Jonge mensen vragen . . .
Moet ik bang zijn voor wat anderen denken?
MISSCHIEN heb jij ook wel eens meegemaakt dat leeftijdgenoten druk op je uitoefenden. Je zult misschien zeggen: „Ik ben niet bang voor wat anderen denken”, maar situaties zoals deze maken het buitengewoon moeilijk niet toe te geven aan de denkwijze of handelwijze van je leeftijdgenoten.
Niemand vindt het prettig om uitgelachen te worden omdat hij anders is. Anders zijn en daarom belachelijk gemaakt worden, is voor sommige jonge mensen erger dan de dood. Zo heeft bijvoorbeeld een jongen van veertien jaar zelfmoord gepleegd en dit briefje achtergelaten: „Ik houd van je, vader, maar ik kan gewoon niet doorgaan met dit leven. Ik kan niet meer tegen de spot . . . op school.” Is het niet treurig? Maar het geeft een goed beeld van de macht van spotternij en de innerlijke pijn die erdoor wordt veroorzaakt. Heb jij er ooit over ingezeten wat je leeftijdgenoten zouden denken? Heb jij je eigen maatstaven geweld aangedaan ten gevolge van dergelijke druk? Misschien voel je je gevangen tussen je ouders en je leeftijdgenoten.
Zo langzamerhand moet je wel beseffen: Je kunt het niet iedereen naar de zin maken. Als je bang bent om „nee” te zeggen tegen je leeftijdgenoten, draait het eropuit dat je „nee” zult moeten zeggen tegen iemand anders. Hetzij tegen jezelf — tegen je eigen maatstaven — of tegen je ouders. De vragen die je zult moeten beantwoorden, luiden dus: Tegen wie zal ik „nee” zeggen? Wiens mening en gevoelens moet ik als het belangrijkst beschouwen? Met andere woorden: je zult een paar prioriteiten moeten stellen. Wat je daarvoor nodig hebt is . . .
„Denkvermogen”
Veel jonge mensen laten anderen voor hen denken. In plaats van zelf te beslissen wat de beste weg is, volgen zij de grote massa. Zo gaf de vijftienjarige Robin toe dat zij begon te roken omdat alle anderen het deden. Maar ze voegde eraan toe: „Later begon ik te denken: ’Ik vind het niet lekker. Waarom doe ik het dan?’ Dus doe ik het niet meer.” Door voor zichzelf te denken ontwikkelde zij de moed om tegen haar leeftijdgenoten in te gaan. Natuurlijk zijn er jonge mensen die hun twijfels hebben over hun eigen denkvermogen. Misschien voel je je wel wat onzeker met betrekking tot de vraag wat nu eigenlijk de juiste maatstaven zijn.
Een bron van hulp is het bijbelboek Spreuken. Het is in staat „de onervarenen schranderheid te geven, aan een jonge man kennis en denkvermogen”. Het zal een ieder die acht slaat op de gegeven raad „bekwaam beleid” in zijn leven doen verwerven. Hoe? — Spr. 1:1-5.
Welnu, om te beginnen kan de geïnspireerde raad in het boek Spreuken je helpen je eigen beslissingen te nemen. Je zult je niet op je leeftijdgenoten hoeven te verlaten om te weten wat je moet doen. Dit boek kan je helpen te herkennen om wiens opinie je je moet bekommeren, want het zal je laten zien welke beginselen juist en de moeite van het verdedigen waard zijn. Hier volgen enkele praktische adviezen uit het boek Spreuken:
„De wijze vreest en keert zich af van slechtheid, maar de verstandeloze wordt verbolgen en is vol zelfvertrouwen” (Spr. 14:16). De wijze persoon met denkvermogen wordt niet „vol zelfvertrouwen” en slaat niet elke mening in de wind. Hij of zij zegt niet: ’Niemand hoeft mij te vertellen wat ik doen moet!’ „Luister naar raad en aanvaard streng onderricht, opdat gij in uw toekomst wijs moogt worden” (Spr. 19:20). Ja, je beste belangen zullen ermee gediend zijn wanneer je acht slaat op het advies van hen die je de „raad van Jehovah” geven zoals die in de bijbel staat. Maar redeneer over die raad. Probeer het uitgangspunt ervan te ontdekken en maak ze aldus tot een deel van je eigen denkpatroon. — Spr. 19:21.
Denkvermogen zal je, volgens Spreuken 2:11-19, ervoor behoeden het verkeerde te doen en zal je uit de buurt houden van mensen die moeilijkheden veroorzaken of die immoreel zijn. Maar wees bedacht op problemen wanneer je leeftijdgenoten merken dat je voor jezelf gaat denken en juiste beginselen gaat voorstaan. Waarom?
Gehaat wegens denkvermogen
„De man [of vrouw] van denkvermogen wordt gehaat” (Spr. 14:17). Een jong persoon die gebruik maakt van zijn verstandelijke vermogens en weigert zich te schikken naar onjuiste druk van leeftijdgenoten, wordt dikwijls het voorwerp van afkeer en spot. Maar moet je nu werkelijk ontdaan zijn over dat soort spot? Moet je jezelf daarom waardeloos vinden?
Denk eens na: Wie bezit meer kracht, zij die hun hartstochten en gevoelens niet weten te beheersen of zij die „nee” weten te zeggen tegen onjuiste verlangens? (Vergelijk Spreuken 16:32.) Wat komt er van zulke spotters terecht? Wil je dat het met jou in je leven ook zo afloopt? Zou het kunnen zijn dat die mensen er jaloers op zijn dat je nauwkeurige kennis en denkvermogen bezit? „De spotter heeft getracht wijsheid te vinden, en ze is er niet; maar voor de verstandige [met denkvermogen] is kennis iets gemakkelijks” (Spr. 14:6). Benijden zij jou en verbergen zij hun eigen onzekerheid door te spotten?
Vlucht weg van de subtiele strik
„Het beven voor mensen, dat spant een strik, maar hij die op Jehovah vertrouwt, zal beschermd worden” (Spr. 29:25). In bijbelse tijden kon een strik bestaan uit een val met lokaas, die dichtklapte zodra een argeloos dier het aas probeerde te pakken. Laat het lokaas, dat bestaat uit het verlangen geaccepteerd te worden, jou er niet toe verleiden in een val of strik te lopen en je eigen goede maatstaven geweld aan te doen. Je kunt de strik van mensenvrees vermijden. Het is andere jongeren ook gelukt.
Debbie bijvoorbeeld was een tijdlang met de massa meegegaan. Toen zij achttien was, liet zij zich in met onbeheerst, bandeloos gedrag, met inbegrip van stevig drinken en drugmisbruik. Maar toen begon Debbie met de hulp van Jehovah’s Getuigen ernstig de bijbel te onderzoeken. Zij begon te leren op Jehovah te vertrouwen door een goede verhouding tot hem op te bouwen. Wat zij leerde, was van invloed op haar denkwijze.
„Ik besloot dat ik niet dezelfde dingen zou doen als dat groepje tieners”, zei Debbie. Dit achttienjarige meisje zei tegen haar leeftijdgenoten: „Jullie gaan je eigen gang maar en ik de mijne. Als jullie mijn vriendschap willen, zul je dezelfde maatstaven moeten respecteren als ik. Het spijt me, maar het kan me gewoon niet schelen wat jullie denken. Zo ga ik het doen.”
Zij bemerkte dat sommigen in de groep zelfs meer respect voor haar kregen, in het bijzonder één jong meisje, dat naar Debbies religieuze overtuiging informeerde en zelfs bij haar kwam om raad. „Ook al reageerden ze niet allemaal even gunstig”, zei Debbie, „ik was beslist beter te spreken over mijzelf nadat ik mijn besluit genomen had.”
En jij? Zou jij misschien ook tot de ontdekking kunnen komen dat je zelfrespect erop vooruit gaat wanneer je je denkvermogen ontwikkelt en je krachtig verzet tegen mensenvrees? Waarom vraag je een van Jehovah’s Getuigen niet om je te helpen?
„Jehovah is mijn licht en mijn redding. Voor wie zal ik vrezen? Jehovah is de veste van mijn leven.” — Ps. 27:1.
[Kader op blz. 17]
WAT ZOU JIJ DOEN IN DE VOLGENDE SITUATIES?
● Een van je vrienden rookt en hij biedt je een sigaret aan waar je andere vrienden bij staan. Jij vindt roken verkeerd. Ze staan allemaal afwachtend te kijken wat jij zult doen.
● Een paar van je schoolvriendinnetjes beginnen te praten over vrijen met hun vriendje. Jij wilt moreel rein blijven. Een van die meisjes zegt tegen jou: „Ik weet precies de geschikte jongen voor je. Hij heeft zelfs al een tijdje een oogje op je. Kom vandaag na schooltijd naar mijn huis, dan is hij er ook. Mijn ouders zijn weg, dus jullie hebben het rijk alleen.”
● Je zit in een auto met vier andere jongens. Een van hen haalt een flesje met rode pilletjes te voorschijn, stopt er een in zijn mond en geeft het flesje door aan de jongen naast hem. Die begint te lachen, neemt een pil en geeft het flesje weer door. Alle vier hebben ze een pil genomen en jij bent de laatste die het flesje krijgt. Je aarzelt, en een van hen schreeuwt: „Kom op, slome. Wat is er nou, ben je bang?”
● De kinderen plagen je omdat je op school vriendschappelijk omgaat met een nieuw meisje dat volgens hen uit „de verkeerde buurt” komt. Telkens als je je met het nieuwe meisje inlaat, schijnen ze je allemaal straal te negeren.
[Illustratie op blz. 18]
Doordat je je aangetrokken voelt tot het lokaas, dat bestaat uit het verlangen geaccepteerd te worden, kun je in een val lopen en je eigen goede maatstaven geweld aandoen
[Illustratie op blz. 19]
Zoals een vogel aan een val ontsnapt, zo kun jij het vermijden verstrikt te worden door mensenvrees