„Mammie, koop je dit voor mij?”
KINDEREN EEN VERSTANDIG GEBRUIK VAN GELD BIJBRENGEN
„MAMMIE, koop je dit voor mij?” Hoe vaak hebben wij die woorden niet gehoord! Als kind hebben wij ze waarschijnlijk zelf ook wel gebruikt. Soms zei moeder „Goed”, en soms was het „Nee”. Een enkele keer had zij tijd om uit te leggen waarom, maar gewoonlijk leerden wij er alleen maar uit dat er sommige dingen waren die zij kocht, en andere die zij niet kocht.
Op die manier leren de meeste kinderen met geld omgaan — door het voorbeeld dat zij zien. Onderzoekingen hebben trouwens aangetoond dat veel ouders hun kinderen niet volgens een bepaald plan leren hoe zij verstandig met geld moeten omgaan.
Misschien hebt u het idee dat u uw kinderen echt leert wat zij moeten kopen en wanneer, hoe prijzen te vergelijken en kwaliteit te beoordelen, en hoe zich vrij te houden van het moderne materialisme. Maar wellicht is het goed uzelf eens af te vragen: „Wanneer was de laatste keer dat ik echt bewust daaraan heb gewerkt?” Dit zou wel eens langer geleden kunnen zijn dan u dacht.
Of u nu wel of niet pogingen hebt gedaan op dit terrein, de beginselen en suggesties in dit artikel kunnen u van nut zijn.
Dit is belangrijk omdat er mensen zijn die heel bewust proberen uw kinderen principes bij te brengen die wel eens zouden kunnen afwijken van de stelregels die u hen wilt laten volgen. Deze mensen hebben er hun hele leven aan besteed om de kunst van het overreden te leren en hun mening over de belangrijkheid van materiële dingen kan verschillen van die van u. Wie zijn zij? Laten wij hen zelf aan het woord laten:
Het kneden van kinderzieltjes
Enige jaren geleden voerde een advertentiebureau dat zich op kinderen richtte, een advertentie waarin zakenmensen en adverteerders werd verteld: „Weetgierige zieltjes kunnen zo bewerkt worden, dat zij uw artikelen willen hebben! . . . Ziehier de afzetmarkt voor uw artikelen. Overtuig deze kinderen dat uw merk het juiste is, en zij zullen erop staan, dat hun ouders dat merk, en geen ander, kopen. Tal van vooruitziende adverteerders plukken nu al de vruchten — en bouwen voor de toekomst — door het kneden van weetgierige zieltjes.”
Vanaf heel jonge leeftijd zijn kinderen het doelwit van een reclame die erop gericht is een verlangen naar meer materiële dingen bij hen aan te kweken. Vakmensen, specialisten, bestuderen hoe zij een beroep moeten doen op de „innerlijke behoeften” van uw kind en een „vraag” naar hun produkt kunnen creëren.
In landen waar televisie wordt gebruikt voor het adverteren van produkten voor kinderen, is dit het belangrijkste medium voor het overreden van deze jonge mensen. Dit begint al voordat zij oud genoeg zijn om te lezen. In De verborgen verleiders haalde Vance Packard een advertentie aan die fabrikanten opmerkzaam maakte op dit buitengewone vermogen van televisie. De advertentie luidde: „Waar ter wereld wordt merkenkennis zó vast in het brein van een dreumes van vier jaar gegrift . . .? Is dit niet goud waard voor een fabrikant, die zo zijn jeugdige kijkerschaar als het ware kan omsingelen en hen, jaar in jaar uit, onder door hemzelf bepaalde omstandigheden in de ban van zijn merk gevangen kan houden, tot zij, volwassen geworden, de status van ’volwaardig koper’ hebben bereikt?”
Drie hoogleraren in de VS hebben onderzoek verricht bij kinderen tussen de vijf en twaalf jaar, en hebben ontdekt dat zij blootgesteld werden aan een gemiddelde van bijna 400 tv-reclamespots per week — ongeveer 20.000 per jaar! Deze hoogleraren merkten op: „Welk vermogen kinderen hebben om . . . te vermijden ’misleid’ of bedrogen te worden, is een vraag die tegenwoordig sterk in de belangstelling staat, vooral gezien het feit dat kinderen — zelfs heel jonge kinderen — aan zo veel reclame blootstaan.”
Zij ontdekten dat op kleuterschoolleeftijd 56 percent van de kinderen maar vaag besefte „waarom er reclame is op de tv”, en dat ongeveer de helft dacht dat „reclame altijd de waarheid vertelt”. Deze kinderen zijn erg jong, maar adverteerders geven enorme geldbedragen uit om hen te bereiken, omdat zij geloven dat op die leeftijd reeds gewoonten voor het leven gevormd worden.
De hoogleraren ontdekten ook dat slechts ongeveer de helft van de moeders van deze vijf jaar oude kinderen met hen praatte over reclamefilmpjes. „Vele moeders van kinderen in deze kleuterschoolleeftijd schenen een kans te laten voorbijgaan om hun kinderen te leren de bedoeling van reclame te begrijpen, een begrip dat hen zou kunnen helpen als bewuste consumenten te gaan functioneren.” Maar hun bevinding was dat zelfs jonge kinderen advertentieboodschappen kunnen „filteren” en dat deze bekwaamheid „zelfs kinderen van kleuterschoolleeftijd” bijgebracht kan worden.a
Vaak is dit niet gedaan. Van de redacteur van Seventeen, een Amerikaans tijdschrift voor tienermeisjes, komt de uitspraak dat zijn jonge lezeresjes een goede markt vormen omdat zij „nog niet cynisch zijn geworden tegenover reclame”.
Het is goed om het initiatief te nemen. Praat met uw kinderen over reclame. Wijs erop dat ze een heleboel informatie kan geven maar dat het duidelijke doel ervan is, mensen geld te laten uitgeven. De zakenman zal meer winst maken als hij u zo ver kan krijgen dat u artikelen wilt hebben die u niet werkelijk nodig hebt, zoals allerlei handige apparaatjes of dingen in een nieuwe uitvoering. Belangrijker nog dan het geld dat verspild kan worden, is de materialistische kijk die hierdoor gevormd kan worden — de gedachte dat kopen tot geluk leidt.
Actieve opleiding
Hoe kunt u uw kinderen de juiste instelling tegenover geld bijbrengen en hun leren hoe zij het verstandig moeten gebruiken? Eén manier is dat u hen meeneemt wanneer u gaat winkelen en met hen praat over de dingen die u koopt. Als zij hierin aangemoedigd worden, maken veel kinderen er een spelletje van om prijzen te onthouden. U zult zowat gaan denken dat u een lopende computer naast u hebt, als zij u eraan herinneren dat de prijs in een andere winkel lager was.
De volgende stap is hun te onderwijzen over kwaliteit. U zou kunnen vragen: „Waarom denk je dat deze trui goedkoper is?” „Is die duurdere de hogere prijs waard?” „Hoe lang denk je dat die rode meegaat?” Het kind leert prijzen af te wegen en kwaliteit te herkennen — kundigheden die hem altijd goed van pas zullen komen.
Jonge mensen kunnen moeilijker onderscheid maken tussen een goed produkt en „rommel”, omdat zij eenvoudig nog niet even vaak als u ervaren hebben dat artikelen slecht bleken te zijn. Daarom bewijst u hun een dienst wanneer u hun laat zien waarom u een bepaald artikel boven een ander hebt verkozen, en hun uitlegt waarom u denkt dat het ene artikel lang meegaat terwijl dat misschien met het andere niet het geval zal zijn.
U kunt zo heel wat onderwijs geven. Een vader die een nieuwe auto kocht, wendde zich tot zijn dochtertje en vroeg welke kleur zij wilde. Zij antwoordde: „Zwart.” Hij merkte op: „Op zwart zie je het stof zo snel — wil jij hem wassen?” Zij antwoordde: „Nee, misschien moeten we een lichtere kleur nemen.” Later zei een vrouw die dichtbij had gestaan: „Stel je voor, een kind de kleur te laten kiezen!” Maar het kind had niet de kleur gekozen. De vader had eenvoudig een momentje benut om zijn dochter iets te leren over het maken van een keus. Hoeveel verstandiger zouden vele beslissingen zijn als meer ouders de tijd namen om hun kinderen te onderwijzen!
En wat denkt u van de overweging of u zich een bepaalde uitgave kunt veroorloven? Wanneer u uw oog laat vallen op een jurk of een stuk gereedschap, zult u waarschijnlijk afwegen of u het geld kunt missen, daarbij in gedachte houdend wat u aan eten, huur of hypotheek, en andere verplichtingen kwijt zult zijn deze maand. Het kind weet echter niet dat u al deze verschillende factoren tegen elkaar hebt afgewogen. Waarom zou u, terwijl u zo door de winkel loopt, niet uitleggen wat u in aanmerking hebt genomen en waarom uw beslissing zus of zo uitviel? Uw zoon of dochter heeft deze financiële verplichtingen niet en is daarom wellicht impulsiever in het uitgeven van geld. Maar het is goed dat hij of zij toch nu al weet hoe dergelijke beslissingen worden genomen.
Waarschijnlijk beslist u heel snel of een of andere voordelige aanbieding de moeite waard lijkt of niet. Waarom zou u uw spruit niet laten zien hoe u tot uw beslissing kwam? Dit kost tijd, maar u kunt de resultaten terugzien in de houding van het kind nu, en in zijn vermogens wanneer hij is opgegroeid.
Blijf bedenken dat liefdevolle opleiding en een goed voorbeeld veel doeltreffender kunnen zijn dan kritiek. Toon uw kind hoe beslissingen te nemen en u zult gelukkiger zijn met de beslissingen die hij neemt.
Ware tevredenheid
Een andere heel belangrijke zaak is of uw kinderen zullen beseffen dat het leven meer betekent dan het bezitten van dingen. Of zullen zij door fabrikanten, adverteerders, warenhuizen — en zelfs hun vrienden — ervan overtuigd worden dat geluk komt door de dingen die men koopt?
In vroegere generaties putten mensen voor zichzelf voldoening uit de dingen die zij maakten. Een man was een voortreffelijk schrijnwerker. Een vrouw kon heerlijke taarten bakken of prachtige beddespreien maken. Een jongen bouwde zelf een radio, of fokte een kalf op waarmee hij een prijs behaalde.
Tegenwoordig maken wij minder. Het meeste van wat wij bezitten, is machinaal vervaardigd. Fabrikanten en verkopers weten dit en moedigen u aan dat tekort te compenseren door veel te kopen. Zij doen het voorkomen dat het mogelijk is om „iemand te zijn”, niet door een goede persoonlijkheid of een oprecht karakter te ontwikkelen, maar door de dingen die u koopt.
In hun boek Supershopper zeggen David en Marymae Klein dat „het niet verrassend is dat veel jonge mensen zich proberen te onderscheiden door in hun straat of groep de eersten te zijn die een nieuwe plaat, elektrische gitaar, surfplank of walkie-talkie kopen — hetgeen allemaal consumptie betekent en geen produktie. En steeds meer jonge mensen volgen gedwee en kopen deze zaken, niet omdat zij er echt van genieten, maar omdat ’iedereen er een heeft’. Dit geeft hun een bepaald gevoel van gelijkheid — maar het kan wel ellendig duur zijn, want het betekent voortdurend kopen om bij te blijven”.
Hoe kunnen jonge mensen geholpen worden om in te zien dat „Ik ben wat ik bezit” geen deugdelijke basis is voor een gelukkig leven?
Dit is sterk afhankelijk van de houding van de ouders. Bent u als ouder meer bezig met dingen dan met de persoonlijke en geestelijke ontwikkeling? Helpt u uw kinderen te beseffen dat zij belangrijk zijn om wie zij zijn en niet om wat zij bezitten? Helpt u hen voldoening over zichzelf te hebben in plaats van te willen pronken met hun bezittingen?
Veel kinderen van Jehovah’s Getuigen genieten in dit opzicht een bepaald voordeel. Zij worden aangemoedigd tot het geven van commentaren op de bijeenkomsten van hun gemeente. Zij kunnen deelnemen aan hun Theocratische School, waar zij leren lezinkjes te houden met de gemeente als gehoor. Sommigen van hen bieden zich vrijwillig aan om verschillende karweitjes in verband met de Koninkrijkszaal op te knappen. Allen kunnen een aandeel hebben aan het verbreiden van het goede nieuws van Gods naderbij komende nieuwe ordening. Zulke kinderen krijgen daardoor een werkelijk doel in het leven.
In gezinnen waar bijbelse beginselen worden toegepast, zijn kinderen overtuigd van de liefde van hun ouders. Zij weten dat anderen hen waarderen om het soort van mensen dat zij trachten te zijn — mensen die hun liefde laten blijken en proberen te doen wat juist is. In het leven van dergelijke jongeren bestaat een basis voor echte vreugde en voldoening om wat zij tot stand brengen, in plaats van het oppervlakkige gevoel van tijdelijke belangrijkheid vanwege bezittingen.
Het is belangrijk voor ons om dit soort werkelijk waardevolle zaken te kunnen voorhouden aan onze jongeren van wie wij zo veel houden en die naar ons voorbeeld kijken terwijl zij hun eigen leven vorm geven.
[Voetnoten]
a How Children Learn to Buy (Hoe kinderen leren kopen) door Scott Ward, Daniel B. Wackman en Ellen Wartella.