Technologie — Hoe ze ons beïnvloedt
IN Goethe’s sprookje Der Zauberlehrling (De tovenaarsleerling), populair geworden door Paul Dukas’ muziek en Walt Disneys film Fantasia, kwam de leerling op het idee de bovennatuurlijke kracht van zijn meester te gebruiken om zijn eigen werk te verlichten. Hij zette een bezemsteel aan het werk om water voor hem aan te dragen. Maar omdat hij niet wist hoe hij dat onder controle moest houden, bemerkte hij spoedig dat de gehoorzame maar verstandeloze slaaf zo veel water het huis in droeg dat alles blank kwam te staan. Het verhaal had natuurlijk een ’happy end’ — de meester kwam hem te hulp.
Net zoals de bezem van de tovenaarsleerling is de technologie in wezen een machtig werktuig. Ze kan worden aangewend om ons werk te verlichten en het efficiënter en wellicht zelfs prettiger te maken. Maar wanneer ze niet op de juiste wijze onder controle wordt gehouden, of wanneer ze wordt misbruikt, kan ze al evenzeer een kracht worden met rampzalige en zelfs fatale gevolgen.
Een in het oog springend voorbeeld is de auto. Het staat buiten kijf dat de auto de maatschappij in het algemeen veel voordelen heeft gebracht. Wie kan echter de schadelijke bijwerkingen ontkennen zoals de luchtvervuiling en de geluidsoverlast en de doden en gewonden ten gevolge van ongelukken en roekeloos rijden? Deze technologische innovatie is in elk geval geen onverdeelde zegen gebleken.
Maar de uitwerking van de technologie gaat veel verder. De technologie is zover in onze moderne wereld doorgedrongen dat ze niet alleen onze werk- en leefwijze verandert, maar ook onze waarden, en onze kijk op onszelf en de maatschappij als geheel. De vraag rijst: Hebben wij de technologie verstandig gebruikt en is ze ons tot een zegen, of heeft de technologie onze levenswijze tot ons nadeel gedomineerd?
Ongetwijfeld hebben de meeste mensen wel op een of andere wijze voordeel getrokken van de vooruitgang in de wetenschap en de technologie. In zowel industrielanden als ontwikkelingslanden heeft de technologie talloze materiële voordelen gebracht in bijna elk aspect van het leven. In de allereerste plaats heeft het toepassen van machines, meststoffen, pesticiden en zaadveredeling de voedselvoorziening en de voeding van een groot deel van de wereldbevolking verbeterd. Vorderingen in de medische wetenschap hebben geresulteerd in een betere gezondheid en een langer leven voor velen. De auto en het vliegtuig, te zamen met ontwikkelingen in elektronika, computers en satellieten, hebben mensen in staat gesteld te reizen en zonder al te veel moeite met anderen over de hele wereld te communiceren. Op een persoonlijker vlak heeft de technologie veel werk, ook in huis, minder eentonig en zwaar gemaakt.
Alhoewel sommigen in de technologisch hoogontwikkelde landen graag praten over ’de goede oude tijd’, zijn maar weinigen bereid afstand te doen van het enorme aantal tijd- en werkbesparende apparaten die zij als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen of waaraan zij in hun dagelijks leven gewend zijn geraakt. De technologie is inderdaad een nuttige dienares geworden die het mogelijk maakt om te leven „zoals koningen in vroeger tijd nooit zouden hebben gekund”.
Maar het beeld is niet in alle opzichten zo rooskleurig. „Hoewel het op grote schaal toepassen van technologie gedurende de afgelopen paar decennia enorme voordelen heeft gebracht,” schreef Colin Norman, een onderzoeker van het Worldwatch Institute, „nemen de bewijzen toe dat sommige technologische ontwikkelingen vele dringende maatschappelijke problemen en milieuproblemen eerder verergeren dan oplossen.”
Beschouw allereerst eens de uitwerking van de technologie op het milieu. De Amerikaanse minister van binnenlandse zaken, Stewart Udall, sprak van een „stille crisis”, en beschreef de situatie in de Verenigde Staten als volgt:
„Deze natie is de rijkste en machtigste ter wereld, maar staat ook bovenaan in het afbreken van de menselijke woonomgeving. Wij hebben de meeste auto’s en de grootste autokerkhoven. Wij kunnen ons het gemakkelijkst verplaatsen en wij staan het meest in de file. Wij produceren de meeste energie en hebben de smerigste lucht. Onze fabrieken produceren de meeste produkten en in onze rivieren stroomt het vuilste water. Wij hebben de meeste goederen te verkopen en de afzichtelijkste reclameborden om ze aan te prijzen.”
Regeringsfunctionarissen en het publiek beginnen nota te nemen van de hoge prijs die wij betalen voor de snelle technologische groei waaraan wij zo bereidwillig onze goedkeuring schenken. Regeringen zouden echter verdere schade aan het milieu kunnen voorkomen door op te treden tegen de vervuilers, als ze dat zouden willen. Maar industrieën en ondernemingen verschaffen de mensen werkgelegenheid, schenken voorspoed aan de gemeenschap en leveren de regeringen inkomsten op. Dit geldt vooral voor de ontwikkelingslanden. Er wordt dan ook geredeneerd dat de door de technologie gecreëerde materiële voordelen zwaarder wegen dan de prijs die moet worden betaald in schone lucht, schoon water en schoon land.
Ter verdediging van de technologie voert men ook aan dat ze vroeg of laat wel de oplossingen zal bedenken voor de nog bestaande problemen. De waarheid is echter dat men nu reeds beschikt over de technologische kennis om verdere schade te voorkomen en veel van de aangerichte schade ongedaan te maken. Maar voor het klaren van het karwei is geld nodig, veel geld. Ter illustratie: alleen al voor het reinigen van de 786 stortplaatsen van giftig afval die door de Amerikaanse regering zijn geclassificeerd als gevaarlijk, zou men een fonds bijeen moeten brengen van 7,5 tot 10 miljard dollar — en niemand staat te trappelen om dat te betalen.
De invloed van de technologie op werk en werkgelegenheid was reeds vanaf het begin een veelbesproken onderwerp. Men heeft altijd gevreesd dat nieuwe machines mensen werkloos zouden maken. In het begin van de Industriële Revolutie voelden textielarbeiders in Nottingham (Engeland) zich zo bedreigd dat zij onder leiding van een zekere Ned Ludd honderden van de pasgeïntroduceerde machines vernielden in de beruchte Luddistenrellen van 1811-1812.
Door het succes van de Industriële Revolutie lijken dat soort acties nu belachelijk. Niettemin brengt de invoering van automatisering via computers en robots in kantoren en fabrieken in bepaalde kringen opnieuw vrees teweeg. Sommigen houden een dergelijke vrees echter voor ongegrond omdat de computertechnologie haar eigen banen zal creëren — geavanceerd technische beroepen zoals computeroperateurs, -ontwerpers, -programmeurs, enzovoort — die de werkloos geworden arbeiders na een herscholing werk zullen bieden. Maar anderen wijzen op de hoge, wereldomvattende werkloosheidsstatistieken en betogen dat de geavanceerde technologie haar beloften in dit opzicht niet heeft waargemaakt.
Uit recent onderzoek aan de Stanford Universiteit blijkt dat „technische vernieuwingen niet alleen mensen overbodig zullen maken, maar dat de industrie zelf verhoudingsgewijs weinig arbeidsplaatsen oplevert”. De onderzoekers wijzen erop dat mensen vaak onder de indruk zijn wanneer zij horen over de vele nieuwe banen die worden gecreëerd door de computerindustrie. Maar in werkelijkheid gaat het maar om een klein gedeelte van de hele arbeidsmarkt. Het Bureau voor Arbeidsstatistieken schat dat er ongeveer 600.000 geavanceerd technische banen werden gecreëerd in de periode van 1972 tot 1982. Deze banen maakten echter slechts 5 procent uit van de totale groei in het aantal banen in die periode. Met andere woorden, slechts één op de twintig werkzoekenden werd opgenomen in de „high-tech” bedrijfstakken.
Het vermogen van de technologie om te voorzien in nieuwe banen mag dan al tegenvallen, sommigen vinden dat dit nog sterker geldt voor de verwachte verbetering van de aard van het werk. De meeste mensen stellen zich bij de geavanceerde technische beroepen een zekere veelzijdigheid voor. Maar één arbeidsdeskundige merkte op dat hoewel sommige van dit soort banen een „verruiming en een uitdaging voor de geest” inhouden, de meeste „ongelooflijk afstompend en geestdodend” zijn. In plaats van af te rekenen met geestdodend werk, bestaan de meeste banen in de geavanceerd technische industrie in zich steeds herhalende handelingen, waarop veel toezicht wordt uitgeoefend en die weinig technische bekwaamheid vergen. In tegenstelling tot de traditionele banen die ze hebben vervangen, is ook het loon lager dan gemiddeld.
Van alle dingen die de technologie naar verluidt heeft teweeggebracht, baart de wijze waarop ze ons als mensen heeft beïnvloed, misschien wel de meeste zorgen. Een algemene klacht is dat de massaproduktietechnieken en de computergestuurde automatisering de individualiteit, de oordeelkundigheid en ervaring van de werker minder belangrijk maken. Dit is de zienswijze van vakbondsleidster Karen Nussbaum die aanvoert dat ter wille van de efficiency „allerlei werk via monitors wordt gecontroleerd en steeds gespecialiseerder wordt — wat betekent dat de werkers steeds kleinere stukjes verrichten van de grote taak. Mensen worden gebruikt als verlengstukken van machines. Dit is ontmenselijkend”.
Dit leidt tot een gevoel van vervreemding, of het ontbreken van het gevoel een doel te hebben en iets te presteren. De meeste mensen vinden het moeilijk om ook maar enige werkelijke interesse voor hun baan op te brengen wanneer zij, werkend in grote instellingen, dag in dag uit hetzelfde stukwerk verrichten. Zelden zien zij het eindprodukt van hun arbeid, en evenmin delen zij in de winst, behalve dan via hun loonstrookje. Dit creëert, volgens Murray Turoff, een professor aan het Technologisch Instituut van New Jersey (VS), „een generatie van werknemers die geen loyaliteit voelen ten opzichte van het bedrijf en die in het algemeen onverschillig zijn”.
Zelfs degenen die niet in een technologische omgeving werken, zijn niet van haar invloeden gevrijwaard. Op velerlei gebied is de technologie zo ver doorgedrongen in het dagelijks leven van mensen — via huishoudelijke apparaten, vervoermiddelen, ontspanning, enzovoort — dat velen het waarschijnlijk moeilijk zouden vinden zich te handhaven in een technologisch minder ontwikkelde samenleving. In feite, zo merkte Jacques Ellul op in zijn boek La Technique, „wordt de geestestoestand van de moderne mens volledig gedomineerd door technische waarden en worden zijn doeleinden slechts uitgedrukt in die vooruitgang en dat geluk die bereikt worden door de techniek”. Volgens de al eerder aangehaalde professor Clark hebben wij „in onze haast om van de techniek gebruik te maken voor een zeer tijdelijk systeem gekozen: Een hedonistische maatschappij die de toekomst negeert”.
Veel is er al gezegd over de dreiging van een totale vernietiging die de mensheid boven het hoofd hangt. Maar het valt niet te ontkennen dat dit voor een groot deel is teweeggebracht door de technologische ontwikkeling die vreeswekkende oorlogswapens heeft voortgebracht — vanaf de kruisboog tot het laser-ruimtewapen. Het hoogtepunt in deze ontwikkeling was ongetwijfeld dat geleerden en technici erin slaagden in slechts drie jaar, vanaf juni 1942 tot juli 1945, de eerste atoombom te ontwikkelen.
Maar wat is er met deze ongeëvenaarde technologische prestatie bereikt? Ze heeft de wapenwedloop op gang gebracht en gaande gehouden, en een situatie geschapen die ironisch genoeg de naam MAD (Engels voor „waanzinnig”) heeft gekregen — Mutual Assured Destruction (wederzijds gegarandeerde vernietiging). Misschien nog ernstiger is het feit dat steeds meer landen de technologie verwerven om nucleaire installaties te bouwen.
„Het is duidelijk dat er in de afgelopen paar decennia iets is misgegaan”, merkte de beroemde geleerde en milieudeskundige René Dubos op. „Een toegenomen beheersing van de natuur zorgt niet automatisch voor veiligheid en vrede des geestes; economische voorspoed maakt mensen niet gezonder of gelukkiger; technologische innovaties scheppen hun eigen problemen, die de voortdurende ontwikkeling van tegengestelde technologieën nodig maken.” Hij voegde eraan toe: „Het gevoel blijft bestaan dat geleerden nog altijd niet hebben geleerd hoe zij hun aandacht moeten richten op de bedroevende kanten van de hedendaagse wereld die hun oorsprong vinden in de wetenschappelijke technologie.”
In tegenstelling tot het verhaal van de tovenaarsleerling, mogen wij er in het werkelijke leven dus niet op rekenen dat de ’meester’ — geleerden en technologen — ons te hulp komt. In dit geval worstelen ook zij met de vloed van problemen die zijn geschapen door het kortzichtige misbruik van de technologie. Het is duidelijk dat onze dringendste behoefte niet nóg meer technologie is, maar een macht, een regering, een supermacht die alle verdeeldheid brengende elementen uit de weg kan ruimen ten einde de mens te hulp te komen.
De bijbel spreekt over zo’n regering: „De God des hemels [zal] een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken [die nu bestaan] verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan” (Daniël 2:44). Dat koninkrijk is niets minder dan Gods Messiaanse koninkrijk in handen van Jezus Christus.
Onder de vredige heerschappij van Gods koninkrijk zal dat waar de moderne technologie slechts van kan dromen, werkelijkheid worden. Woestijnen en door droogte verschroeide grond zullen veranderen in produktief land. Er zal bevredigend en interessant werk voor allen zijn. De blinden, verlamden, doven en stommen zullen van hun handicaps worden bevrijd. En zelfs de dood zal overwonnen worden. — Zie Jesaja 35:1, 5-7; 65:21-23.
[Inzet op blz. 6]
„Mensen worden gebruikt als verlengstukken van machines. Dit is ontmenselijkend”
[Inzet op blz. 8]
„Het is duidelijk dat er in de afgelopen decennia iets is misgegaan”
[Illustraties op blz. 5]
Wegen materiële voordelen zwaarder dan de prijs die moet worden betaald in schone lucht, schoon water, schoon land — en uw gezondheid?
[Verantwoording]
WHO photos
[Illustratie op blz. 7]
De meeste geavanceerd technische beroepen zijn „ongelooflijk afstompend en geestdodend”
[Illustratie op blz. 8]
Geleerden hebben niet de problemen kunnen oplossen die door hun technologie zijn teweeggebracht. Wie zal de oplossing brengen?
[Verantwoording]
U.S. Air Force photo