Laat kleuren voor u werken
WAAROM kijkt u graag naar een wolkeloze hemel? Waarom wordt uw blik getrokken naar een prachtige bos bloemen? En wat beweegt u ertoe om te blijven kijken naar een aan de hemel verschijnende regenboog?
Zijn het in al die gevallen niet de prachtige kleuren? Kleuren hebben een krachtige uitwerking op mensen. Bekwaam toegepast, kunnen ze een terneergeslagen ziel opvrolijken, de produktiviteit bij het werk verhogen, onrustige zenuwen kalmeren of andere doeleinden dienen.
Maar wat zijn „kleuren” eigenlijk? En hoe kunt u kleuren voor u laten werken?
Het ontstaan van kleuren
Misschien staat er vlak bij u een fruitschaal met glanzend rode appels. Wist u echter dat die appels van zichzelf niet rood zijn? En ook dat het gras in uw voortuin niet zelf groen is? Voorwerpen bezitten van zichzelf geen kleur. Wat zich aan ons als hun kleur voordoet, komt uit een andere bron dan die voorwerpen zelf.
Kleur vindt zijn oorsprong in licht. Wanneer er geen licht is, bijvoorbeeld in het duister van de nacht, bezitten voorwerpen ook geen kleur. Om kleur te produceren, moet dus sprake zijn van een samenspel tussen voorwerpen en licht.
De zon zendt een enorme hoeveelheid „elektromagnetische energie” of „straling” uit van dezelfde aard als onze radiogolven, met een uiteenlopende reeks van golflengten. Een smalle band van lichtgolven hieruit vormt het zichtbare licht. De langste lichtgolf in het zichtbare licht meet ongeveer 0,0008 millimeter en wordt door ons als rood waargenomen. En naarmate de golflengten korter worden, ziet men de zichtbare straling als oranje, geel, groen, blauw, indigo (een diep violetblauw) en violet. Violet licht heeft een golflengte van slechts 0,0004 millimeter.
Een mengsel van alle kleuren of straling van alle zichtbare golflengten te zamen, nemen wij waar als wit licht. Slechts wanneer deze straling in haar afzonderlijke golflengten gescheiden wordt, zien we weer de verschillende kleuren waaruit het zonlicht is samengesteld.
Die scheiding van golflengten is met behulp van een driezijdige glasstaaf, een zogenaamd prisma, tot stand te brengen. Wanneer een smalle bundel wit licht op een wit scherm wordt gericht en men een prisma in de lichtbaan plaatst, zal er geen wit licht op het scherm verschijnen, maar het volledige spectrum van rood, geel, groen, blauw, indigo en violet. Een prisma geeft namelijk iedere golflengte een iets andere afbuiging zodat ze van elkaar gescheiden worden. Waarschijnlijk hebt u een zelfde effect ook al eens waargenomen na een stormachtige regenbui, wanneer kleine regendruppeltjes in de lucht als prisma’s werkten en het zonlicht in zijn basiskleuren scheidden — en aldus de veelkleurige regenboog tevoorschijn toverden.
Voorwerpen in kleur — hoe?
Maar hoe komt het dat wij voorwerpen in rood, geel, blauw of in andere kleuren waarnemen? Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat bepaalde stoffen, pigmenten of kleurstoffen genaamd, van het licht specifieke lichtgolven absorberen en andere terugkaatsen. En wat naar het oog wordt teruggekaatst, wordt door ons als de kleur van het voorwerp waargenomen. Gras ziet er bijvoorbeeld groen uit omdat het pigmentstoffen bevat die alle lichtgolven van het zonlicht absorberen behalve de groene, welke naar ons wordt teruggekaatst. Wanneer alle golflengten worden geabsorbeerd, ziet men een voorwerp als zwart. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer u enkel geel of rood licht op een blauwe handdoek zou laten vallen; aangezien het pigment van de handdoek uitsluitend blauw reflecteert en er in geel of rood licht geen blauw aanwezig is, zal de handdoek al het gele of rode licht absorberen en zwart lijken. Daarom is zwart niet zozeer een kleur als wel de afwezigheid van kleur.
In de wetenschap spreekt men van bepaalde „primaire” kleuren of kleurgebieden in het spectrum, waarmee door combineren het grootst mogelijke aantal kleuren is samen te stellen. De primaire kleuren in het licht zijn rood, blauw en groen. Wanneer rood en blauw gecombineerd worden, is het resultaat een blauwachtig rood (purper) dat men magenta noemt. Bij het mengen van blauw en groen licht ontstaat een blauwachtig groen dat men cyaan noemt. En rood en groen licht geven te zamen geel. Een combinatie van alle drie geeft wit licht.
Bij het mengen van verf zult u echter niet dezelfde resultaten bereiken. Wat u namelijk dan mengt, is geen licht, maar pigmenten die verschillende kleuren licht absorberen. De primaire kleuren voor licht zijn daarom niet dezelfde als voor verf. Voor verf zijn de drie kleuren die de meest gevarieerde combinatiemogelijkheden bieden: rood, geel en blauw. Het mengen van twee primaire verfkleuren levert een „secundaire” kleur, halverwege de twee gebruikte primaire. Rood en geel geven oranje; geel en blauw groen; en blauw en rood violet, of paars, zoals sommigen liever zeggen. Halverwege de primaire en secundaire kleuren liggen de „tertiaire” kleuren: geeloranje, roodoranje, roodviolet, blauwviolet, blauwgroen en geelgroen.
Zou u graag kleuren leren toepassen? De „kleurencirkel” en „kleurendriehoek” kunnen u daarbij helpen.
De „kleurencirkel” en „kleurendriehoek”
De primaire, secundaire en tertiaire kleuren vormen bij elkaar opgeteld, twaalf kleuren. Vandaar dat velen het praktisch hebben gevonden ze kloksgewijs op een kleurencirkel te rangschikken eerst de primaire kleuren op onderling gelijke afstanden: geel op het cijfer voor twaalf uur, rood op het cijfer voor 4 uur en blauw op het cijfer voor 8 uur; daarna de secundaire kleuren, met oranje op 2 uur, violet op 6 uur en groen op 10 uur. En vervolgens de tertiaire kleuren op de zes overgebleven plaatsen. Dan heeft men de kleurencirkel zoals op de vorige bladzijde is afgebeeld.
Maar alle bruine en beige-achtige tinten? Ook die vinden hun plaats binnen de kleurencirkel; wanneer u namelijk alle drie de primaire (of zo u wilt de secundaire) kleuren in zorgvuldig afgepaste verhoudingen samenvoegt, kunt u alle mogelijke variaties van olijfgroen, bruin en beige verkrijgen.
De aldus verkregen cirkel kan ons heel goed helpen bij het harmonisch samenvoegen van kleuren. Het blijkt namelijk dat complementaire kleuren, dat wil zeggen, de kleuren die tegenover elkaar op de kleurencirkel liggen, aangenaam met elkaar combineren, dat dus bijvoorbeeld rood goed samengaat met groen, blauw met oranje, geel met violet, enz., en dat er ook schitterende vierkleurenschema’s zijn uit te werken door twee stel complementaire kleuren met elkaar te combineren. Een voldoeningschenkend kleurenschema is echter sterk afhankelijk van uw individuele persoonlijkheid. Wat de één prachtig vindt, vindt de ander afschuwelijk.
Heel vaak gaat een kleur ook goed samen met de twee die aan beide kanten van zijn complement liggen. Blauw is bijvoorbeeld aangenaam te combineren met geeloranje en roodoranje. Triades doen het ook heel goed: drie kleuren die op onderling gelijke afstanden liggen. Voorbeelden zijn: blauwgroen, geeloranje en roodviolet, en ook natuurlijk: de drie primaire kleuren rood, geel en blauw.
Aangename effecten krijgt men eveneens met het gebruik van „aangrenzende” kleuren, dat wil zeggen, de naast elkaar liggende kleuren op de kleurencirkel. Zo zullen bijvoorbeeld geel, geelgroen en geeloranje heel goed samengaan, evenals violet, blauwviolet en roodviolet. Een andere interessante methode bestaat in het zoeken van „een gezamenlijk complement” waarbij men vijf aangrenzende kleuren combineert met de complementaire kleur van de middelste. Wanneer u bijvoorbeeld als aangrenzende kleuren groen, geelgroen, geel, geeloranje, en oranje kiest, zou de zesde kleur violet moeten worden (gelegen tegenover de middelste, geel in dit geval).
Maar hoe komen de variaties op één enkele kleur tot stand? Dergelijke variaties verkrijgt men door een kleur te verdunnen met een neutraal pigment, wit of zwart. En daarbij zal het gebruik van de „kleurendriehoek” u voordeel kunnen verschaffen. Wat verstaat men daaronder? „Een kleurendriehoek”, aldus de World Book Encyclopedia, „heeft een bepaalde kleur in de ene hoek, zwart in een andere, en wit in de derde. Wanneer een kleur van de kleurenschijf, zoals rood, wordt vermengd met wit, ontstaat er een pasteltint — in dit geval rose. Mengen we rood met zwart dan is het resultaat een donkere schakering — in dit geval kastanjebruin. En wanneer wij rood met zowel wit als zwart vermengen, is het resultaat een grijze toon — in dit geval donkerroze.” Een dergelijke kleurendriehoek zou eruit kunnen zien als op pagina 21 is aangegeven.
Hoe is hij te gebruiken? „In een kleurendriehoek”, zo vervolgt de aangehaalde encyclopedie, „vormen de kleuren op één lijn prettige combinaties. Een kleur in zijn pure vorm harmonieert goed met pasteltinten en wit, met donkere schakeringen en zwart, of met grijstonen en grijs. Een pasteltint en een grijstoon combineren goed met zwart, en een donkere schakering en een grijstoon gaan heel goed samen met wit. Ook groepen pasteltinten, donkere schakeringen of grijstonen, passen goed bij elkaar.”
Wist u dat kleuren een kamer zelfs groter of kleiner kunnen doen lijken dan hij in werkelijkheid is? Binnenhuisarchitecte F. Byerly schrijft hierover:
„Kleuren kunnen de schijnbare afmetingen van een kamer veranderen en opvallende aspecten erin verdoezelen of duidelijker laten uitkomen. Wilt u hem groter doen lijken? Schilder hem dan in een pastelachtige, koele kleur. Het zal net zijn of de muren achteruitwijken of verder uit elkaar gaan staan. Gebruik om een kamer kleiner te doen lijken, een kleur die naar u toekomt of op u af lijkt te springen. Een grote of logge stoel kunt u camoufleren of een kleiner aanzien geven door hem in dezelfde kleur te schilderen of te stofferen als zijn achtergrond. En u kunt een voorwerp laten opvallen door contrasterende kleuren te gebruiken. Witte borden, die bijvoorbeeld op een witte bordenplank bijna verloren gaan, zullen erg opvallen in een kast die met een donkergroene stof is bekleed.”
Hebt u al eens een van deze manieren uitgeprobeerd om kleuren voor u te laten werken? Wanneer u dat van plan bent, is er echter nog iets dat u over kleuren moet weten.
Psychologische effecten van kleuren
Kleuren hebben op mensen een opmerkelijke psychologische uitwerking die met goed succes gebruikt kan worden. „Door ons werk”, zo merkt kleurenexpert F. Birren op, „hebben we ondervonden dat mensen in een kleurrijke omgeving heel anders reageren dan in een eentonige, alhoewel zij zich daar niet bewust van zullen zijn. Voor de mens is het natuurlijk om in een voortdurend veranderende omgeving van licht, kleuren en vormen te leven. In de natuur komt geen monotone omgeving voor. Vandaag de dag weten we dat de intelligentie van kinderen in een eentonige omgeving onherroepelijk terugloopt.” Wat zijn de effecten van de basiskleuren?
Rood en oranje behoren tot de „warme”, levendige kleuren die opgewekte emoties oproepen en bepaalde lichaamsfuncties stimuleren. Volgens het boek The Art of Color and Design ’versnelt rood licht de hartslag en verhoogt het de bloeddruk’. Mensen die van rood houden, zijn vaak impulsief en energiek, hebben een sterke persoonlijkheid en een drang naar prestaties en succes. Op juiste wijze toegepast, kunnen rood en oranje stimulerend werken, maar een overdosis veroorzaakt gespannenheid.
Een andere warme kleur is geel. Helder geel doet aan de zon denken, is vrolijk, opgewekt en levendig. Maar de donkerder en groenachtiger tinten geel zijn niet zo populair, omdat ze bij velen gedachten opwekken aan ziekte, lafheid, afgunst en bedrog. Niettemin kunnen ze in juiste verhouding met andere kleuren tot een plezierig totaaleffect bijdragen.
De „koele” kleuren, met inbegrip van allerlei soorten violet, blauw en groen, zijn rustgevend en bezadigd, en hebben op mensen een kalmerende uitwerking. Zo is gebleken dat blauw licht, in tegenstelling tot rood licht, de hartslag vertraagt en de bloeddruk verlaagt. Lichtblauw werkt kalmerend en doet denken aan blauwe luchten en het water van rivieren en meren. Lichtgroen is nog een andere kalmerende kleur die iemand aan het buitenleven doet denken. En wanneer u graag een kalm en ontspannen leven leidt, zijn dit wellicht uw voorkeurskleuren.
F. Byerly adviseert voor het uitkiezen van muurkleuren: „Neem bij het kiezen van een muurkleur, de best gesorteerde kleurenstaal die u krijgen kunt. Plak verscheidene kleuren op de muur vlak bij uw gordijnen. En kijk ernaar, zowel bij dag- als bij lamplicht. Bedenk dat een kleur door zijn omgeving wordt beïnvloed. En dat een zachte, fletse proefstrook pas zijn ware temperament zal tonen wanneer hij naast een wit stuk papier wordt gehouden.”
Kleur is een van de speciale zegeningen waarin de mensheid zich verheugt en die voortspruit uit Gods gave van het licht. „Kleur vormt een van de natuurlijke vreugden in deze wereld”, aldus F. Birren. „En in de natuur is dat een algemene regel.” Laat daarom kleuren voor u werken, ten einde uw vreugde in het leven te vergroten.
[Diagram op blz. 21]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
KLEURENCIRKEL
GEEL
geeloranje
ORANJE
roodoranje
ROOD
roodviolet
VIOLET
blauwviolet
BLAUW
blauwgroen
GROEN
geelgroen
[Diagram op blz. 21]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
KLEURENDRIEHOEK
KLEUR
donkere schakering
pasteltint
grijze toon
ZWART
grijs
WIT