Jonge mensen vragen . . .
Moet ik het huis uit gaan?
„Mams en Paps:
Ik ga nu dan toch eindelijk weg. Zoals ik al eerder heb gezegd, doe ik dit niet om jullie dwars te zitten of om jullie wat dan ook betaald te zetten. Ik kan niet gelukkig zijn als ik zo onvrij moet leven als jullie willen. Misschien word ik op deze manier ook niet gelukkig maar dat wil ik dan zelf ontdekken.”
ALDUS begon de afscheidsbrief die een zeventienjarig meisje voor haar ouders achterliet. Net als veel andere jongeren voelde zij de behoefte haar vleugels uit te slaan en onafhankelijk te worden. De achttienjarige Martin bekent: „Vrijwel alle jonge mensen van mijn leeftijd spelen op zijn minst met het idee om uit huis te gaan.” Maar velen doen meer dan alleen maar met het idee spelen. In de Bondsrepubliek Duitsland bijvoorbeeld woont tegenwoordig één op de drie meisjes en één op de vier jongens in de leeftijdsgroep tussen 15 en 24 jaar buiten het ouderlijk huis.
God voorzag dat het verlangen om te trouwen mensen ertoe zou bewegen ’vader en moeder te verlaten’ (Genesis 2:23, 24). Maar er zijn nog andere geldige redenen om weg te gaan, bijvoorbeeld wanneer iemand zijn dienst voor God uitbreidt (Markus 10:29, 30). Sommige jongeren worden er echter door het verlangen naar meer materiële dingen toe gedreven het huis uit te gaan. Weer anderen reageren eenvoudig op een gelegenheid die zich voordoet. Horst, een jonge Duitser, herinnert zich: „Ik was pas zeventien. Toen ik op een dag een vriend van mij hielp bij het opknappen van zijn kamer, ontdekten wij dat er naast hem een kamer met een keukentje leeg stond. Plotseling kwam het idee in mij op dat dit mijn kans was om uit huis te gaan.”
Maar waarom grijpen zo veel jongeren de kans aan om weg te gaan?
„Je wilt onafhankelijker zijn”
Veel jongeren vinden het thuis niet om uit te houden. Eén jongeman zei: „Je wilt gewoon onafhankelijker zijn. Bij je ouders thuis wonen voldoet je niet meer. Je hebt de hele tijd ruzie en zij snappen niet waar jij behoefte aan hebt. Bovendien voel je je zo aan banden gelegd. Je kunt nergens heen of je moet je ouders tekst en uitleg geven.”
De apostel Paulus verklaarde: „Toen ik een klein kind was, sprak ik als een klein kind, dacht ik als een klein kind, overlegde ik als een klein kind; nu ik echter een man ben geworden, heb ik de trekken van een klein kind weggedaan” (1 Korinthiërs 13:11). Uitgaand van de overweging dat je geen „klein kind” meer bent, voel je je misschien gebelgd omdat je wel zo behandeld wordt. Het leerboek Adolescence zegt: „Pubers hebben een sterk verlangen naar zelfbeschikking. Zij willen zelfstandige individuen worden, uiting geven aan hun eigen ideeën en een leven leiden dat exclusief van henzelf is, in plaats van als marionetten te moeten dansen naar de pijpen van volwassenen die de baas over hen zijn.”
Maar hoewel jij jezelf misschien als volwassen beschouwt, kunnen je ouders daar wel een andere kijk op hebben. Misschien bespeuren zij nog iets van „de trekken van een klein kind” in jou. En hoewel jij misschien wel bepaalde vrijheden wilt hebben, kan het zijn dat je ouders het nodig oordelen je aan banden te leggen.
Maar zijn je ouders eigenlijk niet het beste in staat te beoordelen hoeveel vrijheid je aankunt? „Luister, mijn zoon, naar het strenge onderricht van uw vader en verlaat de wet van uw moeder niet”, zegt de bijbel (Spreuken 1:8). Zeker, ouders kunnen soms al te beschermend of al te streng zijn. Maar zoals een ouder over haar dochter zei: „Ik maak mij ongerust dat er iets met haar zou kunnen gebeuren. Zij denkt dat ik haar niet laat uitgaan omdat ik haar niet vertrouw, maar dat is het niet. Ik wil niet dat haar iets overkomt.”
Is het huis uitgaan de oplossing?
Is het zo erg als je ouders een beetje streng zijn? Bedenk in plaats van je koffers te pakken eens dat je je ouders nog nodig hebt. Je zult zelfs nog jarenlang profijt trekken van hun inzicht en wijsheid (Spreuken 23:22). Dat is vooral het geval als je ouders godvrezend zijn. Moet je hen nu uit je leven bannen alleen maar omdat je een paar keer een aanvaring met hen hebt gehad? Zou het niet verstandiger zijn te proberen tot een meer volwassen verstandhouding met hen te komen dan haastig de deur uit te gaan?a
Let eens op wat Karsten, een jonge Duitser, over deze kwestie te zeggen heeft. Zijn ouders moedigden hem krachtig aan thuis te blijven tot hij een werkelijke reden had om weg te gaan. Dat deed hij, tot hij enige tijd later uitgenodigd werd om als volle-tijdbedienaar op het Westduitse bijkantoor van het Wachttorengenootschap te komen dienen. Nu raadt hij andere jonge mensen aan: „Ga nooit het huis uit alleen maar omdat je niet met je ouders kunt opschieten. Als je met hen al niet kunt opschieten, hoe wil je dan ooit met anderen kunnen opschieten? Met uit huis gaan wordt je probleem niet opgelost. Integendeel, het zal alleen maar bewijzen dat je nog te onvolwassen bent om op eigen benen te staan en de verwijdering tussen jou en je ouders zal nog groter worden.”
Er zijn nog andere redenen waarom het onverstandig kan zijn het huis uit te gaan. Jongeren komen dikwijls tot de ontdekking dat het niet zo gemakkelijk is het hoofd boven water te houden als zij gedacht hadden. Banen zijn dikwijls schaars. De huren zijn omhooggevlogen. En waartoe zijn jongeren die op die manier in financiële moeilijkheden komen, dan onvermijdelijk gedwongen? De auteurs van Pulling Up Roots zeggen: „Zij komen weer thuis en verwachten dat de ouders zich weer met hun onderhoud zullen belasten.” Steeds meer jongeren zien zich gedwongen deze dikwijls vernederende weg te bewandelen. Moet je nu, gezien de wankele economische toestand van de wereld, overhaast de veiligheid weggooien die het thuis wonen je biedt?
Een ernstiger gevaar
In Lukas 15:11-32 vertelt Jezus over een jongeman die onafhankelijk wilde zijn. Omdat hij niet wilde wachten, eiste hij zijn erfdeel op en trok er in zijn eentje op uit. Maar de vrijheid was helemaal niet wat hij er zich van voorgesteld had. Nadat hij „naar een ver land” was gereisd, „verkwistte hij zijn bezit door een losbandig leven te leiden”. Nu hij niet meer onder de goede invloed van zijn ouders stond, verviel hij tot seksuele immoraliteit met prostituées! Er was zo moeilijk aan werk te komen dat hij zelfs een baantje aannam dat de joden verachtten — zwijnen hoeden.
De „verloren” zoon jammerde over zijn lot en zei: „Hoeveel loonarbeiders van mijn vader hebben brood in overvloed, terwijl ik hier van honger verga! Ik zal opstaan en naar mijn vader trekken en tot hem zeggen: ’Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u.’” De zoon zette zijn trots opzij en ging naar huis terug.
Hoewel deze gelijkenis verteld wordt om de aandacht te vestigen op Gods barmhartigheid, bevat ze een praktische les: Uit huis gaan met een onverstandig motief kan je moreel en geestelijk schade berokkenen! Het is droevig te moeten zeggen dat sommige christelijke jongeren die een onafhankelijke koers zijn gaan varen, geestelijk schipbreuk hebben geleden. Sommigen die geen kans zagen zich financieel drijvende te houden, zijn hun onkosten gaan delen met andere jongeren die er een levenswijze op na houden die in strijd is met bijbelse beginselen. Maar de bijbel waarschuwt: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Korinthiërs 15:33). Anderen hebben hun pasgevonden vrijheid gebruikt om kwaaddoen na te jagen. Horst (die al eerder werd genoemd) heeft dit van heel nabij meegemaakt.
Hij kende een jongeman van zijn eigen leeftijd die ook het huis uit was gegaan. Horst zegt: „Hoewel hij niet getrouwd was, ging hij met zijn vriendin samenwonen. Zij hielden feestjes waar de drank rijkelijk vloeide en vaak eindigde het ermee dat hij dronken werd. Als hij nog thuis had gewoond, zouden zijn ouders dit allemaal niet goedgevonden hebben.” Horst besloot: „Het is waar, als je eenmaal het huis uit bent, heb je meer vrijheid. Maar wees nu eens helemaal eerlijk — wordt die niet heel dikwijls gebruikt als een gelegenheid om verkeerde dingen te doen?”
Als je dus naar meer vrijheid hunkert, vraag je dan af: Waarom wil ik die grotere vrijheid eigenlijk? Is het omdat ik dan beter de gelegenheid heb om initiatief te ontplooien of om tijd te besteden aan dingen die de moeite waard zijn? Of is het omdat ik dan materiële bezittingen kan krijgen of de ruimte krijg om van „verboden vruchten” te snoepen? Bedenk wat de bijbel in Jeremia 17:9 zegt: „Het hart is verraderlijker dan iets anders en niets ontziend. Wie kan het kennen?” Je mag dus wel eens een diepgaand onderzoek naar je motieven instellen voordat je tot een zo ernstige stap als weggaan besluit.
Vroeg of laat zullen de omstandigheden, een huwelijk bijvoorbeeld, je toch wel uit het ouderlijke „nest” duwen. Maar waarom zou je haast maken om weg te gaan voordat het zover is? Bepraat het eens met je ouders. Alle kans dat zij blij zijn als je blijft, vooral indien je een werkelijke bijdrage levert tot het welzijn van het gezin. Met hun hulp kun je gewoon thuis blijven groeien, leren en volwassen worden.
[Voetnoten]
a In een volgende uitgave zal dieper op dit onderwerp worden ingegaan. Zie intussen het artikel „Hoe maak ik dat mijn ouders mij begrijpen?” in de uitgave van 22 september 1983 van Ontwaakt!
[Illustratie op blz. 21]
Met hulp van je ouders kun je thuis naar de volwassenheid blijven groeien