Buiten het bereik van de wetenschap
„DE ENORME nadruk die er tegenwoordig op de wetenschap wordt gelegd, is niet zonder gevaar; . . . te ontkennen dat iets geldigheid kan hebben als het buiten de bevindingen van de wetenschap valt, is absurd.” Deze waarschuwende woorden van Vannevar Bush, wel de vader van de moderne computer genoemd, komen te rechter tijd. De wetenschap bezit niet alle antwoorden. Er zijn essentiële waarheden buiten het bereik van de wetenschap. Welke zijn dat?
Wetenschap en God
Erwin Chargaff, die lange tijd als biochemicus aan de Columbia University (New York) verbonden is geweest, heeft eens gezegd dat „de natuurwetenschap geen instrument is om het onpeilbare te onderzoeken; noch is het de taak van de wetenschap uitspraak te doen ten aanzien van het bestaan of niet-bestaan van God”. Is dat waar?
Wel, Albert Einstein, de bekendste theoretisch natuurkundige van deze eeuw, werd ertoe gebracht te spreken van „een geest die zich manifesteert in de wetten van het universum — een geest die verre superieur is aan die van de mens”. Meer recentelijk heeft naar verluidt Fred Hoyle, de briljante Britse astronoom, zich bekeerd van ongeloof tot geloof in het bestaan van een scheppende macht, toen hij berekende dat het mathematisch onmogelijk is dat het leven door toeval in het universum verschenen is.
Deze voorbeelden illustreren tot op zekere hoogte de waarheid van de bijbelse verklaring: „Zijn [Gods] onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn” (Rom. 1:20). Chargaff had echter wel gelijk dat er beperkingen zijn aan wat de wetenschap ons over God kan leren. Noch Einstein noch Hoyle kon op grond van de wetenschap meer onderscheiden dan dat er een ordenende God moet bestaan. Wij moeten ons tot de bijbel wenden om te vernemen wie God is en wat zijn voornemens zijn. Al dat soort kennis ligt buiten het bereik van de wetenschap.
Wetenschap en de toekomst
Ook kan de wetenschap niet in de toekomst zien. Ze kan niet eens de gevolgen van haar eigen ontdekkingen voorzien. Toen bijvoorbeeld DDT werd ontwikkeld, hoopte men dat dit nieuwe wapen het definitieve antwoord zou zijn op het probleem van insektenplagen. Het zou bescherming verschaffen voor planten, en die insekten die ziekten, zoals malaria, verspreiden, in bedwang houden. De Duitse Frankfurter Allgemeine Zeitung schreef echter dat deze „zegen voor de mensheid . . . een ongedroomde prestatie van de scheikunde” later veranderde in een „nogal twijfelachtige zegen. . . . De overwinningstocht van DDT door Duitsland is voorbij”. En niet alleen in Duitsland maar ook in vele andere landen waar het gebruik ervan is verboden. De wetenschap had niet de negatieve gevolgen voorzien die dit middel op andere levensvormen, met inbegrip van de mens, zou hebben.
Denk ook aan Alfred Nobel naar wie de Nobelprijs voor de vrede is genoemd. Hij was een man des vredes, en toch vond hij dynamiet uit. Waarom? Aan een vriend schreef hij: „Ik zou een substantie of een machine willen uitvinden met een dergelijk afschuwelijk vermogen tot massavernietiging dat oorlog daardoor voorgoed onmogelijk zou worden.” Twee wereldoorlogen sinds Nobels dood hebben bewezen dat zijn uitvinding niet het effect heeft gehad waarop hij had gehoopt.
Ook Albert Einstein had gehoopt dat de ontwikkeling van de atoombom, grotendeels gebaseerd op zijn theorieën, het gevaar van oorlog voor altijd zou uitbannen. Toch worden nog steeds bittere oorlogen gestreden en de beschaving bevindt zich op een nucleair kruitvat — doodsbang dat iemand de lont zal aansteken. Kort voordat hij stierf heeft Einstein naar verluidt gezegd: „Als ik alles had geweten, was ik liever slotenmaker geweest.”
De droeve ironie is dat de wetenschap die de levens van zo vele miljoenen heeft verbeterd, ook de middelen heeft verschaft waarmee de mens zichzelf kan vernietigen. Als de geleerden nu maar de toekomst konden voorspellen! Zij kunnen dat niet, uiteraard niet, maar de bijbel kan het wel.
De bijbel en de toekomst
Beschouw slechts een paar voorbeelden uit het verleden waarin de bijbel nauwkeurig heeft voorspeld wat er zou gaan gebeuren. In het boek Daniël, een deel van de bijbel dat werd geschreven gedurende de tijd van het Babylonische Rijk in de zesde eeuw v.G.T., werd een profetie opgetekend die voorspelde dat Perzië en dan Griekenland Babylon als wereldmachten zouden opvolgen. Verder voorspelde de profetie dat het grote Griekse Rijk in vier kleinere machten verdeeld zou worden, en vervolgens beschreef ze op overtuigende wijze het op ijzer gelijkende Romeinse Rijk dat daarna zou komen (Dan. 7:1-8; 8:3-8, 20-22). Alles gebeurde zoals was geprofeteerd.
Een interessante voorspelling van de toekomst had te maken met de stad Tyrus ten noorden van Israël. Ezechiël profeteerde dat Tyrus verwoest zou worden door Nebukadnezar en gaf deze details omtrent haar uiteindelijke lot: „Ik wil haar stof van haar afschrapen en haar tot een glanzend, kaal oppervlak van een steile rots maken. . . . En uw stenen en uw houtwerk en uw stof zullen zij zelfs midden in het water deponeren. . . . De uitgestrekte wateren [zullen] u bedekt hebben” (Ezech. 26:4, 12, 19). Gebeurde dit?
Ja, inderdaad. Enige tijd nadat Nebukadnezar Jeruzalem had verwoest, trok hij tegen Tyrus op en overweldigde haar. De stad verdween echter niet helemaal. Haar inwoners vluchtten naar een eilandje voor de kust dat zij versterkten. Bijna driehonderd jaar later sloeg Alexander de Grote het beleg voor wat toen de eilandstad Tyrus was geworden. Opdat zijn leger het eiland kon aanvallen, liet hij de ruïnes van de oude stad op het vasteland in zee werpen om zo een dam naar de eilandstad te maken. Zo werd opmerkelijk letterlijk de profetie vervuld. Het stof van de oude stad Tyrus werd afgeschraapt en de stenen, het houtwerk en het stof werden in het water gegooid.
Nog opmerkelijker zelfs zijn de profetieën die in verband staan met Jezus Christus. De bijbel voorzei niet alleen de tijd van zijn verschijnen als Messías maar ook de dingen die hij zou doen en zelfs de dood die hij zou ondergaan. Jezus’ hele levensloop was een vervulling van profetieën die honderden jaren tevoren waren opgetekend. — Dan. 9:24-27; Jes. 53:3-9; 61:1, 2.
Ook nu kunnen bijbelstudenten opmerkelijke vervullingen van profetieën waarnemen in de huidige politieke ontwikkelingen. (Zie bijvoorbeeld Matthéüs 24:7-15 en Lukas 21:25-28.) En wanneer zij Paulus’ woorden in 2 Timótheüs 3:1-5 lezen, dan zien zij een bijzonder nauwkeurige beschrijving van het verslechterende morele klimaat van deze wereld. Bovendien profeteert de bijbel ook dingen ten aanzien van onze toekomst.
De bijbel voorspelt een verrassende oplossing voor de huidige politieke wereldcrisis. Sprekend over de wedijverende wereldheersers van nu zegt hij: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” — Dan. 2:44.
Er zijn vele redenen waarom wij geloof kunnen stellen in die belofte, niet in het minst omdat tot dusver alle profetieën in de bijbel zijn uitgekomen. Maar sta eens even stil bij wat dit betekent. Gods koninkrijk zal spoedig voorzien in slechts één regering voor de hele aarde en alle nationalistische, oorlogvoerende regeringen van het moment vervangen. Wat een verschil zal dat maken!
Wetenschappelijke vorderingen zullen niet meer door politici voor vernietigingsdoeleinden aangewend worden. Dit koninkrijk zal ook dezelfde krachtige werken doen als Jezus deed toen hij op aarde was. De wetenschap kan staar opheffen, maar kan geen blindgeborene het gezicht teruggeven. Jezus deed dit wel (Joh. 9:1-12). De wetenschap kan kunstledematen maken maar niet een verschrompelde hand of voet herstellen. Jezus deed dit wel (Matth. 12:10-13). De wetenschap heeft grote vorderingen gemaakt in het verbeteren van landbouwgewassen en vergroten van de oogst. Maar Jezus voedde meer dan vijfduizend mensen met vijf broden en twee vissen (Matth. 14:15-21). De wetenschap kan ook het leven teruggeven aan iemand die bijna verdronken was of aan een slachtoffer van een hartaanval — als men hem tijdig kan bereiken. Maar Jezus heeft een man tot leven teruggebracht die al vier dagen dood was! — Joh. 11:39, 43, 44.
Misschien nog wel opmerkelijker echter was het effect dat Jezus’ onderwijs op mensen had. De gewelddadige vervolger Saulus werd de lankmoedige apostel Paulus. De impulsieve visser Petrus werd een rijpe, verantwoordelijkheidsgevoel bezittende apostel. Immorele mensen gingen er hoge zedelijke beginselen op nahouden. Gezinnen ontwikkelden meer liefde. Individuele leden van vijandige naties werden broeders in het geloof. Dergelijke veranderingen liggen ver buiten hetgeen wetenschap vermag.
Hoewel de wetenschap dus in staat is het leven in vele opzichten aangenamer te maken, kan door de macht van God veel meer gedaan worden. En onder Gods koninkrijk zullen wij het volle effect van die macht ervaren. De bijbel belooft: „Hij [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openb. 21:4.
Neen, de mens zal niet terugkeren tot een voorwetenschappelijk tijdperk. In plaats daarvan zal de mens, niet meer belemmerd door de schadelijke tendensen die de wetenschap niet heeft kunnen verwijderen — maar die God wel zal verwijderen — tot zijn eeuwige welzijn alle wetenschappelijke kennis kunnen aanwenden die verleden, heden en toekomst hebben opgeleverd en zullen opleveren. Wij zijn dankbaar voor wat de wetenschap de mensheid heeft onthuld. Maar wij zijn nog dankbaarder dat waarheid die buiten het bereik valt van de wetenschap, door God beschikbaar is gesteld, tot eeuwige zegen van degenen die haar zoeken.
[Inzet op blz. 10]
Met betrekking tot zijn aandeel aan het ontwikkelen van de atoombom heeft Einstein naar verluidt gezegd: „Als ik alles had geweten, was ik liever slotenmaker geweest”
[Kader op blz. 11]
Hier zijn enkele vragen die buiten het bereik van de wetenschap vallen:
● Wie is God en wat zijn zijn eigenschappen?
● Wat zijn Gods voornemens?
● Wat gaat de toekomst ons brengen?
● Wat is de beste manier om met onze buren om te gaan?
● Welke persoonlijkheidstrekken kunnen wij het beste hebben?
● Hoe kunnen wij ze ontwikkelen?
Gelukkig geeft de bijbel antwoord op zulke vragen, die uiteindelijk veel belangrijker zijn dan de vragen die de wetenschap beantwoordt zoals „Waaruit bestaat materie?” en „Hoe ver weg staat de zon?”