Wat is de zienswijze van de bijbel?
Hoe lang kan de mens leven?
„DE MENS, uit een vrouw geboren, leeft korte tijd.” Niemand zal deze woorden van de bijbelse patriarch Job willen betwisten (Job 14:1). Maar hebt u zich ooit afgevraagd waarom mensen oud worden en sterven? Is er een manier om dit proces om te keren? Hoe lang zou de mens onder volmaakte omstandigheden kunnen leven?
Uit experimenten met menselijke cellen is gebleken dat ze zichzelf thans niet tot in het oneindige vernieuwen. Het is alsof een „biologische klok” ze na een bepaald aantal delingen laat sterven. Maar door welke oorzaak?
Sommige onderzoekers spelen met de gedachte dat er iets mis gaat met de chemische activiteit in de kern van de cellen; volgens een andere theorie moet het probleem meer gezocht worden in het celmateriaal dat de kern omgeeft. Weer anderen theoretiseren dat de moeilijkheid wellicht zijn oorsprong heeft in een bepaald deel van de hersenen of intreedt wanneer het weerstandsvermogen van het lichaam tegen ziekten achteruit gaat.
Maar dit zijn slechts theorieën. Een groep van topautoriteiten op het gebied van de veroudering, wees daar onlangs nog op met de woorden: „Ondanks jaren van onderzoek, weet nog niemand waarom mensen oud worden. Dat is een van de grootste mysteries van het leven.”
De bijbel echter verklaart niet alleen waarom mensen oud worden en sterven, maar geeft ook een gefundeerde hoop op een ontzettend lang leven in de nabije toekomst. Hoe dat?
Ten eerste de vraag waarom de mens sterft. De eerste maal dat in de Schrift melding wordt gemaakt van de dood, is in Genesis 2:16, 17, toen God aan Adam gebood: „Van elke boom van de tuin moogt gij tot verzadiging eten. Maar wat de boom van kennis van goed en kwaad betreft, gij moogt daarvan niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, zult gij beslist sterven.” Oorspronkelijk was het dus niet Gods bedoeling dat de mens zou sterven. Gehoorzaamheid aan Hem zou tot eeuwig leven op aarde hebben geleid.
Maar Adam en Eva bleven niet gehoorzaam. Zij „zondigden” tegen God, en misten daarmee het doel van hun bestaan, te leven overeenkomstig Gods volmaakte maatstaven. Dit verwoestte hun verhouding tot God en leidde tot schade aan hun geest, hart en lichaam. Hoe zou dit van invloed zijn op hun eventuele nageslacht?
Merk op wat staat in Romeinen 5:12; daar lezen wij dat „door bemiddeling van één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door middel van de zonde de dood, en aldus de dood zich tot alle mensen heeft uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden”. Zoals de wetten van de erfelijkheid ons reeds deden verwachten, konden Adam en Eva, na zondige, onvolmaakte schepselen te zijn geworden, slechts een onvolmaakt nageslacht voortbrengen (Job 14:4). Dat is de reden waarom wij allemaal oud worden en sterven. Is er een mogelijkheid om aan dit proces te ontkomen?
De mens zou zichzelf nooit van zonde en dood kunnen bevrijden. De reden daarvoor wordt ons uitgelegd in Psalm 49:8, 9: „Niemand kan ooit een broeder loskopen, noch Gode zijn losprijs betalen — te hoog immers is de prijs voor hun leven, en voor altoos ontoereikend — dat hij voor immer zou voortleven, de groeve niet zou zien” (Nieuwe Vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap). Hoe hoog zou de prijs moeten zijn waarmee de mensheid van zonde en dood zou zijn ’los te kopen’, zodat hij „voor immer [voor eeuwig] zou voortleven”?
Adam bracht als volmaakt mens de dood over een volmaakt mensengeslacht dat zich nog in zijn lendenen bevond. Volgens Gods rechtvaardige maatstaf „ziel voor ziel”, zou de losprijs een ander volmaakt mensenleven vergen (Ex. 21:23). Dat is een prijs die voor mensen „te hoog” ligt. Maar God zou hem kunnen betalen; en hij deed dat ook. Hoe?
Door een maagdelijk meisje zwanger te laten worden en een zoon te laten baren, zonder tussenkomst van een menselijke vader. Dat kind, Jezus genaamd, was „Gods Zoon” (Luk. 1:34, 35). Als een zondeloos, volmaakt mens kon Jezus „zijn ziel . . . geven als een losprijs in ruil voor velen”, „als een overeenkomstige losprijs voor allen” (Matth. 20:28; 1 Tim. 2:5, 6). Aldus kon Jezus zeggen: „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Joh. 3:16). Waar zullen mensen zich in dit „eeuwige leven” kunnen verheugen?
Houd in gedachten dat deze losprijs een herstel mogelijk maakt van wat verloren is gegaan, namelijk volmaakt menselijk leven. Mensen leven op aarde (Ps. 115:16; 1 Kor. 15:50). Toen Jezus zei dat ’de zachtaardigen de aarde zullen beërven’, verwees hij naar Psalm 37, waar eveneens staat: „De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven” (Matth. 5:5; Ps. 37:10, 11, 29). De Schrift spreekt ook symbolisch over een „nieuwe aarde”, waar ’de dood niet meer zal zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn’.a — Openb. 21:1-4; 2 Petr. 3:13.
De gedachte aan eeuwig leven op aarde hoeft u niet te verbazen. Dat iemand onder volmaakte omstandigheden zijn leven als mens onbepaald lang kan voortzetten, blijkt wel uit de uiterst lange levensduur van bepaalde personen die in de bijbel worden vermeld. Adam bijvoorbeeld leefde 930 jaar; Methusalah, 969; en Noach 950. — Gen. 5:5, 27; 9:29.
Zou u graag eeuwig leven willen verwerven op een aarde die vrij is van alle weeën welke momenteel ’rouw, geschreeuw en pijn’ veroorzaken? Wat moet u doen om dat doel te bereiken?
Merk op wat Jezus hierover zei, zoals weergegeven in The Amplified New Testament: „En dit is het eeuwige leven: [het betekent] u te kennen (waar te nemen, te erkennen, bekend mee te raken en te begrijpen), de enige ware en echte God, en [eveneens] Hem te kennen, Jezus [als de] Christus, de Gezalfde, de Messías, Die U hebt gezonden.” — Joh. 17:3.
God en Jezus Christus te „kennen” — bekend te raken met Gods persoonlijkheid, zijn voornemen en handelingen met de mensheid, vergt een zorgvuldig onderzoek van de bijbel, die ’door God is geïnspireerd’ (2 Tim. 3:16). Er is echter meer bij betrokken dan alleen bijbelonderzoek.
De bijbelschrijver Jakobus geeft de raad: „Weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden” (Jak. 1:22, NBG). Daaraan voegt hij nog toe: „Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken en niet slechts uit geloof. . . . Gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood” (Jak. 2:24, 26, NBG). De „werken” die iemands geloof in Gods ogen levend maken, zijn niet louter ceremoniële handelingen of „werken van liefdadigheid”, maar daden verricht in navolging van Jezus en zijn discipelen. — Matth. 28:19, 20; Joh. 14:12; Hand. 1:8.
God heeft de mens geschapen om voor eeuwig op aarde te leven. Maar het was door de zonde van het eerste mensenpaar dat de dood zijn intrede deed in de menselijke familie. Jezus Christus betaalde de losprijs om de mensheid van zonde en dood te bevrijden, door zijn eigen volmaakte menselijke leven als een slachtoffer af te leggen. Wilt u voordeel trekken van deze liefdevolle voorziening van God? Of u er voordeel van zult trekken, hangt volledig af van uw bereidheid een zorgvuldig onderzoek in te stellen naar wat er in Gods Woord staat en door daden te bewijzen dat u er werkelijk in gelooft.
[Voetnoten]
a Het is ook Gods voornemen om bepaalde menselijke personen naar de hemel te brengen. De Schrift toont echter aan dat zij die naar de hemel gaan, in aantal beperkt zijn tot 144.000. — Openb. 7:4-8; 14:1-4.