ezra 6:11, waar ten aanzien van de overtreders van een verordening van een Perzische koning wordt gezegd: „Een balk [zal] uit zijn huis . . . worden gerukt en hij [zal] daaraan gehangen . . . worden.” Het is duidelijk dat aan zo’n enkele balk geen dwarsbalk zat.
Bij het weergeven van Deuteronomium 21:22, 23 („paal”) en Ezra 6:11 („balk”) hebben de vertalers van de Septuaginta-vertaling het Griekse woord xulon gebruikt, hetzelfde woord dat Paulus in Galaten 3:13 bezigt. Ook de apostel Petrus sprak over xulon, toen hij schreef dat Jezus „in zijn eigen lichaam onze zonden gedragen [heeft] aan het hout” (1 Petr. 2:24). En zo zijn er trouwens nog veel meer plaatsen in de bijbel waarin xulon wordt gebruikt om te verwijzen naar de „paal” waaraan Jezus heeft gehangen (Hand. 5:30; 10:39; 13:29). Dit Griekse woord heeft, zoals ook in veel Nederlandse vertalingen is weergegeven, de grondbetekenis van „hout”. Er is in het geval van Jezus’ marteldood niets dat ook maar wijst op een paal met een dwarsbalk.
Alles duidt er dus op dat Jezus niet aan het traditionele kruis is gestorven. Vandaar dat Jehovah’s getuigen, die eens een afbeelding van het kruis op de voorpagina van hun tijdschrift De Wachttoren hadden staan, dit symbool niet langer gebruiken. Trouwens, het instrument van Jezus’ lijden en dood verdient net zo min verering als de galg waaraan een ons geliefd persoon onrechtvaardig zou zijn gestorven. Bovendien is het Gods Woord zelf dat een dergelijke verering verbiedt. Want er staat: „Ontvliedt de afgoderij”, en: „Wacht u voor de afgoden.” — 1 Kor. 10: 14; 1 Joh. 5:21.
Betekent dit nu dat Jehovah’s getuigen weinig om de dood van Jezus Christus geven? Neen. Zij weten dat door middel daarvan God het rantsoen heeft verschaft om de gelovende mensheid van de slavernij aan zonde en dood te bevrijden (1 Tim. 2:5, 6). Dit soort van aangelegenheden wordt vaak op hun vergaderingen besproken. En net als de vroege christenen, herdenken zij jaarlijks Jezus’ dood gedurende hun viering van het avondmaal des Heren (1 Kor. 11:23-26). Op al deze bijeenkomsten in hun plaatselijke Koninkrijkszalen bent u van harte welkom.